Door Siemon Reker
Interessant moment bij de technische coronabriefing van 7 mei 2020. Nee, ik heb het niet over de voorzitster die weer vele malen een klikje gebruikte voor een woord en met zo’n komisch effect als toen ze Farid Azarkan aankondigde van de fractie van eh DENK! Het betrof een citaat van Jaap van Dissel (RIVM) die de leden van de Kamercommissie iets vertelde over de wetenschap. Hij vertelde de leden – over testen gesproken, zouden de commissieleden vooraf op hun kennis van zaken getoetst kunnen worden? – hoe je als wetenschapsman soms met een onderzoek te maken krijgt die onze mindset geheel verandert.
Nee, wetenschap is niet star, evenmin als een taal. Het verslag van deze VWS-commissie laat (ik baseer me op de ervaring) een poosje op zich wachten. Maar zeker weet ik dat Van Dissel daar zal spreken van een onderzoek dat onze mindset zal veranderen.
Verwijzende woordjes als wat en die worden door de Dienst Verslag en Redactie naar de regels van de Nederlandse grammatica gecorrigeerd. Dat is begrijpelijk: wat zou de Dienst een nawerk krijgen als ze zich aan het gesprokene zouden houden! Het is ook jammer, want nu zien we in het Verslag van zo’n Commissie evenmin als in de Handelingen hoe het Nederlands ook aan het veranderen is in officiële settingen als zo’n briefing of later vandaag in een plenaire vergadering.
Van Dissel gebruikt net als premier Rutte vaak wat als betrekkelijk voornaamwoord, waar we op de school waar Rutte les geeft en de universiteit waar Van Dissel doceert dat leren: het besluit wat dat. Van Dissel gebruikte vanochtend dus een die waar hij bij deze verwijzing naar het onderzoek dat of dit had behoren te gebruiken…. volgens de veranderende regels van het Nederlands.
We zien het geregeld (toenemend waarschijnlijk) in geschrifte, wie erop let zal het in mondeling gebruik vele malen vaker tegenkomen.
- “Zijn scheidsrechterstenue ligt in de kledingkast en het is nog maar de vraag wanneer hij deze weer draagt.” (RTV Noord)
- “Dit is de vierde van een reeks zomeravondgesprekken.” (NRC Handelsblad)
- “… mits het gemeld is bij het waterschap. Die kijkt hoeveel water…” (Teletekst)
P.S. Paar voorbeeldjes uit de eerste termijn van de premier genoteerd (de Kamerleden lazen vooral voor):
- Het pakket wat we nu hebben…
- Het aantal mensen wat overlijdt…
- … een land hebben wat…
- Liliane Marijnissen (SP) had het over Ahold/Delhaize toen ze sprak van “echt zo’n bedrijf die”.
Dit stuk verscheen eerder op het weblog van Siemon Reker.
huizinge zegt
Op deze website een taalfout? Ja, het kan! Het is HET onderzoek, niet DE onderzoek > een onderzoek DAT onze mindset geheel verandert.
Frans zegt
…maar daar gaat het juist over? O_o
Ronald V. zegt
Het onderzoek die … Gruwelijk. En dan dat afschuwelijk woord “mindset”. Een modewoord. Net als üitrollen”. Even dus mijn mindset uitrollen. Het woord “denkwijze” echter lijkt mij prima. Al zijn er ongewijzigde aanwijzingen dat er ook vele onwijze denkwijzen bestaan.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Ik herinner mij van twaalf, dertien jaar geleden dat twee collega-docenten zonder het geringste blikken of blozen spraken van ‘een systeem die’ en ‘een instrument die’ enz. Beide zijn nu burgemeester, dus ’taalfouten’ vormen geen belemmering meer voor maatschappelijk succes.
DirkJan zegt
Zulke taalfutiliteiten zijn (gelukkig) nooit een belemmering geweest. Het is mogelijk dat het verkeerd gebruik van ‘dat’ en ‘wat’ en ‘die’ en ‘dat’ toeneemt, maar vooral in het mondeling taalverkeer komen deze ‘foutjes’ al lang voor. Wel is er zeker een trend gesignaleerd dat ‘die’ steeds meer gebruikt wordt als verwijzing naar het-woorden die naar een mens of een dier verwijzen, zoals ‘het meisje die.
De verwarring over ‘dat’ en ‘wat’ is hoe dan ook al heel oud en dertig jaar geleden wond Drs. E.I. Kipping zich er in Keek op de Week nog over op en legde hij het verschil nog eens helder uit.
P.M. Nieuwenhuijsen zegt
‘Nooit een belemmering geweest’. In elk geval hebben leraren Nederlands altijd moeten schermen met het dreigement dat sollicitatiebrieven ook beoordeeld werden op taalfouten. Ik heb het nooit over mijn lippen kunnen krijgen, maar andere ‘motiverende’ verhalen zijn altijd lastig.
DirkJan zegt
Er bestaat een groot verschil tussen schriftelijke- en mondelinge taalbeheersing en vooral ook in de beoordeling daarvan.
(Niet voor niets dat het gesproken woord in de Tweede Kamer wordt gecorrigeerd in de handelingen.)