Dordrecht
Dordrecht, dat in het goud van Van Goyen
gehuld is als in een glanzende huid,
Dordrecht rijst boven het water uit
met al zijn historie, met al zijn mooie
Welvaart en vrijheid. De trotse toren
steekt als een vuist het schild van de tijd
op in de blauwe oneindigheid,
Dordrecht is uit water geboren.
Er broedt nog altijd de diepe Geest
van de Nationale Synode,
onder de huid in het donker hart,
streng en rechtvaardig, wit en zwart,
zoals men die in wet en geboden
dagelijks nog aan tafel leest.
Jan Willem Schulte Nordholt (1920-1995)
Schilderij: Jan van Goyen
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
DirkJan zegt
“Hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt,”
Anoniem, 19e eeuw.
Jan van Goyen, die in Den Haag woonde, heeft diverse gezichten op Dordrecht vanaf de Maas geschilderd met in de verte te toren van de stad. Ik denk niet het schilderij dat bij dit gedicht staat de inspiratiebron was voor Schulte Nordholt en ik denk eerder aan het schilderij dat in de National Gallery of Art in Washington D.C hangt. Ik baseer mijn vermoeden op de eerste regel van het gedicht, ”Dordrecht, dat in het goud van Van Goyen’, dat goud zie ik niet op het schilderij dat op de blog staat, maar een min of meer gouden glans zie ik wel op het schilderij in Washington. Kijk en oordeel zelf:
https://www.werkaandemuur.nl/nl/werk/Gezicht-op-Dordrecht-vanuit-de-Dordtse-Kil-Jan-van-Goyen/111699
https://www.nga.gov/collection/art-object-page.56597.html
Jam Willem Schulte Nordholt was ook hoogleraar in de geschiedenis en cultuur van Noord-Amerika en acht ik het heel aannemelijk dat hij het schilderij in de National Gallery ook in het echt heeft gezien.
Wouter van der Land zegt
@DirkJan, het ‘goud’ is denk ik de gouden lijst om bovenstaand schilderij:
https://indebuurt.nl/dordrecht/wp-content/uploads/2017/04/anp-8333055-e1491943545959.jpg
Het gedicht speelt mooi met contrasten. Het begint met vrijheid, welvaart en oprijzen, om daarna te verzinken in een diepe, donkere geest en in wetten en geboden. De kerk als vuist geeft te denken, lijkt Schulte te impliceren. Het monumentale geloof heeft Dordrecht tegengehouden in de vaart der dingen. Marcel Proust heeft ook een gedicht over Dordrecht geschreven en hij kon ook al niet veel meer melden dan dat de lucht er af en toe blauw was.
C.W. Schoneveld zegt
Was dat gedicht van Proust ook een sonnet?
Wouter Steenbeek zegt
Niemand minder dan Proust, een gedicht over mijn geboortestad! Kom maar op met die link.
Ik moet bij elk literair werk over Dordt automatisch aan C. Buddingh’ denken. Hij schreef ook een Ode aan Dordrecht, uiteraard niet in de sonnetvorm (zo’n dichter was hij niet). Dat gedicht begint met “Dordt – wat zal ik ervan zeggen: ik ben er geboren / en woon er nu, op een paar onderbrekingen na, al zo’n zesenvijftig jaar”. De boodschap van zijn gedicht is dat zijn liefde niets te maken heeft met de rijke historie en de mooie dingen in de binnenstad, maar met het feit dat hij er domweg woont. Dat kon Proust, die ongetwijfeld wél onder de indruk was van het stadsgezicht, uiteraard niet zeggen. Maar de overeenkomst – als je er wat van moet zeggen, verval je in platitudes – vind ik wel interessant.
Eerlijk gezegd weet dit gedicht (ik bedoel het werk van Schulte Nordholt) me niet echt te ontroeren buiten het feit dat een dichter mijn stad de moeite van het beschrijven waard vond. Er worden twee tegenstrijdige beelden opgeroepen: dat van welvaart en vrijheid en dat van calvinistische strengheid. die beelden zijn niet alleen moeilijk te verenigen, ze kloppen ook niet geweldig. Nu zijn inderdaad de eerste vrije Statenvergadering en de Synode in Dordt gehouden, maar de stad heeft niet echt breeduit geprofiteerd van de handel in de zeventiende eeuw (wat dat betreft had de stad meer haar bloeitijd in de middeleeuwen) en echt een gereformeerd bolwerk is het ook niet (al zitten ze er, mede door de nabijheid van de Alblasserwaard, zeker wel).
C.W. Schoneveld zegt
Ik pleit er nogmaals voor bij het plaatsen van een gedicht dat een sonnet is dat beestje ook zo te benoemen!
Ronald V. zegt
Marcel Proust
(1871-1922)
Dordrecht
Ton ciel toujours un peu
bleu
Le matin souvent un peu
pleut
Dordrecht endroit si beau
Tombeau
De mes illusions chéries
Quand j’essaye à dessiner
Tes canaux, tes toits, ton clocher
Je me sens comme aimer
Des patries
Mais le soleil et les cloches
Ont bien vite resséché
Pour la grand-messe et les brioches
Ton luisant clocher
Ton ciel bleu
Souvent pleut
Mais dessous toujours un peu
Reste bleu.