Wetenschappers plaatsen zichzelf steeds minder buiten de maatschappij: ze zetten hun artikelen online zodat iedereen die dat wil ze gratis kan lezen. Dankzij het succes van gratis publicatie, open access, is er binnenkort geen beroepsgroep die zich zo op de vingers laat kijken als de wetenschap.
Althans, dat geldt voor wetenschappelijke artikelen. In een online-vergadering hoorde ik deze week dat inmiddels een ruime meerderheid (tegen de 80%) van alle wetenschappelijke artikelen die in Nederland worden geschreven open access zijn. Maar voor boeken ligt dat percentage bijna 10 keer zo laag; en dat terwijl boeken in ieder geval in de geesteswetenschappen nog steeds een belangrijke rol spelen.
Gezicht
Vanwaar dat verschil? Een belangrijke factor voor de neerlandistiek – en vermoedelijk voor veel geesteswetenschappen – is vermoedelijk dat veel boeken helemaal niet worden uitgegeven bij puur wetenschappelijke uitgeverijen, en vooral: dat ze niet alleen bedoeld zijn voor ‘vakgenoten’,
Dat kan ook nauwelijks anders. Wie een neerlandistisch boek zou schrijven voor andere wetenschappers, schrijft letterlijk voor een handjevol mensen. Bovendien zijn veel onderwerpen waar wij over schrijven voor veel anderen ook interessant. En dus kunnen ze door velen worden gelezen; en dus verschijnen ze bij uitgeverijen die hun boeken ook aan de boekwinkel verkopen, of die uitgeverijen nu Verloren heten of Athenaeum-Polak & Van Gennep.
Maar zulke uitgeverijen stappen natuurlijk niet zomaar over op open access – een model waarbij de auteur betaalt om zijn werk geplaatst te krijgen. (Jaren geleden heb ik aan de literaire schrijver Marcel Möring het principe uitgelegd, ik zal nooit de verbazing vergeten die van zijn gezicht afstroomde.)
Radiostudio’s
Ook veel geesteswetenschappers zelf zouden trouwens de royalties missen die ze voor hun boeken krijgen. Nu hoef je je daar misschien niet veel van aan te trekken: je kunt in het uiterste geval in hun contracten opnemen dat ze geen geld mogen verdienen voor het werk dat ze in dienst doen.
Maar het werkelijke probleem bij een overgang naar gratis publicatie is: wie gaat die gratis boeken dan lezen? Het is heel waarschijnlijk dat veel boeken minder gelezen worden als ze niet naar een commerciële uitgever worden uitgebracht maar gratis op het internet gezet. Want die uitgevers gaan dan geen reclame maken voor boeken die ze niet kunnen verkopen, ze zetten er geen publiciteitsafdelingen voor in om die boeken naar recensenten en radiostudio’s te sturen.
Reclamebureau
Ik krijg de indruk dat dit probleem zo ingewikkeld is, dat het voorlopig niet wordt opgelost. De beleidsmakers richten zich liever op de commerciële wetenschappelijke uitgevers – daar zijn er veel meer van, en die wetenschappelijke boeken worden toch niet in grote hoeveelheden verkocht, en dan: zijn van die geesteswetenschappelijke boeken die voor een grote publiek gericht zijn wel zo wetenschappelijk?
En zo worden boeken voor iedereen toegankelijk gemaakt die niemand wil lezen, terwijl boeken die interessant zijn nog steeds verkocht moeten worden.
De oplossing daarvoor zou moeten zijn: de universiteiten moeten het zelf doen. Zelf een portaal opzetten waar al die boeken op een aantrekkelijke manier worden gepresenteerd, en waar je ze eventueel ook gedrukt kunt bestellen. Een site waar je eindeloos kunt ronddwalen voor de actueelste inzichten in allerlei maatschappelijke en culturele kwesties. En de universiteiten moeten zelf een PR-afdeling opzetten die al die boeken onder de aandacht kan brengen – tegelijkertijd een reclamebureau voor de wetenschap.
Anders wordt het nooit iets met die open access in de geesteswetenschappen.
Foto door form PxHere
Marc Beerens zegt
Er is niet echt een probleem. De output van met publiek geld gefinancierd wetenschappelijk onderzoek komt Open Access beschikbaar. Portalen daarvoor zijn er in overvloed: iedere universiteitsbibliotheek heeft een Repository die digitale bestanden beschikbaar stelt voor wie ze maar inzien wil en weet te vinden. Je kan je vele mensenlevens lang amuseren met ronddwalen in digitale collecties.
Kern van de zaak is dat een bibliotheek geen uitgeverij is, en een Repository geen actief beheerd fonds. Een bibliotheek legt een omvangrijke collectie aan voor wie zelf ergens naar op zoek is, een uitgeverij brengt een beperkt aantal titels actief aan de man. In algemene zin gaat het om een verschil tussen ‘passief’ beschikbaar zijn – bibliotheek – versus actief ‘aangeboden worden’ – uitgeverij.
Vooruitlopend op Marcs gedachte dat universiteiten het zelf moeten gaan doen, heb ik met uitgeverij Vantilt de afgelopen jaren bij de Nijmeegse universiteit in de week gelegd om én-én te doen voor door aan de universiteit verbonden wetenschappers geschreven boeken waarvoor een groter publiek dan vakgenoten belangstelling kan hebben. Een van de ideeën: je stelt Open Acces een wetenschappelijke publicatie beschikbaar via de Repositories en je tapt een gedrukte publiekseditie af voor de vrije handel.
Dat is niet van de grond gekomen, naar mijn indruk omdat de reflex van een college van bestuur van een universiteit is om zo’n initiatief bij de universiteitsbibliotheek neer te leggen in plaats van bij bijvoorbeeld een afdeling Communicatie. Een UB denkt en doet nu eenmaal anders dan een uitgeverij.
Erik Bouwknegt zegt
Gratis online (ook als downloadbare pdf) in combinatie met verkoop van gedrukte versies wordt al toegepast. Zo worden taalwetenschappelijke proefschriften aan Nederlandse universiteiten op die manier aangeboden via LOT Publication ( https://www.lotpublications.nl/ ) en worden allerlei andere interessante boeken over taalwetenschappelijke onderwerpen, inclusief klassiekers, aangeboden door Language Science Press ( https://langsci-press.org/catalog ).