Dichter des Vaderlands (13)
Door Marc van Oostendorp
Ritmisch lijkt de nieuwe Dichter des Vaderlands Lieke Marsman het stokje te hebben overgenomen van de oude Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja. Het op één na laatste gedicht van Bruinja (het laatste dat ik hier besprak) was geschreven in tweeën, en dat geldt nog sterker voor het eerste gedicht dat Marsman voordroeg aan het einde van haar inauguratie. Het wordt ook versterkt doordat er zeker in de eerste twee strofes bijna steeds een tegenstelling is tussen de eerste helft en de tweede:
Nederland
Je nostalgie is oprecht, | maar je rookworst is nep (1)
Je boodschap is groen, | maar aan je platform kleeft bloed (2)
Je algoritme sadistisch, | je vangnet een hoepel (3)
Je bijstand gekort, | terwijl optimisme een plicht is (4)Je plan radicaal, | wanneer de camera draait (5)
Je vaccinatiegraad hoog, | als je managers telt (6)
Je vrijheid een waakvlam, | democratie polyester (7)
En niemand die weet | wat je ware gezicht is (8)
De verdeling in tweeën gaat nog verder: iedere strofe bestaat uit vier regels, er zijn vier strofes die rijmen op –icht is, iedere halve regel heeft vier accenten. Ook dat is weer het makkelijkst te illustreren aan het begin:
Je nostalgie is oprecht, | maar je rookworst is nep (1)
Je boodschap is groen, | maar aan je platform kleeft bloed (2)
Je algoritme sadistisch, | je vangnet een hoepel (3)
Je bijstand gekort, | terwijl optimisme een plicht is (4)Je plan radicaal, | wanneer de camera draait (5)
Je vaccinatiegraad hoog, | als je managers telt (6)
Je vrijheid een waakvlam, | democratie polyester (7)
En niemand die weet | wat je ware gezicht is (8)
Gaandeweg desintegreert de structuur van het gedicht: de strakke onderverdeling in tweeën en vieren van iedere regel wordt minder duidelijk, er komt een strofe die niet meer rijmt op icht is, en dan zelfs een strofe die slechts bestaat uit een halve regel, met wel nog steeds een maar. ‘Je bent er nog, je bent er’. En dat geldt uiteindelijk voor ons allemaal.
Laat een reactie achter