Voor Eva, die negen jaar is
De tijd mijn Eefje jaagt zo snel voorbij.
Dat eer je ’t weet je jeugd slaapt in ’t verleden
En j’uit het veilig ouderlik te huis
In ’t leven vol gevaren bent getreden
Dies wil ik, eer dat troeb’lend ogenblik
Jouw nog zo klare hemel komt befloersen,
Je schenken een vertrouwbaar klein kompas,
Waarop j’in storm en nevelweer kunt koersen.
Als een fel licht verleidelik je lokt,
En al die tinten om je komt ontluisteren
Denk dan die glans kon wel misleidend zijn
En op den duur mijn klare blik verduisteren.
En zie je voor j’een onheilspellend zwart
Laat dan de moed niet aanstonds je begeven;
Want in je zwartste nacht daagt weer een dag
Noch louter glans noch louter nacht is ’t leven.
Marcellus Emants (1848-1923)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter