Door Peter-Arno Coppen
Ik had de paasopgave misschien een beetje duidelijker moeten maken. Doordat ik begon met de aanleiding voor mijn eigen zoektocht, een zin die eindigde op vier lettergrepen met een sjwa, en dat vastknoopte aan een reflectie op het aantal mogelijke sjwa’s aan het begin van een zin, dachten een aantal deelnemers dat het ging om een zin met zowel aan het begin als aan het eind zoveel mogelijk lettergrepen met een sjwa. Maar het ging mij om zoveel mogelijk sjwa’s achter elkaar, in adjacente lettergrepen.
Zelf had ik in de jaren negentig ook al bedacht dat je theoretisch een oneindig aantal kunt krijgen als je gebruik maakt van de zogeheten linksrecursie. In de woordgroep ‘de een kat najagende hond’ staan twee lettergrepen met sjwa vooraan. Maar als je verder inbedt, krijg je ‘de een de muis opetende kat najagende hond’, waarin je drie lettergrepen hebt. Doordat je in theorie tot in het oneindige door kunt gaan met inbedden krijg je een even oneindige reeks van lidwoorden aan het begin.
Het nadeel is echter dat je bij de tweede inbedding al de draad kwijtraakt: de menselijke geest is niet zo goed in linksrecursie (veel computeralgoritmes trouwens ook niet). Vandaar dat ik mij in mijn recordpoging van destijds de linksrecursie geheel terzijde heb gelaten. Ik moet bekennen dat ik het voorbeeld van Henk Wolf met de genominaliseerde woordgroep ‘Ze me er het de te begeleiden honden keurende personeel toevertrouwen’ nog net kan hebben (over dat extra me verderop nog), dus misschien is mijn record daarmee inderdaad gebroken (of althans breekbaar).
Uitgaande van de constructie ‘de te geloven stellingen’ kwam ik op het werkwoord ‘beredeneren’, waarin je de tweede lettergreep in elk geval onbeklemtoond uit te spreken is. Daardoor wordt het geen volle ‘e’, misschien een korte ‘i’, maar ik kan er best een sjwa van maken. Daardoor kom je op ‘de te beredeneren stellingen’, die begint met vijf lettergrepen met sjwa.
De zin met ‘balsemden ze (n) ‘m’ is aan het eind nog wel met een aantal sjwa’s uit te breiden. Allereerst door een ander werkwoord te kiezen. Ik kwam destijds op het werkwoord ‘verlevendigen’, waarin je de voorlaatste lettergreep best kunt reduceren tot sjwa, naar mijn gevoel. Daarmee krijg je ‘verlevendigden ze (n) ’t’, eindigend op vijf lettergrepen met sjwa.
Net zoals Henk kwam ik op het idee om er een ethische datief ‘me’ bij te zetten (‘Och och, wat verlevendigden ze me (n) ’t toch!). Daarmee kom je op zes. Maar je kunt er dan ook nog een bijwoordelijke bepaling ermee aan toevoegen, waardoor je krijgt ‘Och och, wat verlevendigden ze me d’r ’t toch mee!’ Dat is zeven.
Van zeven naar acht zal niet voor iedereen acceptabel zijn. In zijn algemeenheid is het toevoegen van een belanghebbend persoon bij elk gezegde wel mogelijk, maar in sommige regio’s is dat acceptabeler dan elders. Ik heb het hier over zinnen als ‘Ze kochten je een boek’. Naar analogie daarvan kunnen ze je ook iets verlevendigen, zou je zeggen. Maar daarmee zit je op de zin: ‘Och, och, wat verlevendigden ze me je d’r t’ toch mee’. Dat is acht.
Nu is het maken van een superreeks simpelweg het combineren van de twee. Dan krijg je ‘Och, och, wat verlevendigden ze me je d’r de te beredeneren stellingen toch mee!’ Dat is twaalf ononderbroken lettergrepen met sjwa. Je moet even oefenen om hem zonder haperingen uit te spreken, maar dat is een ervaring op zich, waar je tijdens de eerstvolgende videobelafspraak zeker succes mee zult hebben.
Misschien zou je nog net een belanghebbend voorwerp ‘me’ bij ’te beredeneren’ kunnen toevoegen, en theoretisch kun je daar dus nog net als Henk een extra linksinbedding toevoegen, maar daar ergens begint mijn werkgeheugen tekort te schieten. Dat is dan misschien niet het theoretische maximum, maar wel het praktische.
Wouter van der Land zegt
‘Och och, wat verlevendigden ze me d’r ludduvuddutje toch mee!’
Rutger Kiezebrink zegt
Knap werk! Maar … was mijn reactie te laat of voldeed-ie niet aan de criteria?
DirkJan zegt
Ik kan me sterk vergiisen, maar volgens mij is jouw ingezonden zin al een tijdje uit het reactiepaneel verdwenen. En Peter-Arno zou pas aan het eind van de dag de uitslag bekendmaken. Beetje vroeg nu met de uitslag.
Peter-Arno Coppen zegt
Ja sorry, ik had later moeten posten en langer kijken. Maar ik heb het vanmorgen klaargezet en de hele middag niet meer naar omgekeken.Die veertien van Rutger lijkt me inderdaad een record. ‘Verduidelijkender’ is mooi gevonden!
Koos zegt
Vooropgesteld, ik vind dit fantastisch en probeer oprecht het ding uit te spreken, ook al hang ik vaak bij ‘verlevendigden’ al vast.
Als spreker van een dialect met benefactieven en andere willekeuriglijkende datiefconstructies, moet ik echter wel zeggen dat de combinatie van een voorzetselloos belanghebbend voorwerp en een ethisch datief hoogst ongebruikelijk is. Het enige wat ik zo snel kan bedenken is: ‘Hij heeft me je er toch wat moois van gemaakt.’ En de aard van de benefactief legt hier volgens mij het werkwoord zelfs een semantische beperking op wat betreft transitiviteit.
Daar moet je je je hoofd maar over willen breken…
Peter-Arno Coppen zegt
Ja het is natuurlijk de taal wel flink opgerekt, dat geef ik graag toe. Maar goed, daar heb je me je je hoofd toch over gebroken!
Weia Reinboud zegt
In het Hilversums kan je ‘ze’ vervangen door ‘Hulluvusummurs’ waar vijf sjwa’s in zitten!
Peter-Arno Coppen zegt
Ik betwijfel of die eerste ‘u’ wel echt een sjwa is, maar vier is ook al mooi!
Weia Reinboud zegt
Een echte sjwa hoor, in het Hilversums plat. Die kan bij nadruk wel iets gerond zijn, maar dat zijn al die volgende dan meteen ook.
Mient Adema zegt
Net nu ik het stukje over Labov heb gelezen over het proces van klankverandering, word ik toch gesterkt in de gedachte dat er geen enkel meerlettergrepig woord bestaat met uitsluitend sjwa-klanken. Naar mijn smaak voldoen zowel de eerste als de vierde lettergreep van de Hulluvusummer niet aan de specifieke kenmerken van de sjwa-klank. En bovendien: komt mevrouw daar nú mee? Haha, wel origineel trouwens.
Wordt het met Pinksteren daarom niet tijd eens meer te denken aan een te maken verhaaltje waarin de disjacentie van al die andere klanken wordt gevierd? Maak een anekdote waarin de woorden elkaar in de volgorde a, e, i, o ,u, aa, ee, ie, oo, uu, eu, ui, ei opvolgen en doe dat met verschillende (niet gelijke) woorden. Dat zet ik op een fust, maar eerst giet oom vuurgeur uit zijn lucifersdoosje.En dat een keertje of zes achter elkaar.
Maar dit geheel terzijde.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Als een meerlettergrepig woord altijd ergens de klemtoon heeft en een sjwa is per definitie onbeklemtoond, dan heeft geen meerlettergrepig woord uitsluitend sjwa’s als klinkers. Zijn beide delen van de als-zin waar?
Mient Adema zegt
Dat is wel het principe dat aan mijn logica ten grondslag ligt. Pats, de logica ten top. Ja, beide delen zijn waar.
Dat je een woord als Hilversummer laag en saai in een brij van zinswoorden kunt stoppen waardoor dat woord geheel onbeklemtoond is, doet daaraan niet af. En datzelfde geldt voor de juist beklemtoonde sjwa die je in een bui van opdringerigheid gaat aandikken.
Maar geef eens een bewijs van het tegendeel, buiten die Hilversummer natuurlijk. Zo’n woord bestaat niet.
Weia Reinboud zegt
Ik heb het uiteraard over terloops gesproken Hilversums. Bij iets minder terloopse spraak hebben ‘Hul’ en ‘sum’ behalve (neven)klemtoon ook een andere realisatie, met de ‘u’ van ‘put’. Het verschil is echter klein, waardoor ze elkaar mee kunnen trekken. Terloops naar allemaal sjwa’s, niet terloops naar vier keer een ‘u’ (gerond) en slechts op het eind een sjwa.
Hoe het tegenwoordig is weet ik overigens niet. Ik heb het over het plat van ‘Klein Rome’ van rond 1960. ‘Klajn Roowmu!’, met nadruk eindigt dat ook niet op een sjwa.
