Lieke veur Sint Isidoor
Nu laat de gagel zijn stuifmeel los:
de gladdige knopkes springen.
Ai dezen bruinen rijken bos!
Ai reuken sterker dan dier stadse seringen!
Hoe staget mee het wilgenhout?
Zie hoe de poeskes blinken.
Och gij die zegt: de wind is nog koud,
kom mee, want de stad gaat stinken.
Zie vriend, ons hei wordt al warmer
en zie hoe de brem ontdort;
laat Sint Dorus nu zijn eigen erbarmen:
dat hij tijdig z’n zon en z’n regen stort
want de gagel laat reeds zijn bloeisel los
en wat vogel slaat daar aan ’t zingen?
fel leven breekt uit in het mastebos!
Hoe haat ik den langslaap der stedelingen!
Luc. van Hoek (1910-1991)
uit: Tussen Demer en Dommel (1935)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter