Door Jeroen Dera
De studie Nederlands loopt leeg, en dat hebben we te danken aan de taalbeheersers. Althans, als we Margriet Oostveen mogen geloven in haar column getiteld ‘Taalhaat’ (de Volkskrant, 5 oktober). Terwijl zijzelf eind jaren tachtig ‘in morsige truien’ het literaire postmodernisme bestudeerde, waren studenten taalbeheersing bezig het schoolvak Nederlands te verpesten, ‘met hun studieschema’s met kleurtjes’. Het gevolg, volgens Oostveen: begrijpend lezen kreeg zoveel nadruk in het schoolvak Nederlands, dat niemand nog de academische studie wil volgen.
Nu moet er inderdaad wat gebeuren aan de didactiek rond begrijpend lezen, een vaardigheid die in het voortgezet onderwijs al te vaak als een trucje onderwezen wordt waarmee een leerling succesvol het centraal examen kan afleggen. Als we echter constructieve stappen willen zetten in de strijd tegen de dalende leesvaardigheid van jongeren, moeten columnisten ophouden een drogbeeld te schetsen van die vermaledijde neerlandici. Want Oostveen, met haar gekleurde studieschema’s, is niet de enige die de neerlandistiek parodieert. Dit voorjaar nog deed Özcan Akyol in zijn boekenweekessay Generaal zonder leger universitaire neerlandici af als stoffige figuren ‘die elk zinnetje eindeloos willen ontleden, net zo lang tot ze de vermeende symbolische betekenis hebben gevonden die de auteur erin wilde stoppen.’
In werkelijkheid worden juist door academische neerlandici tal van onderzoeken gedaan die het leesvaardigheidsonderwijs kunnen verrijken, zowel voor zakelijk lezen als voor literair lezen. Literatuurwetenschappers zitten daarbij niet in een morsige trui teksten te becommentariëren die toch niemand begrijpt, maar werken vaak intensief samen met communicatiewetenschappers (‘taalbeheersing’ is inmiddels goeddeels door die term ingehaald). Zo wordt er aan de Radboud Universiteit onderzoek gedaan naar narratieve technieken in de journalistiek, waarbij zakelijke teksten onder meer worden benaderd vanuit een literair perspectief, en werd er recentelijk een groot project afgerond over veranderende argumentatiepatronen in de literaire kritiek. De grenzen tussen communicatiewetenschappelijke en literatuurwetenschappelijke benaderingen – Arjen Lubach sprak in zijn nu al roemruchte televisie-item spottend van ‘begrijpend lezen’ versus ‘echt lezen’ – zijn in de praktijk veel poreuzer dan de beeldvorming in de media doet vermoeden.
In die beeldvorming komt de academische neerlandistiek er al te vaak vanaf als een achterhaald relict dat zijn eigen graf gegraven heeft. Juist op universiteiten worden echter overuren gedraaid om docenten Nederlands, die zo mogelijk nog meer overuren draaien, alternatieven te bieden voor lesmethodes die in signaalwoorden of symbolische betekenissen blijven steken. Met initiatieven als LitLab, Neerlandistiek voor de klas en PlusNederlands manifesteren universitaire neerlandici zich in het middelbaar onderwijs, steeds in nauwe samenwerking met docenten. Ze publiceren in tijdschriften die veelvuldig door docenten gelezen worden, spreken op congressen over het schoolvak Nederlands, geven mede vorm aan nieuwe leerlijnen in zogenaamde docent-ontwikkelteams en begeleiden didactisch georiënteerd promotieonderzoek van ervaren docenten.
In bijna al die initiatieven werken neerlandici met verschillende expertises met elkaar samen: voor letterkundigen zijn taalbeheersers geen vreemd volk, maar een relevante gesprekspartner. Studenten weten dat als geen ander, en al helemaal in de educatieve masters, die de docenten van de toekomst opleiden. Wie in Nijmegen de tweejarige lerarenopleiding voor Nederlands volgt, kan niet afstuderen zonder iets zinnigs te kunnen zeggen over de relatie tussen literatuur en begrijpend lezen. Daar komt verder geen studieschema met kleurtjes aan te pas.
Foto von form PxHere
Joke van Overbruggen zegt
Zeg dat wel Jeroen, wie draagt er trouwens nog morsige truien?
Daar wil niemand in gezien worden!
DirkJan zegt
Joke, dacht je dat Jeroen schreef dat er nu een beeld is dat docenten en hoogleraren taalbeheersing nog in morsige truien zouden rondlopen? Die morsige truien slaan op de journaliste en criticaster van het huidige vak taalbeheersing Margriet Oostveen die deze morsige truien eind jaren tachtig zelf droeg toen zij het literaire postmodernisme bestudeerde. Over begrijpend lezen gesproken?
+
Over morsig gesproken, Julius Vischjager (1937-2020) was een uitgesproken morsig type en markante Amsterdammer die dinsdag verdronk in de Ringvaart in Amsterdam, op de dag dat het 10 jaar geleden was dat Antonie Kamerling een einde aan zijn leven maakte. Ik tweette gisteren:
Mijn hemel, wat een einde en slotakkoord! Ik kwam hem weleens tegen hier in de buurt in Oost en ooit heb ik hem gesproken toen hij mij op straat een editie van zijn Daily Invisible wilde verkopen. Hij was graag concertpianist geweest. Rust zacht Julius
https://www.parool.nl/kunst-media/julius-vischjager-1937-2020-gekoesterd-als-hofnar-van-het-binnenhof~b946398c/?referrer=https%3A%2F%2Ft.co%2F
Joke van Overbruggen zegt
Hallo Dirkjan,
Dank je wel voor je terechte reactie: ik had het wel goed begrepen maar niet goed geformuleerd
Ik ben bekend met indringend lezen van Drop,
Wat een treurig verhaal van Julius Vischjager,
groetjes,
DirkJan zegt
Tzum bericht even voor middernacht:
https://www.tzum.info/2020/10/nieuws-volkskrant-weigert-stuk-van-jeroen-dera-ter-verdediging-van-neerlandici
+
Het vak Nederlands heeft het moeilijk en afgelopen maandag werden de neerlandici Antoine Braet, Rob Grootendorst en Frans van Eemeren ook nog aan de schandpaal genageld in een stuk van Margriet Oostveen die iets te voortvarend harde uitspraken over de hoogleraren in de mond had gelegd van haar oud-leraar Nederlands Wim Daniëls. Wim Daniëls reageerde in de brievenrubriek.
Op de opiniepagina van de Volkskrant had ook een stuk van Jeroen Dera kunnen staan, maar dat werd geweigerd want ‘te specialistisch’. Het enorm specialistische stuk staat nu op Neerlandistiek:
Als we echter constructieve stappen willen zetten in de strijd tegen de dalende leesvaardigheid van jongeren, moeten columnisten ophouden een drogbeeld te schetsen van die vermaledijde neerlandici. Want Oostveen, met haar gekleurde studieschema’s, is niet de enige die de neerlandistiek parodieert. Dit voorjaar nog deed Özcan Akyol in zijn boekenweekessay Generaal zonder leger universitaire neerlandici af als stoffige figuren ‘die elk zinnetje eindeloos willen ontleden, net zo lang tot ze de vermeende symbolische betekenis hebben gevonden die de auteur erin wilde stoppen.’
Lees het hele stuk hier.
+
Tja, ik vind de aangehaald passage van Dera wel goed en treffend, maar ook wel een erg afgekauwd tegengeluid en het artikel in zijn geheel vind ik niet direct interessant en veel te langdradig. Jeroen had het kernachtig bij deze passage, met nog een enkel kritiekpunt op Oostveen, moeten laten.
De link van Tzum naar de brievenrubriek was niet correct en vind je hier, ik kende de reactie van Daniels nog niet.
https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/niemand-laat-zich-voor-de-lol-arresteren-laat-staan-criminaliseren~b08e0f13/
”
Wim Daniëls:
Nederlands
In de Volkskrant van afgelopen maandag schreef Margriet Oostveen, in een reportage over het schoolvak Nederlands, dat we het aan Antoine Braet met zijn methode Taaldaden (1979) ‘te danken hebben’ dat het op school ‘mis is gegaan’ met het vak Nederlands. En die woorden, die op zich al curieus zijn, werden door de journalist in mijn mond gelegd. Maar ik heb het niet gezegd en het is ook niet mijn mening.
Antoine Braet, die vele jaren docent taalbeheersing is geweest aan een universiteit, is in mijn ogen juist heel belangrijk geweest voor de professionalisering van het vak Nederlands, in het bijzonder het taalbeheersingsonderwijs. Hij heeft dat handen en voeten gegeven. Dat zijn methode in de loop van de tijd het eindexamen Nederlands (vooral voor havo en vwo) te sterk is gaan bepalen, valt Braet niet te verwijten.
Ik vind het vervelend als Antoine Braet, die leerlingen en docenten houvast heeft gegeven voor de lessen schrijf- en leesvaardigheid, volkomen ten onrechte in de krant iets negatiefs over zichzelf moet lezen, dat dan ook nog – maar dus beslist niet – uit mijn koker zou komen. Ik pleitte slechts voor meer taalcreatieve lessen die het taalplezier bevorderen.
Wim Daniëls, Eindhoven
+
Ik wil het vuurtje onder deze affaire niet weer opstoken, maar het zou Margriet Oostveen sieren om nog met een reactie te komen in plaats van een passage die heel overtuigend uit de mond van Daniels kwam te schrappen en bovendien de passage die Wim nu naar het rijk der fabelen verwijst met ’te danken aan’ in plaats van ’te wijten aan’, staat nog in het gewraakte artikel. En Daniels zou nog steeds openlijk, in ieder geval op Twitter, zijn excuses moeten maken aan Marc van Oostendorp die hij geheel onterecht en onheus ‘gemeen’ noemde omdat Marc een rectificatietweet van hem had gezien. Maar Marc heeft die tweet helemaal niet gezien, waarom zou hij? Marc liegt niet, het is Daniëls die jokt! En dus ook niet gestikt in dit eerste leugentje, maar ik vind het wel mooi zo, want het zijn altijd de boodschappers die de klapsigaar zijn.
Slaap lekker Wim.
Jeroen Dera zegt
Je moest eens weten hoe veel woorden ik normaal gesproken schrijf, DirkJan, wees blij dat ik het bij een A4’tje gelaten heb… 😉
DirkJan zegt
🙂
Iemand anders nog wat te zeggen?
Nothing to say but what a day how’s your boy been
Good morning, good morning
+
Op 9 oktober 1940 bracht Julia Lennon-Stanley in Liverpool haar zoon John ter wereld. Hij zou met wat hulp van zijn vrienden vandaag ongetwijfeld 80 jaar zijn geworden, maar dat mocht miet zo zijn
https://youtu.be/TZip_br_v3w
Jeroen van Rooij zegt
Ik wist niet dat Özcan Akyol serieus genomen werd.