
Door Marita Mathijsen
Het lijkt wel of de doodstraf opnieuw ingevoerd is in Nederland, maar nu zonder proces, rechter of advocaat. Oud, dik, roker, verpleeghuisbewoner: het oordeel is geveld door Jort Kelder en consorten.
En toch is de doodstraf al in 1870 officieel uit het strafrecht gehaald in de Tweede Kamer, met 48 tegen 30 stemmen, dus toch nog 38% vóór handhaving. De laatste doodstraf in Nederland was tien jaar eerder voltrokken, in 1860 in Maastricht. Men was zich toen natuurlijk niet bewust dat dit de laatste zou zijn. Tussen eind 1860 en 1870 werden er wel nog doodvonnissen uitgesproken maar de veroordeelden kregen allemaal gratie.
Wat was het geval? Een zekere Johann Nathan uit Broeksittard, geboren in Pruissen, had zijn eigen schoonmoeder omgebracht. Die was met de opbrengst van een verkocht vet varken op weg naar huis, samen met haar man. In het donker wachtte Nathan haar op een stille plek op, sloeg haar met een stok en een steen en stak vervolgens met een mes in haar hals, door haar katoenen jurk heen. Haar man wist te vluchten, maar hij had zijn schoonzoon niet herkend. Tijdens het proces in Maastricht toonde Nathan geen enkel teken van berouw. Hij ontkende zijn daad, verzon zelfs dat hij zelf slachtoffer was en samen met zijn schoonmoeder aangevallen was door onbekenden. Volgens de kranten gedroeg hij zich tijdens het proces zo hardvochtig dat iedereen tegen hem ingenomen werd. Er waren voldoende getuigenissen tegen hem. De stok en de steen waren teruggevonden met resten haar van de 68-jarige schoonmoeder. Al eerder zou hij haar uitgescholden en bedreigd hebben. Cassatie werd afgewezen, en ook een gratieverzoek aan de koning werd niet ingewilligd. De executie kon niet meteen worden voltrokken, omdat het schavot uit Amsterdam moest komen, met de beul mee.
Een paar dagen voor het vonnis toonde de man wel berouw en vroeg om dezelfde priester die eerder ook een ter dood veroordeelde begeleid had. Toen biechtte hij en schreef een brief aan zijn vrouw. Zijn galgenmaal bestond uit brood, eieren en wijn, en hij kreeg een sigaar. Het vonnis werd op 31 oktober in de ochtend uitgevoerd in het openbaar. Toen de stoet door de straten via het Vrijthof naar de Markt in Maastricht trok, op weg naar de ophanging, was het doodstil en kinderen werden binnengehouden. Het leek erop dat de inwoners van Maastricht zich afkeerden van zo’n openbare uitvoering van de doodstraf. Dat bleek later ermee te maken te hebben dat kinderen een doodvonnis nagespeeld hadden en er toen ternauwernood een kind gered was van ophanging. Op de Markt zelf was het druk en liepen de mensen uit om naar het vonnis te kijken. Twee uur lang bleef Nathan te pronk hangen, daarna werd het lijk afgevoerd.
Toen het schavot na afloop afgebroken werd, stortte een balk op het hoofd van een van de assistenten van de beul. Hij werd zwaar gewond naar het ziekenhuis gebracht. Er gebeurde nog iets vreemds. De priester die de biecht bij Nathan afgenomen had, stierf kort na het doodvonnis. Er waren tegenstanders van de doodstraf die deze twee gebeurtenissen zagen als een teken van God dat het afgelopen moest zijn met de doodstraf.
Al in de vroege negentiende eeuw is er verzet tegen de doodstraf, vaak afkomstig van gerenommeerde verlichte dominees. Vooral het tentoonstellen van het lijk na de terechtstelling werd steeds meer als onbeschaafd ervaren. De bekende domineedichter E. Laurillard hield in De doodstraf (1864) een bewogen pleidooi tegen de uitvoering, waarbij hij de lezer als het ware dwong om mee te kijken:
Je verzekert: `hij moet dood.’ Welnu, hij zal dood. Zie! ze grijpen hem aan. Neen! verdediger van de doodstraf! nu het gelaat niet afwenden! Bij God! dat sta ik je niet toe. Zien, moet je, zien, zien! De laatste maatregelen, die nodig zijn, worden genomen. Enige mannen zijn met de veroordeelde bezig, zoo wat als slagers met een rund. Wat, verdediger van de doodstraf! wilt je terug? Neen! blijven zult je, en zien zul je, zien! – De klokslag dreunt. Twaalf uur voor ons, eeuwigheid voor de verwurgde. Daar hangt hij. Nu mag jij naar huis gaan. En heb je dan na al, wat daar te zien en te denken en te voelen was, nog vrede met de doodstraf, je moet het maar weten. Maar ik zal God danken, dat ik er geen vrede mee heb!
