Door Marc van Oostendorp
In haar verkiezingsprogramma 2021 maakt de ChristenUnie zich tot een kampioen van de Nederlandse gebarentaal, De erkenning van die taal was voor een belangrijk deel ook het werk van deze partij. Een van de punten die in het 144 pagina’s tellende programma worden genoemd lijkt eigenlijk niet alleen maar bedoeld om dat te vieren. Als ik het goed zie, zit er eigenlijk geen enkel concreet voornemen in het volgende:
Gebarentalen erkennen. De Nederlandse Gebarentaal wordt juridisch erkend, via het mede door de ChristenUnie ingediende initiatiefwetsvoorstel.
Nu wordt het elder wel iets concreter gemaakt, want de partij heeft grotere ambities:
Nederlands, Fries en Gebarentaal in de grondwet. De Nederlandse en Friese taal, evenals de Nederlandse Gebarentaal, worden grondwettelijk verankerd. Op gelijke wijze wordt in het Caribisch deel van Nederland recht gedaan aan de overige talen in het Koninkrijk; Papiaments en Engels.
Het verlangen om het Nederlands in de grondwet op te nemen leeft al heel lang in de boezem van de ChristenUnie. Het is voor het eerst geopperd door Kamerleden van het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV), een van de partijen die in 2000 tot de ChristenUnie fuseerden. De pogingen zijn altijd gesneuveld; een grondwetswijziging is natuurlijk ook lastig te regelen.
Gaandeweg zijn de eisen steeds vager geworden, tot het huidige ‘verankeren’ in de Grondwet, waarbij dus meteen met een heleboel andere talen van het Koninkrijk rekening moet worden gehouden. Toch denk ik dat dit programmapunt weinig kansrijk is in de volgende periode, omdat er te weinig andere partijen zijn die dit even graag willen als de ChristenUnie.
De vorige keer wees ik erop dat een consequentie van het streven zou zijn dat het Engels eigenlijk ook in de grondwet zou moeten (als taal van de bovenwindse eilanden), terwijl het streven om het Nederlands in de grondwet te ‘verankeren’ door de partij vaak is beargumenteerd als een onderdeel van een strijd tegen de verengelsing.
In het huidige verkiezingsprogramma lijkt de partij nóg iets realistischer over die verengelsing, in ieder geval op één punt:
Registratieplicht en taal-eis voor prostituees. In de aanloop naar de invoering van het ‘Nordic model’ komt er een registratieplicht voor prostituees. Dit voorkomt dat vrouwen onderdeel blijven van een rondreizend kartel van mensenhandelaren. Ook worden er eisen gesteld aan de beheersing van de Nederlandse of Engelse taal, het zelfredzaam zijn en het kennen van de eigen rechten.
Opvallend genoeg legt de ChristenUnie anders dan D66 in dit programma sowieso veel minder de nadruk op het feit dat iedereen Nederlands moet leren om deel te kunnen nemen aan de samenleving. Het onderwerp komt één keer aan bod (‘werkgevers dragen bij een taalles van arbeidsmigranten’). Net als vorige keer blijft de nadruk liggen bij aandacht voor diversiteit:
Toegankelijkheid overheidscommunicatie. Overheidscommunicatie moet uitblinken in toegankelijkheid. Die informatie is eenvoudig, voorzien van infographics en zo nodig meertalig. In lijn met het VN-verdrag voor personen met een handicap horen hier ook gebarentaal, ondertiteling en andere aanwijzingen voor communicatie bij.
(Eigenaardig is dat de ChristenUnie anders dan sommige andere partijen – die veel minder aandacht hebben voor deze kwestie – zelf maar één versie van het verkiezingsprogramma heeft gemaakt, en geen ‘eenvoudige versie’ of versie in gebarentaal. Wel is er een filmpje dat pogingen om het programma kort begrijpelijk belachelijk maakt.)
Leesonderwijs verbeteren. Het leesonderwijs moet op de schop. Plezier in het lezen moet weer centraal komen te staan. Het examenvak Nederlands wordt binnen de lopende curriculumverbetering met voorrang herzien. Er komt een ambitieuze leesagenda met extra middelen voor leesbevordering op scholen en in bibliotheken.
De partij heeft, tot slot, ook expliciete aandacht voor het schoolvak:
Leesonderwijs verbeteren. Het leesonderwijs moet op de schop. Plezier in het lezen moet weer centraal komen te staan. Het examenvak Nederlands wordt binnen de lopende curriculumverbetering met voorrang herzien. Er komt een ambitieuze leesagenda met extra middelen voor leesbevordering op scholen en in bibliotheken.
Omdat het ‘examenvak’ zo expliciet in het kader van het leesonderwijs wordt genoemd, kun je vermoeden dat wel de bedoeling blijft dat het lezen centraal blijft staan in het centraal examen, en er niet bijvoorbeeld moet worden gestreefd naar een schrijfopdracht.
Wouter van der Land zegt
Plezier in het lezen moet weer centraal komen te staan.”
Zo’n formulering met ‘moet centraal staan’ wijst erop dat ze plezier eigenlijk maar niets vinden. Daar is ook ondersteunend bewijs voor, want de CU wil o.a. een ontmoedigende belasting op taart, een verbod van allerlei genotmidelen, een totaal vuurwerkverbod en een veel hogere belasting op vakantie. Dat laatste formuleren ze overigens wel met een grap: ‘De vliegbelasting gaat fors de lucht in.’
Ook deze huidige regeringspartij is volgens het programma nu tegen korting op de geesteswetenschappen.
Marc van Oostendorp zegt
Ik zie eigenlijk niet dat uit die formulering op zich volgt dat ze plezier maar niks vinden, al geef ik toe dat de circumstantial evidence daar wel op wijst. Dat van die taartbelasting is vooral sterk. Anderzijds, we hebben hier wel te maken met de partij van minister Slob, die eerder te kennen gaf dat leesplezier zelfs eventueel verplicht moest worden gesteld, dus er is altijd een manier om plezier toch een naar randje te geven. Misschien is het eerder armoede, ze weten geen andere manier om mensen aan het lezen te krijgen dan het plezier ervan in de klas te stimuleren.