Door Marie-José Klaver
‘Deze 14 studieboeken zijn in zeer goede staat. Ik ben afgestudeerd en ga ze niet meer gebruiken.’ Met deze resolute tekst prees een kersverse docent Nederlands onlangs haar handelswaar aan in de Facebookgroep Leraar Nederlands: boekenverkoopgroep.
Een uur later zag ik de interpunctioneel niet geheel correcte advertentietekst ‘Te koop; studieboek. Zo goed als nieuw’ waarmee het boek Jeugdliteratuur & didactiek. Handboek voor vo en mbo werd aangeboden.
In een paar klikken leerde ik dat de eerste verkoper begin juli haar Facebookprofielfoto had bijgewerkt. Op de foto staan een lachende vrouw en een banner waarop #geslaagd staat en de naam van de hogeschool waar ze haar diploma haalde. De tweede verkoper is ook een docent met een tweedegraads bevoegdheid. (Misschien heeft zij nog iets aan het Basisboek Spelling, het Basisboek Taal of Effectief leren uit de advertentie van de eerste verkoper?)
Deze verkopers vormen geen uitzondering. In Leraar Nederlands: boekenverkoopgroep bieden regelmatig docenten hun boeken te koop aan omdat ze zijn afgestudeerd.
Wat mij verontrust is dat de aangeboden boeken ‘in zeer goede staat’ en ‘zo goed als nieuw’ zijn. Zijn ze wel goed gelezen? Is alle kennis vanuit de boeken naar het brein gevloeid, verwerkt en beklijfd? Hopelijk wel, want eenmaal verkocht blijft verkocht. Veel geld levert het verkopen van je studieboeken overigens niet op. Veel boeken in de boekenverkoopgroep voor docenten Nederlands gaan weg voor 5 à 10 euro.
Er zijn ook verkopers van wie je hoopt dat ze hun boeken verkopen omdat ze met de studie gestopt zijn. Wie de volgende boeken aanbiedt, geeft hopelijk geen les in het voortgezet onderwijs.
Nooit meer slapen, Willem Frédéric hermans
De onderwaterzwemmer, p f. Thomese
Een nagelaten betekenis, marcellus emants
Het bittere kruid, marga manco
Ik ben van huis uit germanist. Ik studeerde in 1993 af in de Duitse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 2011 sta ik voor de klas. Sindsdien raadpleeg ik met grote regelmaat de contrastieve grammatica en de Reclamreeks literatuurgeschiedenis (16 gele deeltjes in een cassette) die ik in 1989 voor mijn studie kocht. Natuurlijk beschik ik ook over nieuwere boeken, maar ik begin graag bij de basis als ik een vraag heb. Als ik in 1993 gedacht zou hebben dat ik mijn boeken nooit meer nodig zou hebben, zou ik nu misgrijpen. De boeken die ik voor mijn studie Nederlands heb aangeschaft, doe ik ook nooit meer weg. Jeugdliteratuur & didactiek. Handboek voor vo en mbo bijvoorbeeld gebruik ik regelmatig om ideeën voor lessen op te doen.
Hoe zou het de pas afgestudeerde docenten vergaan die al hun studieboeken hebben verkocht? Zouden ze nooit meer iets willen opzoeken? Zouden ze allemaal na vijf jaar nog weten wat een betrekkelijke voornaamwoord met ingesloten antecedent of deixis is? Zouden ze zich beperken tot de methode die op hun school wordt gebruikt? Zouden ze nog een master gaan doen waarvoor ze nieuwe boeken moeten aanschaffen?
Jona Lendering zegt
Is het probleem niet dat als het ware “van boven” wordt doorgegeven dat kennis en vaardigheden irrelevant zijn? Ik bedoel daarmee dat leiderschap in toenemende mate wordt gedefinieerd als een eigen specialisme, dat los kan worden gezien van kennis van het eigenlijke werk.
Begrijp me niet verkeerd: er valt veel voor te zeggen. De problemen aan de universiteit zijn voor een groot deel te herleiden tot het feit dat mensen die goed zijn in onderzoek ineens bestuurstaken krijgen, iets waar ze niet per se goed in zijn. Maar om alléén nog managers in te zetten, dat is de tegengestelde fout. Evengoed verkeerd.
En voorbeeld uit mijn vak (geschiedenis) dat mij diep schokte is dat minister Plasterk meende dat twee kunsthistorici wel directeur konden zijn van het Nationaal Historisch Museum i/o. Steeds weer, en dat al vijfendertig jaar of zo, toont de overheid diepe minachting voor kennis. Dat studenten hun boeken in nieuwstaat kunnen verkopen kan een verkooptruc zijn, maar ik vermoed dat die studenten gewoon heel goed hebben opgelet en weten hoe de hazen lopen.
Bas Jongenelen zegt
Ik heb ooit besloten me hier niet druk over te maken. Dat doe ik dus ook niet. Echt niet.
Peter J.I. Flaton zegt
Toen ik in 1972 les ging geven, trof ik collega’s Nederlands, eerstegraders nota bene, die me vol trots toevertrouwden na het afsluiten van hun studie niet alleen hun studieboeken (waaronder Schönfeld en Van Loey e.t.q.) verpatst te hebben maar ook nooit meer een boek in te kijken, d.w.z. geen nieuwe romans en dichtbundels meer in te zien en al helemaal niet aan te schaffen. Als jong beginnend broekie was ik werkelijk onthutst maar zo is, heb ik geleerd, de realiteit. Er zit niets anders op me er met Bas Jongenelen niet langer druk om te maken maar ‘by Iove’ wat een moeite kost dat!
Cor van Deemter zegt
Een taalkundige ben ik zeker niet. Wel heb ik op school goed opgelet, zeker voor wat betreft grammatica en woordbenoeming.
Maar ondanks dat ik een leek ben v.w.b. Nederlands, gezien het gezelschap hier, erger ik me groen en geel aan de Nederlandse spreektaal van tegenwoordig.
Werkwoorden die tweemaal, soms driemaal in dezelfde zin gebruikt worden, zinnen die volkomen omgedraaid worden, enzovoort. (de inbreker die de politie arresteerde, bijvoorbeeld)
En laten we het even niet hebben over leerkrachten, die zelf niet een fatsoenlijk een pen kunnen vasthouden. Foei, driewerf foei! Ga je schamen!!!
Cor van Deemter
DirkJan zegt
Gelukkig zijn er nog (jongere) betrokken docenten als Marie-José Klaver die zich hier wel druk om maken. .
Peter J.I. Flaton zegt
Begrijp me goed, anonieme en u zo onschendbaar makende Dirk-Jan, achter en onder dat zich-niet-druk/maken schuilt een onverholen woede om zoveel stupiditeit. Ik lees Bas Jongenelens gespeelde onverschilligheid dan ook als een ‘cri de coeur’, ironie die u ontgaat als ongetwijfeld niet-leraar Nederlands. Ik laat me door u niet wegzetten als een cynicus maar bij wijze van zelfbescherming moet je je soms wapenen op straffe anders van slapeloze nachten. U hebt makkelijk praten en adhesie kost niets, wel het jaren- en jarenlang vechten tegen een anti-intellectuele attitude.
DirkJan zegt
Ik ben niet anoniem.
DirkJan Vos
http://www.dejongenskamer.nl
DirkJan zegt
Onlangs in mei hier bij de reacties, de niet-cynicus Flaton tegen de ironicus Jongenelen:
“Uzelf zegt er geen snars van te snappen, maar waarom bespreekt u zo’n boekje dan? Laat dat dan over aan lui die wel de moeite nemen erin door te dringen. Gezien de imposante boekenkast achter u, is er vast wel een boek te vinden waarmee u uit de voeten kunt en de kijkers van uw filmpje nader kunt informeren.”
Peter J.I. Flaton zegt
Opnieuw vermeldt u uw achternaam niet. Wat wilt u nu met dit citaat waarbij de context ontbreekt beweren? Voor de goede orde: dit is een retorische vraag.
Frans zegt
Doet me denken aan Pieter Bas, de scène waar Pieter met examen heeft gedaan. De conciërge vraagt hoe het ging.
-Ik weet het niet.
-Als u het maar geweten hebt. U hoeft nou niks meer te weten.