Laurillard wilde dat alle galgpalen, op één na, werden verbrand. Die ene zou terecht moeten komen in een museum voor oudheden, bij al de andere afgeschafte foltertuigen van onverlichte tijden, zoals pijnbanken, duimschroeven en spijkertonnen.
En zo zit ik nu dan thuis, nadenkend over gestraften in de negentiende eeuw, horend bij de veroordeelden van Kelder, afwachtend of ik gratie krijg…
Aan mevrouw Mathijsen
Uw artikeltje is zeer aangenaam leesvoer. Net als het artikeltje over Van Schendel, dat echter van een ander is.
De heer Kelder is niet echt een monster. Maar inderdaad, hij kiest meer voor de economie en minder voor de kwetsbare individuen. Een morele keuze. Helaas staat Kelder niet alleen. Er is bijvoorbeeld een filosoof, met een naam zoiets als Damian Denys. Maar niet iedereen die een universitaire studie filosofie heeft afgerond, is een goede filosoof.
U belooft ons dat u goed op uw gezondheid let. En ons blijft trakteren op uw geleerde artikeltjes. En een kleine troost, vrouwen zijn iets minder vatbaar voor het vermaledijde virus dan mannen.
Wat een heerlijk ongenuanceerde openingszin.
De doodstraf is gelukkig al lang afgeschaft, maar het zou me niet verbazen dat diep in hun hart een groeiend aantal Nederlanders niet (meer) tegen de doodstraf is wanneer het gaat om zware moordmisdaden die steeds vaker en intenser in de media worden besproken. De SGP is sowieso, met een beroep op de Bijbel. voor de doodstraf en het officiële standpunt van de ChristenUnie is weliswaar dat ze tegen zijn, maar ze durven dat standpunt niet in hun partijprogramma op te nemen.
Wat mij verder altijd verbaast is dat Nederlanders die tegen de doodstraf zijn altijd hard en luid kritisch zijn op andere, verre landen die nog wel de doodstraf hebben, dat vinden ze terecht barbaars, maar nooit over de doodstraf in de Verenigde Staten beginnen, want de Amerikanen zijn onze vrienden. Hypocriet.
–
NB. Over Jort Kelder schreef ik onlangs op mijn website het volgende.
[ De titel van het radioprogramma dr Kelder en Co veronderstelt dat Jort Kelder ook echt doctor is. Hij is weliswaar afgestudeerd in de rechten, maar is nooit gepromoveerd. Hij jokt ook wel over zijn leeftijd en doet hij zich vaak jonger voor dan hij oud is. En hij wekt altijd de indruk dat hij een voorname en notabele heer is, afkomstig uit een geslacht met oud geld, maar de werkelijkheid is wat prozaïscher want Jort is opgegroeid in een eenvoudig gezin in Gouda. ]
Ik vraag me vaak af waarom we toch zo ontzettend bang zijn voor de dood? Al sinds mensenheugenis zoeken we naar de bron van de eeuwige jeugd. De fabrikanten van voedingssupplementen en smeerseltjes varen er wel bij, alsmede de facelifters, liposucters, haartransplanteerders, botoxvullers en borstvergroters. We rennen ons dagelijks het snot voor ogen, hangen zwetend en puffend aan gewichten en martelen ons lichaam met geavanceerde conditie- en cadiotechnologie, want pijn is lekker. Alles om het verval maar zo lang mogelijk uit te stellen of te maskeren. Dank zij de medische wetenschap krijgen we steeds meer vat op het verouderingsproces, want het liefst zouden we zo oud willen worden als Methusalem. We zijn al met bijna 8 miljard mensen en je hoeft geen helderziende te zijn om te beseffen dat dat helemaal niet kan…
We zien niet in dat leven en dood niet van elkaar zijn gescheiden in de tijd, maar dat het een machtige beweging is in het nu, waarvan we de omvang en diepte niet kunnen peilen. Wie het leven omarmt zoals het is, schuift de dood niet voor zich uit. Het punt is dat we zekerheden zoeken die er niet zijn. We proberen vat te krijgen op een toekomst die alleen bestaat in onze verbeelding. We staan doodsangsten uit voor onze eigen projecties over wat ons allemaal zou kunnen overkomen, om vaak achteraf tot de conclusie te komen dat het toch allemaal anders is gelopen dan we ons hadden voorgesteld. Het leven is onverbiddelijk mevrouw Mathijsen. Als u dat inziet, is het probleem opgelost.
Maar Rob, wat heeft dat met de doodstraf te maken? Ben jij dan voor de doodstraf omdat een mensenleven niet veel betekent en vind je dus ook net als Kelder en Marianne Zwagerman dat oude mensen niet moeten zeuren als ze als ‘dor hout’ wat eerder door de corona worden gekapt?
Ik begrijp je reactie, maar dat is niet wat ik heb gezegd. Ik ben absoluut tegen de doodstraf. We hebben een zorgplicht. In de zorg wordt fantastisch werk geleverd door mensen die zelf groot risico lopen. We hebben de zorg jaren lang verwaarloosd waardoor een complete generatie verloren is gegaan en we nu met een ernstig capaciteitsprobleem worden geconfronteerd. Ik weet waarover ik spreek en ik hoop dat mijn medisch dossier jou bespaard blijft.
