Een kenmerkende frase uit de nieuwste column van Elma Drayer in de Volkskrant, afgelopen zaterdag: “Alle academische telwerkzaamheden ten spijt, we leven écht niet meer in de jaren vijftig.”
Drayer heeft net het boek Dit is geen vrouwenboek gelezen waarin de literatuurwetenschapper Corina Koolen aan de hand van nauwkeurig onderzoek vaststelt dat op alle niveaus vrouwelijke auteurs minder eerlijke kansen krijgen dan mannelijke. Drayer weet daar niet meer tegenover te stellen dan het woord ‘significant’ suggestief tussen aanhalingstekens te zetten (“literair werk van vrouwen scoort bij lezers ‘significant’ lager”) en dus te melden dat alle onderzoek ten spijt de wereld er toch écht anders uitziet. “We leven écht niet meer in de jaren vijftig” – alsof dat is wat Koolen beweert.
Nu is Elma Drayer nooit te beroerd om niets bij te leren, trots als ze is op haar vooroordelen, die bovendien precies de vooroordelen zijn waar de Volkskrant zo dol op is. “Alle academische telwerkzaamheden ten spijt” zou zo’n beetje het motto van de Volkskrant kunnen zijn als het over taal- en letterkunde gaat. Wat academici zeggen, wordt liefst weggewuifd (‘significant’) omdat dezelfde vooroordelen altijd moeten blijven bestaan: ons literaire wereldje is de beste aller mogelijke literaire wereldjes, terwijl onze taal zo verloederd is dat er eigenlijk geen normale zin meer in geschreven wordt. “De ware onwetendheid”m schreef Karl Popper, “is niet dat je iets niet weet, maar dat je weigert het te weten te komen.”
Zoals Drayer ook heel trots is op het feit dat haar
ontgaat waarom ‘meer variatie’ in achtergrond vanzelfsprekend zou leiden tot een ‘hogere algehele kwaliteit’. Een goeie schrijver is een goeie schrijver, punt uit.
Dit alles nadat ze dus net een goed boek heeft gelezen waarin dit nog maar weer eens wordt uitgelegd, en het ook in het algemeen tamelijk eenvoudig te begrijpen is.
Meer variatie in achtergrond van de deelnemers leidt bij vrijwel iedere menselijke activiteit tot hogere kwaliteit, in ieder geval aan de top: hoe meer mensen er kunnen meedoen, hoe groter de kans dat de allerbesten komen bovendrijven. (Het leidt, tussen haakjes, dus niet per se tot hogere ‘algemene’ kwaliteit, als we met ‘algemeen’ bedoelen: gemiddeld. Maar het maakt de kans wel groter dat de top zo goed mogelijk is. En het gaat bij kunst natuurlijk om de top.)
Voor de literatuur geldt dat misschien zelfs nog wel sterker. De lezer is telkens op zoek naar nieuwe ervaringen, nieuwe werelden, en schrijvers met diverse achtergronden hebben een grotere kans om die nieuwe werelden open te breken. Een literair meesterwerk verandert de wereld, en die verandering kwam al bij de Romeinen heel vaak van schrijvers die outsiders waren.
Dit alles schrijf ik natuurlijk niet op voor Elma Drayer. De dag dat die ook maar 1 millimeter afwijkt van haar bekrompen meninkjes, vergaat de wereld, en dat is het mij nu ook weer niet waard. Maar ergens moet toch worden vastgelegd wat voor onzin er voortdurend over ons wordt uitgestort, hoe diep en intens het verlangen is bij sommige mensen om koste wat kost vast te houden aan hun hersenschimmen.
DirkJan zegt
Het is jammer dat uitgerekend een vrouw als Drayer dit soort domme uitspraken doet, net als eerder minister Van Engelshoven die zich als vrouw onlangs in gelijke bewoordingen uitliet dat alleen kwaliteit telt bij literatuur en ze /dus/ vooral boeken van mannen leest. Daar sta je dan als feministe met je vrouwenemancipatie als hoogopgeleide dames als Elma en Ingrid het voor mannen gaan opnemen als het om kwaliteit gaat. Vrouwenliefhebber Theo van Gogh zou hebben gezegd, Met zulke vriendinnen heb je geen vijanden meer nodig.
Maar wat is hier aan de hand? Het valt natuurlijk niet onomstotelijk te bewijzen dat deze vrouwen ongelijk hebben, want het zou best kunnen dat mannen betere boeken schrijven, maar hoe stel je dat vast? Een onbegonnen zaak en wat juist wel wetenschappelijk vaststaat, maar door mensen als Drayer wordt gebagatelliseerd, of ontkend, is dat vrouwen en andere minderheidsgroepen nog steeds aantoonbaar minder worden gehoord en gelezen en dus meer aan bod zouden moeten komen in recensies, in de media. net zoals het bij al die dominante witte mannen wel het geval is, maar dat gebeurt niet, aantoonbaar, Zeker niet als je een zogenaamd progressieve en geëmancipeerde vrouw tegenover je hebt staan als Drayer in plaats van naast je en die kennelijk niets wil veranderen.
