Door Maartje Steuten
Als berucht taalfundamentalist heb ik geleerd om mild te zijn. Hoeveel taal- en stijlfouten er dagelijks ook de revue passeren, ik probeer te leren om er niet elke keer op aan te slaan. Het komt betweterig over én het leidt af van de inhoud van de boodschap, die belangrijker is. Het fenomeen taalverandering moet ik als taalfundamentalist immers met open armen verwelkomen: het is een teken dat onze taal springlevend is, en daarom aan verandering onderhevig. Toch heb ik een aantal taalergernissen dusdanig opgekropt dat ik besloten heb om ze er bij deze(n) in één keer allemaal uit te gooien. Dat ruimt lekker op.
Wat mij meteen brengt bij de term ‘gelijk’, een tegenwoordig veelgebruikt synoniem voor ‘in één keer’, ‘direct’ of ‘meteen’. In mijn vorig leven als docent op een lyceum in Brabant gaf ik mijn leerlingen het advies om deze term, afkomstig van het woord ‘tegelijkertijd’, te vervangen door ‘meteen’. Ik dacht namelijk dat er een betekenisverschil was, en daarnaast vermoedde ik dat het gebruik van ‘gelijk’ in plaats van ‘meteen’ een verbastering was die zijn oorsprong vond in het Brabants dialect. Als oorspronkelijk Limburgse maakte ik mijn leerlingen hierop attent, zodat mogelijke verbasteringen van de Nederlandse taal als gevolg van hun geografische afkomst hen in hun verdere carrière niet in de weg zouden staan. Hetzelfde geldt voor het gebruik van het woord ‘eigen’, zoals in ‘eigengemaakt’, in plaats van ‘zelf’ en ‘zelfgemaakt’. In mijn beleving verwijst het woord ‘eigen’ naar iets wat bij je hoort, of iets wat je bezit. ‘Zelf’ verwijst daarentegen naar iets wat je doet. Daarom is het mijns inziens ‘zelfgemaakt’ in plaats van ‘eigengemaakt’, maar ik besef maar al te goed dat dit een kwestie van smaak is. Nu ik toch het woord ‘besef’ gebruik, wil ik even tussendoor zeggen dat het me verbaast dat het werkwoord ‘beseffen’ de laatste tijd vaak wederkerend gebruikt wordt. In plaats van dat men iets beseft, beseft men zich de laatste tijd veel meer. Alsof je iets kunt beseffen zonder dat dit naar jezelf verwijst, in tegenstelling tot verbazing, wat zich ook kan richten op iets of iemand anders.
En dan taalverandering op het gebied van uitspraak. Waar de term ‘live’ vroeger fonetisch werd uitgesproken als ‘laaif’ hoor ik nu meer en meer de uitspraak ‘lijf’, wat kan betekenen dat de uitspraak van de term wordt aangepast aan een meer Nederlandstalig concept, namelijk het lijfelijk aanwezig zijn op een bepaald moment. Daar kan ik goed mee leven. Waar ik niet mee kan leven, is dat de naam ‘Corona’ de laatste tijd door Nederlanders steeds vaker wordt uitgesproken als ‘Carona’, hetgeen vooral voorkomt bij sprekers van de Nederlandse taal van onder (of beneden) de rivieren. Als ik de voornaam ‘Carona’ had gekregen bij mijn geboorte, zou ik me aangesproken voelen, en niet in positieve zin. Gelukkig is dit bij mij niet het geval.
Ook politiek taalgebruik kan leiden tot taalverandering. Waar vroeger de termen ‘vooraf’ of ‘van tevoren’ volstonden, wordt er nu gesproken van ‘aan de voorkant’. Wat mij me doet afvragen of er dan ook sprake kan zijn van ‘aan de achterkant’, in de zin van ‘achteraf’ of ‘nadat’. Kortom: aan de voorkant was deze column bedoeld als een korte maar krachtige, en vooral milde, uitlaatklep voor mijn banale taalergernissen als taalfundamentalist. Ik besef nu, aan de achterkant, dat ik hier allerminst in geslaagd ben. Het zij zo. Er zijn ergere dingen.
yvanspijk zegt
Het woord ‘gelijk’ in de betekenis van ‘meteen’ is al in 1885 in het Woordenboek der Nederlandse Taal opgetekend: https://onzetaal.nl/taaladvies/gelijk-meteen/
Mogelijk heeft het feit dat het niet in alle regio’s gebruikt wordt, ervoor gezorgd dat het tot op de dag van vandaag veroordeeld wordt.
