Taalbeschouwing voor de basisschool (2: groep 4)
“Welkom, meisje”, zegt de papa van mijn beste vriend Sem tegen mij.
Hij knikt heel aardig, maar ook een beetje verlegen.
Daarna weet hij niet meer wat hij moet zeggen.
Hij legt het uit aan Sem, maar in een andere taal.
Want Sems papa komt uit een ander land, waar niemand Nederlands spreekt.
“Mijn papa zegt dat je er lief uitziet”, zegt Sem.
Hij vindt het een beetje stom dat hij dat moet zeggen, dat weet ik wel.
“Sorry dat mijn papa geen Nederlands spreekt”, zegt hij verlegen.
“Hé”, zegt de mama van Sem. “De meeste mensen op de wereld spreken geen Nederlands, hoor.”
“Waarom eigenlijk niet?” vraag ik.
Ze haalt haar schouders op.
De mama van Sem spreekt wel Nederlands, maar ze zegt nu niks meer.
“Dankjewel, papa van Sem”, zeg ik.
Hij lacht.
“Alsjeblieft, meisje”, zegt hij.
Laat een reactie achter