Door Marc van Oostendorp
Iemand die zijn stemgedrag alleen laat afhangen van de toekomst van de studie Nederlands, kan het beste CDA stemmen. Kamerlid Harry van der Molen heeft zich na het sluiten van de opleiding van de VU meer dan enige van zijn collega’s expliciet ingezet om meer onheil te voorkomen.
Maar we kiezen natuurlijk niet alleen op deze ene kwestie, we halen het verkiezingsprogramma van de partij erbij om de héle visie van de partij op taalbeleid te bestuderen. Dan valt als eerste op dat het CDA de kampioen is van de Nederlandse streektalen. Althans, het noemt deze een aantal keer, terwijl de term in de programma’s van andere partijen ontbreekt. Alleen de PvdA is nog explicieter en noemt het Limburgs en het Nedersaksisch bij name.
Wat onze samenleving bindt zit ook in de symbolen van onze gemeenschap. We zijn zuinig op de Nederlandse taal en de streektalen.
Regionale en lokale zenders kunnen ook ingezet worden voor het behoud van de streektaal.
Alleen als het om de Grondwet gaat, vervalt het meervoud toch nog. Er zijn dus wel gradaties aan hoe zuinig we precies kunnen zijn op streektalen:
Taal verbindt en maakt dat we elkaar begrijpen en verstaan. Daarom willen wij het Nederlands en het Fries als erkende taal opnemen in de Grondwet. Dat doen we ook voor het Papiaments en Engels in Caribisch Nederland.
Duits en Frans
Ook bijzonder, in ieder geval voor de grote partijen, is de volgende passage, in de context van een bespreking van de multiculturele samenleving, omdat erin respect voor iedere taal (en cultuur enz.) in de Nederlandse samenleving wordt gevraagd. Alleen worden dan niet de grote talen die het betreft, zoals Turks en Tamazight niet genoemd.
Mensen hechten aan taal, cultuur, religie, tradities en folklore. Die vormen onze identiteit en geven betekenis en kleur aan ons leven van elke dag. In de diverse en veelkleurige samenleving die Nederland is, vraagt dit om respect in de omgang met elkaar en de verantwoordelijkheid om de vrijheid van anderen te beschermen en te bewaren.
Sowieso is er in het CDA-programma aandacht voor diversiteit. Voor zover ik kan zien is het verkiezingsprogramma van deze partij het enige waar ook Frans en Duits worden genoemd als belangrijke schooltalen.
Duitsland en Frankrijk zijn grote buurlanden en belangrijke handelspartners voor ons bedrijfsleven. Daarom willen wij meer aandacht voor de Duitse en Franse taal in het voortgezet en hoger onderwijs en meer uitwisselingen voor scholieren en studenten.
Doel op zich
Specifieke aandacht voor het schoolvak of de studie Nederlands ontbreekt, enigszins tot teleurstelling van de Van der Molen-fans, dan weer. Er wel enige ruimte voor een genuanceerd standpunt over het Engels, waaruit je zou kunnen afleiden dat de opleiding Nederlands wat het CDA betreft ook in de komende periode behouden moet blijven:
Internationalisering van het onderwijs is voor ons geen doel op zich, maar moet van meerwaarde zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek, de vorming van de student of de veranderende vraag op de arbeidsmarkt. Onderwijs in het Engels mag er niet toe leiden dat specifieke Nederlandse vraagstukken niet meer worden bestudeerd of gedoceerd. Een opleiding in de bachelorfase is in principe in het Nederlands, met ruimte voor anderstalige opleidingen waar dat logisch is. De masteropleiding kan altijd aansluiten bij de gangbare taal in het vakgebied. Studenten uit het buitenland prikkelen we om langer hier te blijven zodat we hun talenten langer in kunnen zetten voor Nederland.
Overigens: het programma is misschien genuanceerd, maar de auteurs zijn ook niet in hun eerste cliché gestikt. Ik ben in ieder geval nog nooit iemand tegengekomen die vond dat internationalisering ‘een doel op zich’ zou moeten zijn.
Begrijpelijk
Ook voor het thema waarover iedereen het heeft, spreekt het CDA, namelijk dat zoveel mogelijk mensen Nederlands moeten leren. Als het aan de vaderlandse politiek ligt, gaan we met ons allen de komende jaren niets anders doen dan elkaar de hele tijd Nederlandse les geven. Het CDA gaat hierin zelfs vrij ver, en stelt onder andere een ‘groep nul’ voor waarin driejarigen zo nodig al naar school kunnen komen om taal- en ontwikkelingsachterstanden in te halen, en een integratiebeleid voor de tweede en derde generaties, voor zover deze nog met achterstanden te maken hebben.
Tegelijkertijd lijkt er ook consensus onder de politieke partijen dat al dat onderwijs niet zal betekenen dat iedereen ineens opeens alles begrijpt en dat de overheid zich dus ook moet aanpassen:
Een dienstbare overheid communiceert in begrijpelijke taal. Dat geldt voor officiële beleidsstukken en regels, maar zeker ook in het directe contact met de burger.
Veel ouderen en kwetsbaren lopen nu nog toeslagen mis, omdat ze niet weten voor welke regelingen ze in aanmerking komen. Wij willen een betere voorlichting over de bestaande regelingen in begrijpelijk Nederlands.
Braille
Merk op dat zo’n regeling als de laatste vrij begrotelijk is. Niet alleen moeten er dus deskundigen worden ingeschakeld om de voorlichting beter en begrijpelijker te maken, maar ook gaan als dat werkt ‘ouderen en kwetsbaren’ meer gebruik maken van al die regelingen en dat kost natuurlijk ook geld. Voor zover ik zie worden de werkelijke kosten daarvan niet doorgerekend. Dat is een beetje het gevaar van taalonderwerpen in verkiezingsprogramma’s: ze bestaan nog veel meer dan bij sommige onderwerpen vooral uit vrome woorden. Tegelijkertijd geven ze daarmee natuurlijk een indicatie met wat voor dingen politici goede sier denken te kunnen maken.
Al met al ligt het accent bij het CDA dus op taalvariatie, met name van de autochtone soort. Opvallend is dan wel dat het verkiezingsprogramma niet in een andere vorm wordt aangeboden – niet in eenvoudig Nederlands, niet in gebarentaal of Fries. De partij biedt wel, als enige, de mogelijkheid om het programma in braille te bestellen – een curieuze keuze, omdat veel blinden zelf beschikken over de mogelijkheid elektronische bestanden in braille te lezen.
Wouter van der Land zegt
“Daarom willen wij meer aandacht voor de Duitse en Franse taal in het voortgezet en hoger onderwijs”
Wil het CDA dan dat scholieren weer goed Duits en Frans leren? Dat is niet duidelijk. Meer aandacht kan ook bestaan uit het ophangen van een poster.