Ik heb het over iets heel anders. Angst is een slechte raadgever. De maatschappelijke druk op de politiek en specialistisch adviseurs is groot en dan worden er gemakkelijk verkeerde beslissingen genomen. De emotie neemt het over van het gezonde verstand. Bovendien heeft psychologische angst ook consequenties voor de gezondheid en dus voor de zorg. Laat Kelder en Zwagerman maar voor zichzelf spreken; ze zijn net zoveel mens als jij en ik. Ik zou ze daarover nog wel eens aan de tand willen voelen.
In een pandemie als deze vallen slachtoffers. Dat is onvermijdelijk; het zijn natuurlijke processen. Is dat erg? Sinds 2015 kwamen alleen al in het kleine Jemen 200.000 burgers om het leven door oorlogshandelingen en ondervoeding, waaronder 85.000 kinderen. Dat zijn nog steeds voorzichtige schattingen. Wij worden echter zo door onszelf in beslaggenomen dat daar nauwelijks nog aandacht voor is…
De enige vraag die er werkelijk toe doet, is hoe jij in het leven staat en dus – als het goed is – met de dood omgaat. Wat komt, dat komt. Loop je weg voor de dood, dan loop je weg voor het leven.
Ik ben overigens niet anoniem. De naam is Rob Duijf.
Interessant is wat hier met ‘Nederland’ wordt bedoeld. Kennelijk niet tropisch Nederland. In Suriname, de Antillen en Nederlands Indië werd de doodstraf niet in 1870 afgeschaft. Zo barbaars vond men deze straf toch kennelijk niet. In het militaire recht bleef hij ook bestaan. Jongeren die niet gedwongen wilden worden om Duitsers te doden, kregen in de meidagen van 1940 zelf de kogel. En na de oorlog werden Mussert, Blokzijl, etc. geëxecuteerd (niet voor zweetvoeten, natuurlijk). Dan werden er in Nederlands-Indië nog hele dorpen straffeloos afgeslacht door ‘onze’ militairen. En vandaag was er nog dicussie in het parlement over de ‘burgerdoden’ in Irak.
‘In het militaire recht bleef hij ook bestaan.’
En in het oorlogsrecht. In 1983 werd in artikel 114 van de Nederlandse grondwet vastgelegd dat de doodstraf niet mag worden opgelegd. En pas bij de herziening van de wetten in 1990 (!) verdwenen deze bepalingen definitief uit de wetboeken.
Het is te hopen dat ze er nooit meer in worden opgenomen.
Inderdaad, goede punten, vooral de militaire executies na de oorlog, wat dat betreft was de doodstraf zeker nog niet afgeschaft. Ik vroeg me nog wel af waarom dit artikel, dat eerst verscheen op de blog van Marita Mathijsen, hier is overgenomen, omdat ik er geen enkele relatie met de Neerlandistiek in kon ontdekken en de hoofdredacteur doorgaans streng is in zijn selecties. Niet erg, maar het lokt natuurlijk wel een off-topic-diicussie uit waar ik dan ook aan meedoe.
Ik citeer:
– De bekende domineedichter E. Laurillard hield in De doodstraf (1864) een bewogen pleidooi tegen de uitvoering, waarbij hij de lezer als het ware dwong om mee te kijken: –
Dichters schrijven gedichten en de neerlandistiek houdt zich onder meer bezig met gedichten, weliswaar Nederlandse gedichten maar die genoemde dominee schreef evenwel in het Nederlands.
Beter tien failliete kappers dan één iemand die aan het coronavirus is bezweken. Maar dat is een kwestie van ethiek. Een samenleving met een hoogstaande ethiek offert geen mensen op aan andermans welvaart. En jawel, van mij mag elke failliete kapper geldelijk geholpen worden. Al met al zijn kappers ook mensen waarom wij ons dienen te bekommeren.
Goed dan is er een link tussen het artikel en de Neerlandistiek, maar ik wil wel opmerken dat, voor zover ik begrijp, deze domineedichter wel een pleidooi heeft geschreven tegen de doodstraf, maar er niet over heeft gedicht. 🙂
https://www.gelderlander.nl/arnhem/weer-debat-rond-executie-deserteur-chris-meijer-in-mei-1940~af30a0da/?referrer=https://www.google.com/
Of er meer meijers zijn geweest, weet ik niet.
– Op de Oude Algemene Begraafplaats van Dieren ligt het graf van Johan Christiaan (Chris) Meijer. Hij was de enige Nederlandse soldaat die in mei 1940 wegens desertie ter dood werd veroordeeld en gefusilleerd.-
https://www.tracesofwar.nl/sights/14016/Nederlands-Oorlogsgraf-Dieren.htm
Goed dat het er ‘maar’ één was. Maar daar is dus nog geen sorry voor gezegd..