
Voor Lia van Gemert
Door Marco Prandoni
Een van de eerste boeken die na de lockdown in Italië zijn verschenen, is Trio van Dacia Maraini (Rizzoli), een historische briefroman die speelt in de Siciliaanse stad Messina tijdens de pestepidemie van 1743. De hoofdpersonen Agata en Annuzza proberen aan hun isolement te ontsnappen door brieven aan elkaar te sturen. Dat ze beiden verliefd op Girolamo zijn, staat hun vriendschap niet in de weg. Deze roman van feministe Maraini zou weliswaar niet slagen voor de zgn. Bechdel Test* – komen er in een bepaalde roman / film minstens twee vrouwen voor, die met elkaar over een ander onderwerp praten dan ‘mannen’? – en pendelt een beetje saai heen en weer tussen de twee correspondenten, maar toch is wat ze doet ook subtiel. Want met deze literaire vorm geeft haar roman stem aan de behoefte aan communicatie die velen, fysiek afgesneden van de buitenwereld maar steeds op zoek naar nieuwe manieren om daarmee in contact te blijven, tijdens een lockdown kunnen voelen.
Een briefroman die wel glanzend voor de Bechdel Test zou slagen is Sara Burgerhart van Betje Wolff en Aagje Deken. Het toeval wil dat juist deze klassieker op het programma stond van de cursus Nederlands 2 in Bologna toen de pandemie uitbrak. We lazen en vertaalden uit de Tekst-in-Context-editie, bezorgd door Marleen de Vries, Karel Bostoen en Lia van Gemert: Sara B., een rebelse vrouw uit de Verlichting (AUP, 2012). Naar mijn idee, het beste deel van de reeks. De thematische indeling van de hoofdstukken – zielsvriendschap, liefdesperikelen, religie & verlichting, overal verraad enz. – biedt de mogelijkheid tot interessante, gerichte literair-historische uitstapjes zonder afbreuk te doen aan de complexe opzet van de roman of aan zijn spanningsboog. Studenten konden de hertaalde tekst zonder al te veel moeite begrijpen. Ze reageerden verrast, vervolgens geamuseerd en uiteindelijk geboeid.
De deelnemers, een tiental, waren buitengewoon gemotiveerde twintigjarigen, dus ongeveer leeftijdgenoten van Sara. Vanaf het eerste jaar al was dit een hechte groep geworden. De banden werden nog sterker aangehaald tijdens het thuisisolement, een periode waarin studenten zich soms vastklampten aan colleges: één van de weinig lichtpunten in een routine op losse schroeven. Al deze elementen brachten me op het idee om studenten te vragen of ze bereid waren een extra schrijfopdracht te doen: in tweetallen (of alleen) zelf aan de slag gaan met een mini-briefroman. Dat wilden ze graag proberen. Gewapend met enige voorkennis over de kenmerken van epistolariteit in fictie – mooi uiteengezet door Jörgen Apeldoorn op zijn Youtube-kanaal Vlogboek (aflevering De Nederlandse roman in de 18e eeuw) – konden zij hun experimenteerdrift botvieren. In de nabespreking vertelden ze over uren appen en (video)bellen met elkaar om plots, personages, thema’s, formele aspecten te bespreken.
Een enkeling daargelaten, voelden zij geen behoefte aan een verteller. Ook wilden de meesten gebruikmaken van eigentijdse media. Twee koppels studenten (Francesca L. & Greta en Samuele & Veronica) wilden echter ook ouderwetse papieren brieven opnemen in hun korte romans en bedachten daartoe de volgende truc: een in een ouwe doos teruggevonden brief met geheimen van de moeders van de hoofdrolspeelsters (SuzeBraam (SB!) en Julie genaamd), aangaande resp. een verkrachting en een onenightstand. Via deze weg komen ze eindelijk te weten wie hun biologische vader is, met ingrijpende gevolgen voor hun leven.
Hilarisch is het trucje waar Giacomo & Stefania hun toevlucht toe namen in hun briefwisseling tussen een Nederlands meisje dat in Rome Erasmus-studente is en haar broer:
Lieve Jan, verrassing! Ik weet dat het raar is, een e-mail van je zusje krijgen, maar ik heb mijn telefoon –nogmaals – gebroken. Deze keer zijn de Italianen verantwoordelijk. Nee, dit Italiaanse koffiezetapparaat! Ik had het aangezet, en na een paar minuutjes begon ik brandlucht te ruiken. Natuurlijk liet ik de telefoon vallen en redde ik het hele gebouw van een explosie. Een echte heldin, ja.
Moeder en zoon in Jerry’s roman kiezen ervoor om elkaar ouderwetse brieven te versturen: tijdens de pandemie wijkt de moeder uit naar haar geboortestreek op Sicilië, terwijl haar zoon, die arts is, in Den Bosch tegen het virus vecht. ‘Sommige moeders zullen bidden voor hun kinderen, ik wil liever schrijven. Het zijn beide spirituele oefeningen’, aldus de moeder. Als haar zoon zelf op de ic-afdeling terechtkomt, krijgt zij een officiële e-mail van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Haar brieven worden hem vervolgens voorgelezen: een eenrichtingsverkeer.