Maar het verbaast me eigenlijk niet bij een vrouw als Drayer (Drachten, 1957) die op de emancipatiegolf van de jaren zeventig als vrouw zeker wilde emanciperen, maar dan wel om net zo’n sterke identiteit als mannen te krijgen en niet zoals veel vrouwen nu (denk aan Stella Bergsma) voor een emancipatie kiezen met een eigen identiteit als vrouw. Drayer heeft dan ook een broertje-dood aan het uit Amerika overgewaaide identiteitsdenken waarbij zwarte mensen, die overigens hoe dan ook nooit wit dus noodt helemaal gelijk aan ons zullen worden, in haar ogen alleen maar polariserend actie voeren in Nederland waar volgens haar iedereen veel meer gelijk is dan in Amerika. In haar onlangs bekroonde boek Witte onschuld (ze iontving de PrinsjesBoekenprijs voor het beste politieke boek van 2019 gekozen door een driekoppige jury waarvan twee vrouwen), stelt ze dat racisme en discriminatie hier eigenlijk nauwelijks bestaat en polarisatie alleen wordt aangewakkerd door een klein groepje militante activisten. Ik ken deze opvattingen van Drayer uit haar columns in de Volkskrant, maar ze schrijft nooit dat identiteitspolitiek juist ook een kenmerk is van rechtse, nationalistische partijen als de PVV en Forum voor Democratie, die hiermee alleen maar op giftige wijze juist verder polariseren en bevolkingsgroepen tegenover elkaar zetten.. Zwarte actiegroepen eisen om erbij te horen en Wilders en Baudet eisen permanente uitsluiting. Open je ogen Drayer, woke up!.
[ Maar wat moet je dan doen binnen de literatuur? Afschaffen van de literaire prijzen gebeurt niet en ik heb eerder serieus voorgesteld om bijvoorbeeld de Libris Literatuurprijs dan maar te splitsen in een prijs voor mannen en een voor vrouwen. ]
Ergens in de jaren negentig dachten we onder Paars dat de emancipatie van vrouwen wel rond was en van de multiculturele samenleving hadden we toen nog niet gehoord,. want die was tot dan toe heel politiek correct genegeerd. Het zal in deze periode zijn geweest dat een vrouw als Elma Drayer druk bezig was met haar succesvolle carrière en toen dacht dat alles tussen mannen en vrouwen inmiddels wel koek en ei was, tenminste in haar geval. En nu zo’n 25 jaar later zijn haar ogen nog steeds gesloten dat aantoonbaar is vastgesteld dar de emancipatie en gelijkwaardigheid van vrouwen en minderheden nog verre van voltooid is, integendeel. Wel heel wrang dat vrouwen als Drayer en Van Engelshoven laten zien dat er nog een lange weg is te gaan, maar er gloort ook hoop denk ik, want het is het vooral een kwestie van tijd en lange adem totdat de witte boomers vanzelf van het toneel verdwijnen doordat ze doodgaan en jongere generaties gaan nu al heel anders om met andere mensen uit andere culturen en met diversiteit en leven steeds meer zonder problemen naast en met elkaar. En juist literatuur van allerlei minderheden die bezig zijn met hun emancipatie verdienen extra aandacht binnen de literatuur om dat proces inzichtelijk en ook mogelijk te maken en om geaccepteerd te raken. Het is een plicht om dat niet te negeren, maar niet alleen dat, Marc van Oostendorp twitterde gisteren een serie tweets over Drayer en wil ik besluiten met een van deze tweets, hij schreef, “Dat geldt des te sterker voor de literatuur, waar de lezer steeds op zoek is naar nieuwe ervaringen; schrijvers met ‘meer variatie’ in achtergrond kunnen ook ‘meer variatie’ in ervaringen bieden.” Ja, zo is het, eat that Elma!
+
http://www.dejongenskamer.nl/varia99.htm#balans
Ik heb een lang epistel geschreven en een persoonlijke Tussenbalans opgemaakt. Voor wie meer wil weten, klik op bovenstaande link.
chrisbernasco zegt
Het viel me in het stuk van Drayer in de Volkskrant ook op dat zij het woord ‘onbewust’ tweemaal tussen aanhalingstekens zet, alsof ze daarmee een belangrijke kanttekening maakt tegen de stellingen van Coolen die voor zichzelf spreekt – terwijl de tekens juist vraagtekens oproepen. Jammer.