Variatie in familieberichten (13)
Door Siemon Reker
Mimi (of Mimy, Mimie) deelt met Miem een kinderpoging om in de buurt te komen van de uitspraak van een naam in de sfeer van Maria, Hermina, Wilhelmina. Dat vermoed ik op basis van zeker onderzoek in kindertaal (zie de vorige aflevering in deze serie), maar we kunnen het zíen aan wat er in familieberichten staat.
Het is vooral de herhaling van een kernlettergreep met soms het vereenvoudigen van een groepje medeklinkers, kijk maar:
Bibi < Brigitte
Coco < Jacoba
Didi < Derkje
Fifi < Godfried
Lily < Elisabeth; Alice; Alida; Angeline; Caecilia
Nono < Arno; Johannes (diverse malen); Cornelis
Piepie < Pieternella
Pipi, Pipy, Pippi < Michaël; Wilhelmus; Pieterke; Martine
Sisi < Sietske
In de geschiedenis van Oostenrijk was Sisi de naam van de echtgenote van keizer Franz Jozeph I. Deze Beierse hertogin heette Elisabeth Amalie Eugenie, in het gezin Sisi genoemd. Elisabeth leidt dus tot de realisering “Sisi” zoals bij ons (allicht in Friesland) Sietske dezelfde uitspraak uit kindermond kon krijgen.
Toto kan op dezelfde manier naam zijn die teruggaat op Constantijn (m) óf Tonia (v).
Maar een veel grotere herkomst heeft Titi (of Titie, Tittie, Tity, Tieta, Tiete, Tiet). Zij is vooral in het Noorden van Nederland teruggevonden als roepnaam voor een reeks van doopnamen:
Titi < Catharina; Hubertina; Hendrika; Trientje; Derkje; Grietje; Iektje; Trijntje; Wiegertje; Liekeltje; Sietske; Tiny (dat waarschijnlijk stamt van Trientje of Trijntje, een naam die lang met een ie-klank is uitgesproken).
Roepnamen die uit de sfeer van de kindertaal zijn voortgekomen zijn éen grote talige speeltuin, zelfs als ze heel direct herleidbaar zijn en geen oplossingen bij moeilijke puzzels vergen.
Kiek, Kieke en Kiky of Kiki passen bij Elisabeth, Grietje, Hendrika, Henricus, Ilonka, Catharina, Veronique, Veroniec of Frederika, Kyra, Rika, Titia. Dat zijn niet toevallig voor een deel dezelfde doopnamen die leidden tot Tity en verwanten.
Kiky e.d. is vooral Zuidelijk, zoals ook een hele batterij aan namen die afgeleid moeten zijn van Adriana en die ook tweemaal dezelfde medeklinker bevat, de n:
Naan, Nan, Nana, Nane, Nanna, Nanne, Nannie of Nanny, Nenne, Nina, Nini of Niny.
In de familieberichten zien we deze als roepnaam wel allereerst verbonden met Adriana maar ook met Johanna, Janna, Agnes, Janna, Jantien, ook Henny of Hennie, Nella en een reeks als Antonia, Regina, Willemine, Catharina, Justine, Marina, Trijntje, Virginie. Ook hier geldt de waarschuwing: dit is een allerminst volledige opsomming! Ik heb simpelweg geneusd in mensenlinq-kranten tot eind 2019.
Toevallig kwam ik de roepnaam Pippa tegen in een Engelse bron: de vrouw in kwestie heet officieel Philippa. Zeker dit aspect van de wijziging van officiële doopnaam tot informele roepnaam door toedoen van de kindermond is een internationaal verschijnsel.
In de volgende aflevering sluiten we dit stukje uit de afdeling roepnaamgeving af om ons daarna een aantal malen te richten op een ander aspect uit familieberichten. Let op: uw hulp wordt dan uitdrukkelijk gevraagd lezer, want dat betreft dan een lastige en vooral gevarieerde materie die nog niet goed in kaart gebracht is.
Dit stuk verscheen eerder op het weblog van Siemon Reker
Henk Smout zegt
Pipi ken ik tot dusver alleen uit het Duits en niet als persoonsnaam.
Ad Welschen zegt
En wat te denken van Pippilotta Viktualia Rullgardina Krusmynta Efraimsdotter Långstrump, aka Pippi Langkous?
Henk Smout zegt
Die lange reeks voornamen – heel fraai! – zie ik voor het eerst.
Maar ik had het over Pipi met één -p- in het midden.
Ronald V. zegt
Dit lijkt uitsluitend over vrouwennamen te gaan. Ik heb een broer en die heet Leo. Als kleuter/peuter zei ik tegen hem geen Leo maar Lilie. Totdat hij tegen mij zei: doe niet zo kinderachtig, ik heet geen Lilie maar Leo.
Jos Rombouts zegt
Ik ben opgegroeid in de buurt van Westmalle, in de Antwerpse Kempen. Mijn officiële eerste voornaam is Jozef en mijn meest gebruikte roepnaam is Jos. Deze naam wordt wat in België door de meeste mensen wordt uitgesproken op zijn Frans, alsof het een verkorting is van Joseph; dus als [ʒɔs]. Ik vind dat niet mooi, maar wel vertrouwd. Nederlanders en collega’s noemen mij doorgaans [jɔs].
Toen mijn zus een peuter was, sprak ze dat uit als Zos. Een van mijn jongere broers volgde in zijn peutertijd een heel andere strategie: hij noemde mij (met de j twee keer uitgesproken zoals in Joseph) Jojo [ʒɔʒo] De eerste klinker is dezelfde als in Jos, de tweede is de klinker die wordt gebruikt in de Franse kleurnaam rose.
Met de tweede alinea van deze reactie treed ik Ronald V. bij: Van oorsprong kinderlijke roepnamen van het type “Mimi” of “Mimie” komen ook bij mannen voor, maar in tegenstelling tot hun vrouwelijke tegenhangers, worden de mannelijke voornamen opgegeven als de gebruiker (een jong kind) ouder wordt.
Henk Smout zegt
Ik ken een Onno die Nono wordt genoemd.
Jos Rombouts zegt
Ik denk dat je observatie klopt met mijn derde alinea. Toch twee vragen: Zijn de twee klinkers van Nono helemaal dezelfde, of is de eerste klinker kort en de tweede halflang? Mijn tweede vraag: Komt Onno uit het Brabantse dialectgebied? In dat geval zou Nono kunnen komen van “den Onno”, zoals in: “Kende gij gen Onno?” of in: “Hedde gij den Onno nog gezien?” . De Belgische comedian Philippe Geubels vertelde ooit in “Geubels en de Belgen” dat hij in zijn kindertijd dacht dat de Ardennen “Dardennen” heten. Zijn vermoeden toen was gebaseerd op zinnetjes zoals: “En van de zomer gaan we naar d’ Ardennen.”
Ad Welschen zegt
Een dergelijke ‘auditieve misanalyse’ komt vaker voor, Jos. In jouw land kent men de familienaam Dardenne. In ons land hebben we zelfs een minister Lardinois gehad. Talrijk zijn voorts doubletten als Van Es-Van Nes, Van Eynatten-Van Nijnatten, en omgekeerd: Van Noord-van Oord, Van Nuenen-van Unen.