Uit je artikel kan ik niet goed opmaken of je er nu nog wel of niet meer tegen bent, maar wat vaststaat is dat het woord onterecht in het verdomhoekje wordt gezet.
‘Zich beseffen’ is niet iets van de laatste tijd. Het kwam ook al in het Middelnederlands voor: ‘so ic mi can beseffen’ (zo kan ik me beseffen).
Daarna verdween het een tijdje (in ieder geval uit de schrijftaal) om in de 19e eeuw weer terug te komen, dan wéér even te verdwijnen, en in de 20e eeuw opnieuw terug te komen. Zie o.a. dit artikel van Jan Stroop:
https://neerlandistiek.nl/2016/01/zich-beseffen-zich-bedenken-zich-begrijpen/
‘Zich’ komt en gaat dus. Dat is ook het geval bij ‘zich bedenken’.
Woorden als ‘eigengemaakt’ komen al eeuwen in het Nederlands voor:
https://onzetaal.nl/taaladvies/eigengemaakt/
Er is overigens een nuanceverschil vogens Onze Taal:
“Eigengemaakt heeft iets meer de betekenis ‘thuis gemaakt, niet kant-en-klaar gekocht’. Zelfgemaakt betekent iets sterker ‘niet door een ander gemaakt’.”
Dat ‘live’ nu weleens als ‘lijf’ wordt uitgesproken, komt waarschijnlijk doordat de ij/ei tegenwoordig dichter bij [ai] ligt dan vroeger. (Zoek op ‘Poldernederlands’.) Fonetisch is het bij velen nu [æi], met de [æ] die je ook in het Engelse ‘back’ hoort, in plaats van de conservatieve uitspraak [ɛi], met de [ɛ] van ‘pet’. Door die wandel komt de ij/ei [æi] van sommigen heel dicht bij de [ai] van Engelse leenwoorden te liggen, met als gevolg dat de klanken in hun perceptie en productie samenvallen – en wel in de vorm ij/ei [æi]. Het gebeurt zeker niet alleen bij ‘live’, dus het heeft niets te maken met een associatie met lijfelijk aanwezig zijn. Ik hoor het mensen doen bij alle Engelse [ai]-leenwoorden, zoals ‘Sprite’ (‘Sprijt’) en ‘kitesurfen’ (‘kijtsurfen’); sommige mensen doen het zelfs als ze Engels spreken.
De uitspraak ‘carona’ heb ik nog niet gehoord, maar ik weet wel dat mensen van onder de rivieren, onder wie ik, eerder ‘corrona’ dan ‘coorona’ zeggen en dat die korte o dichter bij de korte a ligt dan de Randstedelijke korte o. Zou dat het misschien kunnen zijn? Of heeft de uitspraak ‘carona’ die je hoort de a van ‘maan’? Mocht je een opname hebben (van tv bijvoorbeeld), dan ben ik heel benieuwd! 🙂
Rien Wisse zegt
Er zijn inderdaad ergere dingen, maar als berucht taalfundamentalist had u ‘staat hun in de weg’ of ‘staat ze in de weg’ moeten schrijven: meewerkend voorwerp. Niet ‘hen’ dus.
Wouter van Wingerden zegt
Ik sluit me aan bij de reactie van Yoïn. Daar wil ik nog aan toevoegen dat ik meteen alert ben als ik ‘verandering’, ‘de laatste tijd’ of ‘steeds vaker’ lees of hoor. In diverse van de genoemde gevallen is eerder sprake van door taalnormen onderdrukte aloude variatie dan van nieuwe ontwikkelingen die de aloude taalnormen verdrijven.
‘Zelfgemaakt’ en ‘eigengemaakt’ komen overigens ook langs in mijn artikel over ‘huisgemaakt’, Onze Taal december. In tegenstelling tot ‘eigengemaakt’ is ‘huisgemaakt’ wel een relatief nieuw fenomeen.