Verwarwoordenboek Vervolg (189)
Door Jan Renkema
In het Verwarwoordenboek worden zo’n 500 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Talrijke lezers hebben woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek.
Mocht u ook een ‘verwarpaar’ behandeld willen zien, plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
uiteenzetting / beschouwing / betoog
De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er zijn verschillen.
uiteenzetting wat je zegt of schrijft om informatie te geven
- Hij gaf een uiteenzetting over de resultaten die met laboratoriumdieren waren bereikt.
beschouwing wat je zegt of schrijft om te vertellen wat jouw mening is, en/of die van anderen.
- In zijn beschouwing over zin en onzin van dierexperimenten heb ik niets gehoord over de rol van de overheid.
betoog wat je zegt of schrijft om te bewijzen (objectief) of te overtuigen (subjectief)
- Zij stak een betoog af dat erop neerkwam dat dierexperimenten per direct verboden moeten worden.
De verschillen zijn – op het eerste gezicht – redelijk duidelijk. Ze lopen parallel met drie belangrijke functies van taal: informeren, opiniëren, overtuigen.
Een uiteenzetting informeert. Dat gaat via feiten, zoals in een nieuwsbericht. Een uiteenzetting is doorgaans objectief, maar kan ook subjectieve elementen bevatten, bijvoorbeeld als bepaalde feiten niet worden vermeld.
Een beschouwing opinieert. Dat gaat via meningen, zoals in een opiniestuk. Zo kun je een onderwerp van verschillende kanten belichten, en een lezer of luisteraar zijn eigen mening laten vormen of verder aan het denken zetten.
Een betoog probeert te overtuigen. Dat gaat via standpunten, zoals in een ingezonden brief. Je geeft dan argumenten en weerlegt tegenargumenten, met als conclusie een stelling. Daarmee heeft een betoog vaak een wat strakkere structuur dan een beschouwing of een uiteenzetting.
De onderscheidingen lijken duidelijk. Maar er zijn twee intrigerende problemen.
1. het vorm-probleem. Aan het taalgebruik of de tekst zélf valt vaak niet te zien of we te maken hebben met een uiteenzetting, een beschouwing of een betoog. Neem het volgende dialoogje.
– Ik zie dat hier al een tijd lang niet is schoongemaakt en …
– Ho wacht even, ga jij hier nu een betoog opzetten dat ík hier moet gaan schoonmaken!|
– Nee hoor, ik geef gewoon een objectieve uiteenzetting van een stand van zaken.
– Objectief? Wat bedoel je dan met ‘een tijd lang’? Vorige week nog …
– Ja, maar dat vind ik een tijd lang geleden
– Ah, dat is dus een mening. Dan ben jij dus subjectief en begin je eigenlijk aan een beschouwing.
– Ook goed. Maar ik probeer zo neutraal mogelijk een mening te geven. Natuurlijk zou ik ook kunnen gaan schoonmaken, maar waarom jij niet?
– Nu ben je wéér bezig met een betoog! Door de mening dat ik moet schoonmaken als laatste te noemen, geef jij eigenlijk jouw standpunt, en probeer jij mij zo ver te krijgen dat te doen.
– Sorry hoor! Als jij zo moeilijk doet over uiteenzetting-beschouwing-betoog, zeg ik al niks meer.
2. het functie-probleem. In de communicatie zijn de genoemde drie functies van taal – informeren, opiniëren en overtuigen – vaak sterk verweven. Je kunt immers een feit (uiteenzetting) gebruiken om iemand te overtuigen (betoog). En het verschil tussen een mening (beschouwing) en een standpunt (betoog) is ook lang niet altijd duidelijk. Het gemakkelijkste onderscheid lijkt hier nog dat een standpunt een ‘beargumenteerde mening’ is. Zie hierover elders in het Verwarwoordenboek, en lees daar ook over andere verwante woorden: opinie, opvatting, overtuiging en visie.
De drie woorden hebben dan wel elk hun eigen betekenis, maar hoe stel je vast of de spreker of schrijver ook werkelijk het doel heeft om te informeren, opiniëren of overtuigen? Of misschien wil hij wel alle drie! Daarom is het ook zo belangrijk dat leraren Nederlands blijven discussiëren over het nut van tekstvragen over het onderscheid tussen een uiteenzetting, een beschouwing en een betoog. Zie hierover bijvoorbeeld de bijdrage van Marc van Oostendorp in Neerlandistiek uit 2019, mét de commentaren daarop.
Tot zover deze uiteenzetting, of is het toch een beschouwing? Ja zeker, er zitten ook beschouwelijke elementen in, want ik heb het woord ‘intrigerend’ gebruikt bij het vorm-functie-probleem, en het woord ‘belangrijk’ bij een discussie over tekstvragen. Maar een examenvraag Nederlands of deze tekst a. overwegend beschouwend, b. overwegend uiteenzettend, c. overwegend betogend is, zou toch wel met b moeten worden beantwoord.
Afbeelding van Christine Sponchia via Pixabay
DirkJan zegt
Ik kan er wel in meegaan dat een betoog dient om te overtuigen, maar ik proef nagenoeg geen verschil, eigenlijk geen enkel, tussen een uiteenzetting en een beschouwing, het zijn voor mij synoniemen, maar het is natuurlijk wel mooi zo’n passend rijtje van informeren, opiniëren en overtuigen, alsof de taal daar rekening mee heeft gehouden.
Vroeg me wel af, Waarom die foto van drie giraffen? Vanwege de genoemde dierenexperimenten (maar op giraffen worden nooit laboratoriumexperimenten uitgevoerd), of omdat het er ook drie zijn, drie dieren met drie ange nekken die betogen, beschouwen, of aan het uiteenzetten zijn?
+
Mijn dochter deed in groep 4, of 5 een van haar eerste dictees op school. Ze kwam ermee thuis, ik weet niet meer hoe ze het gedaan had, maar de juf had een dikke rode streep door haar spelwijze ‘giraffe’ gezet. Ik werd witheet, maar hield me in. Ik zei tegen m’n dochter dat giraffe beslist goed was en ook mooier dan giraf en dat spelling totaal onbelangrijk was. Ik heb de juf er nooit op aangesproken.
Jan Renkema zegt
Zelf blij verrast met deze bijzondere illustratie. Ik vind de middelste giraf of giraffe wel ‘betogend’ kijken☺. En ja, dat woord heeft een dubbelvorm, waardoor trouwens ook giraffenek een goede spelling is. Maar dat weet ook dit correctieprogramma niet. Misschien een leuk gespreksonderwerp als u de juf van uw dochter nog eens spreekt….
Andre zegt
Een nieuwe vraag: Ik krijg de laatste jaren de indruk dat het woord beginnen steeds meer terrein verliest aan starten. Zelf heb ik de neiging starten vooral als iets technisch te zien (een motor starten) en beginnen als een menselijke handeling of een natuurlijke ontwikkeling. Toch kom ik nu ook veelvuldig constructies tegen als de start van de zomer, de start van de vakantie of we starten de maaltijd met soep. Klinkt het ons dynamischer of sportiever in de oren en is er een verschil tussen beide woorden? Het Engels lijkt me nu eens een keer geen boosdoener; zowel starten als beginnen komen in het Engels voor.
Jan Renkema zegt
Dank! Dit verwarpaar stond nog niet op mijn lijst. Ik voeg het toe aan de wachtlijst die maar niet korter wil worden.