Verwarwoordenboek Vervolg (169)
Door Jan Renkema
In het Verwarwoordenboek worden zo’n 500 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Talrijke lezers hebben woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek.
Mocht u ook een ‘verwarpaar’ behandeld willen zien, plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
pilaar / zuil
De woorden overlappen in betekenis, maar er zijn (technische) verschillen, en ook verschillende bijbetekenissen.
pilaar vrijstaande kolom als drager voor dak of bovenverdieping
- In de overdekte autogarage kon hij zich gemakkelijk verschuilen achter een pilaar.
zuil vrijstaande kolom als drager voor dak of bovenverdieping; rond, meer robuust, meestal natuursteen, meer klassiek en vaak met versiering
- Je kunt de Korinthische zuil herkennen aan de versiering van het kapiteel met acanthusbladeren.
De woorden betekenen beide dus ‘dragende kolom’. En kolom heeft dan de meer algemene betekenis van ‘vorm met een grotere hoogte dan breedte’. Denk aan ‘krantenkolom’, ‘waterkolom’ en ‘wervelkolom’.
Een zuil is een specifiek soort pilaar. En een zuil heeft boven en onder de ronde kolom of de ‘schacht’ vaak nog twee delen: een basis (de zuilvoet, het basement of de sokkel) en een bekroning, een kapiteel.
Een pilaar kan ook andere vormen hebben: vierkant, zeshoekig, enz. Een pilaar kan ook van ander materiaal gemaakt zijn (hout, beton, enz.). En een pilaar is vaak wat dunner. Daarom is een slanke pilaar ietwat pleonastisch, maar een slanke zuil niet.
En het verschil met pijler? Een pilaar staat tot een pijler als deel tot geheel. Een pilaar ondersteunt een hoger déél van een gebouw, maar een pijler ondersteunt het héle bouwwerk, bijvoorbeeld een brug, of een hotel met op de begane grond parkeergelegenheid.
Een verwant woord is pilaster. Dat is een iets uitspringende halve pilaar tegen een muur of pilaar, meestal ter versiering. Een pilaster zit altijd ín een gebouw. Voor ondersteuning van buiten gebruiken we steunbeer, een plaatselijke versterking buiten de muur om de druk van het dak op te vangen. Dat is een ‘gemetselde duwer’ of ‘schraagpijler’. Nee geen ‘schraagpilaar’, want het gaat om het hele gebouw.
Tot slot, de woorden pilaar en zuil kunnen ook ruimer of figuurlijk worden gebruikt, zoals in de zuil van een harp. De betekenis ‘dragend’ verdwijnt dan soms, zoals in zoutpilaar en vuurzuil. Of bij een tuinarchitect die langs een oprit neoklassieke nepzuiltjes plaatst.
Nog een vraag, nee eigenlijk een interessant probleempje. Waarom spraken we over de zuilen in onze samenleving (calvinisme, socialisme, enz.), en niet over de pilaren? Natuurlijk kun je tegenwerp dat ‘verpilaarde samenleving’ helemaal niet klinkt. Maar misschien is wel voor zuil gekozen, omdat een ‘verzuilde samenleving’ een beeld oproep van een groots maar onoverzichtelijk gewelf waar je tussen de zuilen doorloopt. En misschien ook omdat een zuil vaak wat massiever en robuuster is, en iets meer geschiedenis oproept? Hoe dan ook, déze zuilen kun je wel beschouwen als de steunpilaren van onze samenleving.
Afbeelding van Gerhard Bögner via Pixabay
Gerard van der Leeuw zegt
Ik denk dat de term zuilen eerder te maken heeft met de twee zuilen in de tempel van Salomo. Dat gaf de term een religieus tintje.
Het blijft ingewikkeld. Wat wij de zouilen van Hercules noemen, heet in het Engels dan weer ’the pijlars of…._ En Simeon was zowel een pilaarheilige als een zuilheilige…..
Rob Duijf zegt
‘Hoe dan ook, déze zuilen kun je wel beschouwen als de steunpilaren van onze samenleving.’
In overdrachtelijke zin dan, want een samenleving die werkelijk een ‘samen leven’ veronderstelt – een eenheid dus – heeft helemaal geen steunpilaren nodig.
jandeputter zegt
Het antwoord op de vraag waarom erover zuilen gesproken wordt en niet over pilaren ligt volgens mij besloten in de beeldspraak. Een Toscaanse zuil is goed te onderscheiden van een Ionische, Korintische of Dorische, zoals de socialistische er ook weer anders uitziet dan de protestantse of katholieke zuil . Pijlers zien er door het ontbreken van een kapiteel allemaal hetzelfde uit.
DirkJan zegt
In mijn optiek – en Van Dale geeft mij wel gelijk – is een pilaar of een pijler altijd een ondersteuning van een bouwwerk of bijvoorbeeld een kapiteel. Een zuil kan die functie ook hebben, maar wat Jan Renkema niet noemt, is dat een zuil ook zonder dragende functie van een bouwwerk voorkomt, bijvoorbeeld een zuil waarop een borstbeeld rust of een geluidszuil wat een langwerpige geluidsbox is.
De enige uitzondering over een pilaar die me te binnen schiet is een pilaarheilige waarbij de pilaar ook niet een bouwwerk ondersteunt, maar wellicht is de pilaar wel oorspronkelijk als pilaar gemaakt en kreeg het daarna deze functie.
Rob Duijf zegt
‘(…) maar wellicht is de pilaar wel oorspronkelijk als pilaar gemaakt en kreeg het daarna deze functie.’
