Hosz pitá
Hosz pitá
Aggou jehosz pitá
Dik kesgom melmettunt oet
Hosz pitá
Tibez tehosz pitá
Di debedde vóron sdoet.
Segge seffe, worruwáck kurdán
Mottu nogwa tvan debáck kurdán
Mottu melluk, mottekág gullán
El ke óg tente sél lufte dön.
Hosz pitá
Aggou jehosz pitá
Prut tult saggies inpro teszt
Hosz pitá
Tibesz tehosz pitá
Assun fön wattisz gepeszt.
Ar mesgápe, ag dabbèn nusze
Evvesgélde, èndan rèn nusze
Joggi spesz te, jadac kèn nusze
Elluc jariszte sél lufte dön.
Hosz pitá
Aggou jehosz pitá
Mettut boeki indur hand
Hosz pitá
Tibesz tehosz pitá
Sta tze ná stme ledi kant.
Segge seffe heppusén tedan,
Aste gék, kwort kom purrén tevan
Wat teppic kan distudén tepan
El kèmaan tweer de sél lufte dön.
Hosz pitá
Aggou jehosz pitá
Evvetrot sénmet tun lag
Stontze dáar
Tibesz tehosz pitá
Natéc samen mette vlag.
J.M.W. Scheltema (1921-1947)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Bert Mostert zegt
Niet Vermeulen, maar Scheltema.
Peter Wouters zegt
Absoluut niet!
JWM Scheltema dichtte Hongaarse rhapsodie (RikaCsardas) (1948)
Bovenstaand werkje is een zwakke imitatie.
DirkJan zegt
Bij de naam Scheltema moet ik allereerst denken aan boekhandel Scheltema en aan het voormalige journalistencafé, beide in Amsterdam. Deze Scheltema’s hebben niets met elkaar te maken, maar hebben wel als oprichters hun achternaam gegeven aan de boekwinkel en het café, Van de dichter J.M.W. Scheltema had ik nog nooit gehoord en zover ik kan nagaan had de dichter geen relatie met zijn naamgenoten in Amsterdam. J.M.W. (Pim) Scheltema, geboren in Delft, leefde van 1921 tot 1947.
Hij is vooral bekend geworden door het gedicht Hosz pitá dat in het pseudo-Hongaars is geschreven.
Pim Scheltema is jong overleden – hij was nog student – door een noodlottig incident in zijn woonplaats Leiden.
“Op de avond van 5 oktober 1947 gedroeg Scheltema zich in een dronken bui vervelend. Hij sloeg voorbijgangers de hoed van het hoofd. Toen twee agenten ingrepen, ging het publiek zich ermee bemoeien en ontstond een opstootje. Een van de agenten voelde zich bedreigd en begon te schieten. Scheltema werd getroffen en overleed die nacht in het Academisch Ziekenhuis Leiden.[4] De politieman die geschoten had werd na onderzoek ontslagen van rechtsvervolging.”
https://nl.wikipedia.org/wiki/J.M.W._Scheltema
Bert Mostert zegt
Beide gedichten zijn van genoemde Scheltema en het “bovenstaand werkje” is dus op zijn best een zwakke zelfimitatie. Op mijn site http://www.arspoetica.nl plaatste ik in week 50-2014 een ander gedicht van hem.