E-mail bleek door de studenten gezien te worden als een minder vertrouwelijk, en dus moeilijker bruikbaar, communicatiemiddel (heel anders dus dan in de e-mailroman Gut gegen Nordwind van Daniel Glattauer uit 2006), eigenlijk alleen te gebruiken in formelere situaties. Francesca L. & Greta kozen ervoor om Suze Braam, die in Edinburgh op Erasmus is, via e-mail te laten communiceren met haar tante, iemand van een oudere generatie dus, terwijl zij met haar vriendinnen WhatsApp gebruikt, en Twitter om haar meningen te ventileren of om over haar gemoedstoestand te praten:
@suzemettaylorswift Gevoelens: heel aso, moe, bezorgd enz. 6:09 PM · 10 jan 2020 · Twitter Web App
Uitsluitend uit screenshots van chats – en een enkele mail – bestaat de indrukwekkende tekst van Alessia & Arianna: meerdere parallelle chatrooms waar een tiental vrienden aan deelnemen in steeds veranderende samenstellingen. Want deze studenten zijn ethische hackers (‘kennissoldaten’) met een missie – fake news uit het web halen – en ze zijn er niet zeker van dat iedereen in hun groep te vertrouwen is:
[10/03 -02.02] Pepijn: Mogen we tenminste weten wie de infiltrant is?
[10/03 -02.03] Pepijn: Is de mol in deze chat?
[10/03 -02.03] Fienna: @Pepijn onwaarschijnlijk
[10/03 -02.03] Pepijn: @Fienna of ben jij het?
[10/03 -02.04] Veerle: Hoe weten we dat jullie niet liegen?
[10/03 -02.04] Arizona: Veerle heeft gelijk. Waarom zouden we de informatie niet geloven die op het web verschijnt?
[10/03 -02.04] Arizona: Hebben jullie bewijzen?
Ik heb het vermoeden dat deze roman tevens een sleutelroman is, à la Het bureau, en dat studenten zich kostelijk geamuseerd hebben zichzelf en anderen van de studentengroep te herkennen in de personages. Vriendschap en familie spelen een grote rol in deze fictionele schrijfproducten, liefde haast geen enkele: de geborgenheid van familie en de loyaliteit van vriendschap worden verkozen boven de exclusiviteit van liefde, zoals in Maraini’s Trio (en in de achttiende eeuw door bijvoorbeeld Belle van Zuylen). De chats van Alessia & Arianna zijn bovendien een leuk staaltje van hoe studenten in het echt met elkaar communiceerden tijdens de lockdown, vóór, na en ongetwijfeld ook tijdens de videolessen. Met veel plaagstootjes en humor, maar ook met een groeiende bezorgdheid over de loop van de pandemie en de verregaande ontlichaming van veel aspecten van het leven – de dreiging van een technologische dystopie waar ze zich met een flinke dosis idealisme tegen verzetten. Eenzelfde preoccupatie, en idealisme, spreekt uit de roman van Jerry over de arts die zich opoffert voor zijn patiënten en uit die van Giacomo & Stefania waarin het Erasmusmeisje uit Nederland verwikkeld raakt in massabetogen van Italiaanse jongeren die tegen de maatschappelijke en economische malaise protesteren, met een tragische afloop.
De briefroman van Francesca B. & Pietro kaart o.a. klimaatverandering aan, maar op een spitsvondige, ironische wijze. Hun briefroman wordt vermengd met ingrediënten uit sciencefictionteksten. Een man publiceert de briefwisseling tussen zijn spoorloos verdwenen oom Nick Jos Postduiff, een hoogleraar in de natuurkunde, en een mysterieuze vreemdeling. Vlak vóór de millenniumwisseling had zijn oom een tijdmachine uitgevonden waarmee hij een correspondentie begon met een professor oudheidkunde uit de toekomst. De laatste viel het leren van het Nederlands, ‘een oude taal’, bijzonder zwaar, want ‘tijdens deze ongeveer duizend jaar heeft de moderne taal zich van het zware gewicht van de fonetiek, de morfologie en de syntaxis bevrijd. Onze taal bestaat uit maar één woord dat, afhankelijk van de communicatiecontext, de stemintonatie en de gevoelens van de sprekers, alle complexe boodschappen kan uitdrukken: Olca-Coca’. Uiteindelijk verdwijnt professor Postduiff de toekomst in.
In het voorjaar van 2021 zullen enkele van deze studenten een semester in Nederland of Vlaanderen doorbrengen – naar we mogen hopen fysiek en niet slechts virtueel: Arianna in Utrecht, Francesca L. en Jerry in Leiden, Stefania in Leuven, Giacomo, die inmiddels klaar is met zijn studie landbouwkunde (voor hem was Nederlands een keuzevak), in een boerderij ergens in Zuid-Holland. Ik hoop dat ze hetzelfde enthousiaste, hartverwarmende onthaal zullen krijgen als ikzelf destijds, nadat ik een Nederlandse professor een mailtje had gestuurd.
* Op 2 en 3 november 2019 werd Passing the Bechdel Test van choreograaf Jan Martens tijden het Bologna Gender-Bender Festival opgevoerd. De vertaling in de boventiteling was van oudstudenten Nederlands Ernesto Badalamenti, Giulia Campi, Martina Lanese en Angel Perazzetta.
Laat een reactie achter