Dat denk ik ook. Die pilaar behoorde wellicht ooit tot een vervallen bouwwerk en is daarmee ouder dan de man die besloot er bovenop te gaan zitten. Of die man daarmee ook heilig was, laat ik aan de beschouwer over. De wortel van het woord ‘heilig’ betekent overigens heel, ongedeeld, gezond…
Rob Duijf zegt
‘(…) maar wat Jan Renkema niet noemt, is dat een zuil ook zonder dragende functie van een bouwwerk voorkomt (…)’
Wat zou je zeggen van een aanplakzuil?
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Aanplakzuil
Afgezien daarvan hebben velen de aandrang om d.m.v. viltstift en spuitbus hun achterpoot op te tillen om ons van hun aanwezigheid op de hoogte te stellen.
Rob Duijf zegt
‘Pijlers zien er door het ontbreken van een kapiteel allemaal hetzelfde uit.’
Dat is door hun uiterlijk niet helemaal waar, maar hun functie is wel hetzelfde, namelijk schragen, ondersteunen en – in overdrachtelijke zin – zekerheid bieden, zoals mensen psychologisch hun zekerheid menen te ontlenen aan de zuil waardoor ze zich geschraagd voelen.
Zo laat de zuil van Hadrianus – op het forum in Rome – zich lezen als een stripverhaal over de Romeinse overwinning op de Daciërs. De omvang van dit monument laat zien hoe belangrijk dit voor de Romeinen was: dit zijn wij!
Harry Reintjes zegt
een obelisk? van dale: vierkante smal toelopende zuil vlgs. mij geen ondersteuner.
Rob Duijf zegt
Hangt er vanaf. Fysiek zeker niet, maar geestelijk? Wat bezielt mensen een pilaar op te richten voor zichzelf of voor anderen, al dan niet voorzien van inscripties? Vergelijk het met een grafsteen of monument, een plaats waar je terug kunt keren om te rouwen en te herdenken en steun kunt vinden. Een middelaar tussen het aardse en… ?
Harry Reintjes zegt
of ter zelfverheerlijking. die heb ik toch maar mooi uit egypte (en austerlitz) meegenomen. steun, rouw, herdenking? mwa.
Rob Duijf zegt
Zeker! Dat kan ook. Maar waarom zou je dat doen, als vervolgens niemand er naar om kijkt? Het idee is dat we er nog lang na iemands verscheiden over zullen praten. Dat is bij deze maar mooi gelukt… 😉
DirkJan zegt
De oorsprong van de pilaarheiligen s te vinden in de legende van Simeon de pilaarheilige die rond het jaar 400 in Syrië leefde. Hij werd een beroemde monnik die ascetisch leefde in een hut, zonder ooit te eten of te drinken en deed niets anders dan mediteren en bidden.
“Vele bewonderaars gingen hem opzoeken om zijn raad en steun te vragen. Hierdoor kon hij zich steeds minder toeleggen op zijn meditatie. Daarom installeerde hij zich op een pilaar met een klein platform. Maar zijn populariteit nam alleen maar toe.”
https://nl.wikipedia.org/wiki/Simeon_de_Pilaarheilige
Daarna hebben nog vele monniken zijn voorbeeld gevolgd en zijn ook pilaarheiligen geworden.Wilde je zo’n pilaarmonnik spreke, dan moest je gebruik maken van een ladder.
Rob Duijf zegt
Kun je het je voorstellen? Het is makkelijker om een ladder tegen een pilaar aan te zetten, dan je af te vragen waarom iemand het in vredesnaam in zijn hoofd haalt om op een pilaar te gaan zitten…
Henk Wolf zegt
Misschien nog aardig om toe te voegen dat in het Fries ‘pylder’ wel wordt gebruikt voor ‘maatschappelijke zuil’ (zoals het WFT het zo mooi schrijft: ‘elk van de volksgroeperingen waarin het Nederlandse volk door verschillen in godsdienst en levensbeschouwing zichzelf verdeeld houdt.’
http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WFT&id=75902&lemma=pylder&domein=0&conc=true
Rob Duijf zegt
En zo is dat, ware het niet dat dat niet alleen voor het ‘Nederlandse volk’ geldt, maar voor de mens in het algemeen. Door al onze identificaties met die veelheid aan ideologieën, geloven, grote en kleine ideeën, meningen, oordelen en vooroordelen houden we onszelf verdeeld. Het lijkt ons aan enig zelfkritisch vermogen te ontbreken, wat wil zeggen dat we al die zogenaamde zekerheden niet ter discussie stellen. Waarom niet?
Harry Reintjes zegt
de vrouw van lot veranderde in een zoutpilaar, omdat ze omkeek naar het brandende sodom en gomorra. zoutpilaren, geen ondersteuners, maar wel voorkomend in de buurt van de dode zee. nu nog in het gezegde “sta daar niet als een zoutpilaar”.
Marcel Meijer Hof zegt
Kunsthistorici zijn aparte types … Binnen hun vakjargon is het begrip pilaar een non-woord, men bezige uitsluitend zuil. Daartegenover staat de pijler, stevig en (meestal) vierkant, maar is die onverhoeds rond dan komt het Duitse Rundpfeiler in beeld. Beide kunnen overigens heel wel bovenaan een kapiteel-achtig rondlopend fries tonen, een basement tref je hier echter zelden.
In het verlengde hiervan wordt de pilaster veelal ombenoemd naar liseen (lisenen), een overwegend decoratief element hoewel het de mogelijkheid kan bieden om het tussenliggende muurwerk iets dunner uit te voeren. De kopse kant van een muurdeel wordt wel met een liseen afgewerkt, soms zelfs driezijdig. Ervoor kan dan een losstaande zuil of een niet losstaande halfzuil worden geplaatst, die allebei met een kapiteel en basement in gelijke vormentaal worden versiert.