Mient Adema zegt
In de fonetiek hebben we geleerd streng te zijn en zullen we een verschil moeten maken tussen katterig en kattenrug. Dat verschil proef je wel als je ze even apart achter elkaar uitspreekt. Mijn “vulles” als het terloopse vuilnis werd (terecht) afgekeurd en evenals u de Hulvursummur best als volledig sjwa zou willen bestempelen deed ik dat met vulles. Het aantal klanken dat er is zou op de keper beschouwd net zo uitgebreid moeten zijn als het aantal formaten mondholte groot is, maar wat we hebben, daar zouden we het mee moeten doen. De beoordeling wordt wat bemoeilijkt doordat we geneigd zijn de geschreven u (in put) ook als u te duiden, terwijl de geschreven e (in HilvErsummEr) ons min of meer automatisch naar de sjwa loodst.
Ja, en dat Roowmu geen sjwa heeft geeft al mooi aan dat niet het geschreven woord maar de uitgebrachte klank maatstaf moet zijn voor het antwoord op de vraag of we met een sjwa van doen hebben.
henkwolfljouwert zegt
@Peter:
Als theoretische exercitie zou ik zeggen: dat hoeft niet. In mijn eigen Nederlands is er wel een uitweg, doordat:
1) in onbeklemtoonde lettergrepen liquidae en nasalen syllabisch kunnen worden (‘leepl’, ’trdege’, ‘deekngkist’);
2) een in context gebruikt woord z’n hoofdklemtoon kan kwijtraken (hlvrsm DRIE).
Peter Nieuwenhuijsen zegt
@Henk: ik ken het verschijnsel 1) trdege (ik heet Peetr), maar ik snap de relevantie in dit verband niet. Maar 2) snap ik wel en vind ik een heel mooi tegenvoorbeeld.
@Mient (en Henk), ik heb een alternatief voor katterig – kattenrug bedacht. Jullie kennen vast wel de Friese staten en stinzen (voor anderen: kasteeltjes e.d.). Ander meervoud van state: states. Vergelijk dit nu eens met ‘status’. Verschil in klemtoon is er niet. Is er verschil in klinker? Ik zou het graag ’s onderzoeken.
Mient Adema zegt
@Peter
ad @Henk
Ik moet zeggen dat ik die relevantie ook niet zo goed begreep, omdat het ging over klemtonen op bestaande lettergrepen. Dat je bij (ik dacht) muta cum liquida iets bijzonders had is me indertijd (vijftiger jaren) wel verteld. Maar dan ging het niet om syllabisering van een consonantenpaar (wat je bijvoorbeeld krijgt bij svarabhakti), maar om de mutatie van een liquida in een klinkereigenschap. (Ergens) in de Balkan heb je wel plaatsnamen waar zich dat voordoet. De r wordt dan (b.v. in de plaatsnaam Krk) als klinker genomen. Ik wilde niet met te weinig kennis van zaken in dit punt treden, maar vond ’t wel frappant dat het idee gedeeld werd.
ad @Mient (en Henk)
Dat is een mooi paar, states en status. Staar je overigens niet blind op mijn quasi-Friese voorkomen hier, want die roots (2 x Ljouwert in de genen) liggen sinds mijn geboorte in Rotterdam alweer enige tijd achter ons.
Omdat ik weet dat states iets anders zijn dan status en wij het verschil tussen een sjwa en iets dat tussen een sjwa en een u in ligt ook kennen, denk ik dat een computer ons duidelijkheid moet geven. Meer dan één miniem golfje zullen we tussen die twee niet zien. Dus: een onderzoek is geen weggegooid geld, vermoed ik.
henkwolfljouwert zegt
@Peetr 😉 : 1) was een reactie op je conclusie “dan heeft geen meerlettergrepig woord uitsluitend sjwa’s als klinkers”, die alleen logisch uit de premissen volgt als je veronderstelt dat een lettergreep altijd een klinker bevat. 1) was niet per se een reactie op wat er over het woord ‘Hilversum’ werd gezegd, al kan ie wel zo worden gelezen: als de hoofdklemtoon uit ‘Hilversum’ verdwijnt (bijvoorbeeld doordat ie naar ‘drie’ trekt), dan zijn alle drie de lettergrepen onbeklemtoond: in ‘hil’ treedt syllabisering van de medeklinker op en in ‘ver’ en ‘sum’ kun je óf syllabisering of klinkerreductie krijgen. Het resultaat is ‘hlvrsm DRIE’ of ‘hlv@rs@m DRIE’.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Ja, ik had ‘Hilversum drie’ begrepen en was het er helemaal mee eens. Het is natuurlijk wel zo dat je woorden (c.q. namen) vaak ‘op zichzelf’ bekijkt. En ook zou iemand kunnen zeggen dat ‘Hilversumdire’ zelf een naam is, met de klemtoon op de laatste lettergreep. Maar in principe schaar ik me aan jouw zijde.