door Laurens Ham
Je moet het maar durven: je album Van binnen naar buiten noemen en er pontificaal een gestileerde afbeelding van een barende vrouw op zetten. Marijke Nekeman en Ineke Verdoner deden het op hun enige duoalbum uit 1981. Wie het geluk heeft een exemplaar aan te treffen – online kun je er bijna niets van terugvinden – zal dit album ongetwijfeld beluisteren als een typisch product van de tweede feministische golf. Tegelijkertijd is het een opmerkelijke plaat die meer luisteraars zou verdienen. Muzikaal en tekstueel verschenen er maar weinig vergelijkbare Nederlandstalige popalbums de laatste decennia, en ook feministen van dit moment zouden er nog inspiratie uit kunnen opdoen. Het is om die redenen dat dit album een plek verdient in deze Top 20 van Nederlandstalige Protestalbums.
Bijzonder is al dat er op de gehele platenhoes bijna geen mannennaam te vinden is, op één uitzondering na: die van Jan-Willem Ludolph, technicus. Alle muzikanten zijn vrouw, en ook de financiële kant van de plaat en het design zijn van vrouwelijke makers. Op het tekstvel staan iets meer mannennamen, maar die wekken eerder de indruk mannelijke muzen te zijn die niets aan het album hebben bijgedragen. Geen wonder, want deze plaat was het product van een stichting die expliciet tot doel had vrouwen zélf platen uit te laten brengen, de Leeuwardse stichting Famke.
Famke ontstond in een periode waarin overal in het land vrouwenhuizen, vrouwenboekhandels, vrouwenkraakpanden en vrouwenkoren in het leven werden geroepen: tijdens de tweede golf bouwde het feminisme razendsnel een complete infrastructuur op van culturele instellingen. Die daagden, expliciet of impliciet, de vanzelfsprekende mannelijke norm uit. Door bijeen te komen – solidariteit te tonen, om een woord te gebruiken dat in deze periode te pas en te onpas gebruikt werd – konden vrouwen hun krachten bundelen, verhalen delen en tot actievere politieke participatie komen.
Twee mensen die elkaar in het Leeuwardse vrouwenhuis hadden leren kennen en onder meer bij het eerste Groningse Vrouwenfestival optraden, Ineke Verdoner en Rianne van Ineveld, maakten in 1979 een van de eerste Nederlandstalige feministische platen, Valium-10. Dit folkalbum was het eerste product van stichting Famke: zo’n beetje alles op deze plaat, van het schrijven en arrangeren tot het inspelen en de praktische begeleiding, werd door vrouwen gedaan. Ze moesten daarvoor zelf het wiel uitvinden, en dat was natuurlijk precies de bedoeling: dit album was een statement in een platenindustrie die volkomen door mannen gedomineerd werd.
Na dit album kwam de samenwerking tussen Verdoner en Van Ineveld ten einde, maar twee jaar later kwamen de eerstgenoemde (zangeres, gitarist en liedschrijver) en Marijke Nekeman (arrangeur op Valium-10, maar daarnaast onder meer toetsenist en zangeres) met het tweede Famke-album, Van binnen naar buiten. Je hoort er duidelijk de hand van Nekeman in terug, die een talent had voor soulvolle, slim gearrangeerde nummers die herinneren aan het werk van de Britse zangeres Sade (zoals je kunt horen aan nummers als ‘Fluiten’, ‘Oude vrouw’ en ‘Samen op stap’). Het verscheen kort nadat Verdoner van haar dochter Nynke bevallen was; zij wordt ook prominent bedankt op de plaat. In een interview dat ik in 2018 met Verdoner had, beschreef ze het album als een kraamcadeau van Nekeman aan haar ‘omdat Marijke geen babytruitjes kon breien’. Dat is wat al te bescheiden gezegd, want hoe hoogstpersoonlijk dit project ook is, het is zeker niet particulier te noemen.
Van binnen naar buiten is een plaat over zwangerschap en moederschap, natuurlijk, maar je kunt de titel ook politieker interpreteren. Zoals meer feministische makers in die tijd, onder wie feministische voorvrouw Cobi Schreijer, reflecteren de maaksters ook op het belang van het ‘van binnen naar buiten’ treden van vrouwen. Vrouwen kunnen hun huiselijke gevangenschap achter zich laten en van zich laten horen, bijvoorbeeld in de muziek, zo laten Verdoner en Nekeman horen. Maar ook zou het goed zijn als vrouwen hun huiselijke problemen gaan herkennen als niet zozeer hoogstpersoonlijke frustraties, maar als politieke kwesties die voortkomen uit een fundamentele maatschappelijke ongelijkheid. Het persoonlijke is dan ook door en door politiek op deze plaat.
Neem het openingsnummer ‘Fluiten’, over wat vrouwen te verduren hebben op straat. Dit liedje toont dat vrouwen niet per se actief gekleineerd of gediscrimineerd worden, hun marginalisering werkt venijniger: ‘het licht staat op rood / de deur op bezet / beschermd gebied / op een voetstuk gezet’. Vrouwen worden dus tot angels in the house gemaakt, en wie zich niet aan die begrenzingen houdt, is overgeleverd aan gefluit van mannen: ‘In de tram en op straat, en waar je ook gaat / je bent wild, je bent prooi, je bent vogelvrij verklaard’. Ook de andere maatschappelijk getinte nummers op deze plaat gaan over ogenschijnlijk alledaagse kwesties, die toch aan structurele ongelijkheden in de samenleving verbonden zijn. Het beklemmende nummer ‘Tweehoog’ beschrijft bijvoorbeeld in suggestieve bewoordingen het leven van een alleenstaande moeder, terwijl ‘Zwart wit’ de rechten en levensmogelijkheden van vrouwen verkent.
Fascinerend en ook muzikaal gewaagd is ‘Bonga’, een lied waarin Verdoner op een begeleiding van louter percussie varieert op het zinnetje ‘Ik wil een dochter en geen zoon’. Een statement, zo vertelde ze me in 2018: zo geaccepteerd als het op allerlei plekken in de wereld was om aan te geven dat je liever een zoon dan een dochter wilde, zo weinig acceptabel was het om de omgekeerde voorkeur uit te spreken. Ook in andere opzichten doorbreekt dit album vanzelfsprekendheden: hoe vaak worden er odes aan oudere vrouwen geschreven, zoals ‘Oude vrouw’ dat op dit album te horen is? En wanneer hoor je nummers als het vrij zoete, woordspelige ‘Buik’ – het enige nummer van de plaat dat online te vinden is?
Dat ik dit album als protestalbum beschouw, is dus niet omdat er veel traditionele actiethema’s in besproken worden, zoals de strijd tegen oorlog of wereldwijde ongelijkheid. Van binnen naar buiten werkt op een veel subtielere manier: de uitzonderlijke productiecontext maakt het album al tot een statement, net als het feit dat er talloze onderwerpen uit de levens van gewone vrouwen op worden aangekaart die toen én nu zelden bezongen werden. Nu vrouwelijke makers voor wie het persoonlijke politiek is weer in de belangstelling staan – denk aan een recent album als Fiona Apples Fetch the Bolt Cutters – is het tijd om Van binnen naar buiten weer eens uit de kast te trekken. Of beter gezegd: om het eindelijk eens integraal online te gaan zetten, want helaas hebben oude albums die niet op Spotify of YouTube zijn nauwelijks meer luisteraars tegenwoordig.
Lees meer over de geschiedenis van de Nederlandstalige muziek uit het feminisme en de homobeweging in een hoofdstuk van mijn boek Op de vuist. Vijftig jaar politiek en protestliedjes in Nederland, dat onlangs bij Ambo Anthos verscheen. Ik schreef ook over feministische muziek van vroeger en nu in een artikel in De Groene Amsterdammer. Ga voor tientallen protestliedjes uit Op de vuist naar https://protestliedjes.nl of naar de Spotifyplaylist Nederlandse protestliedjes.
Laat een reactie achter