Door Marc van Oostendorp
Als laatste in deze reeks behandel ik een aantal overgebleven rechtse partijen, voor zover ze kans maken op Kamerzetels. Over PVV en FvD kan ik kort zijn: die hebben beiden als belangrijkste taalpunt dat het Fries (door de FvD ‘Frysk’ genoemd) ‘als tweede rijkstaal behouden’ moet blijven, alsof er iemand is die daarvan af wil. De PVV vindt ook nog een bijzondere consequentie van die status van het Fries dat er dús geen overheidscommunicatie in het ‘Turks of Arabisch’ moet zijn.
Sowieso valt op dat alle rechtse splinters die hun mond vol hebben van de Nederlandse identiteit, eigenlijk geen idee hebben wat ze met een belangrijke pijler van die identiteit, de taal, aanmoeten. Nieuwkomer aan de rechterflank JA21 heeft wat beter zijn best gedaan en noemt een paar betrekkelijk originele punten. Zo meldt de partij dat Nederlandstalig hoger onderwijs ook ten goede komt aan de emancipatie. Ik weet overigens niet op wat voor onderzoek het onderstaande gebaseerd is:
Ook studenten met een migratieachtergrond kiezen eerder voor een universitaire studie als Nederlands de voertaal is.
Opvallend is ook dat de partij het ‘versterken’ van de Nederlandse taal en cultuur als een ‘kerntaak’ ziet van het ministerie van Buitenlandse Zaken:
Het ministerie van Buitenlandse Zaken richt zich op de kerntaken: bevorderen van handel, inperken van illegale en kansarme immigratie, versterken van politieke en militaire allianties en een beleid van culturele diplomatie gericht op het versterken van de Nederlandse taal en cultuur.
De partij 50PLUS gooit er dan weer helemaal met de pet naar. Het programma bestaat uit bulletpoints. Van de dertien punten over onderwijs gaan er twee over taal:
– Onderwijs wordt aangeboden in de Nederlandse taal. Voor degenen die het Nederlands onvoldoende beheersen worden taalcursussen aangeboden.
– De Nederlandse taal wordt o.a. via het onderwijs gestimuleerd voor alle Nederlanders en degenen die dat willen worden.
Opvallend in deze formuleringen is natuurlijk de totale vrijblijvendheid: cursussen worden ‘aangeboden’, de taal wordt ‘gestimuleerd’. Hiermee is 50PLUS misschien wel de partij die de minste urgentie uitdrukt. Alleen het eerste zinnetje van de eerste bullet point zou je zo kunnen interpreteren dat onderwijs alleen in het Nederlands wordt aangeboden, en dus niet bijvoorbeeld in het Fries (Frysk) of het Engels; dat is dan wel tamelijk radicaal.
Het meest serieus op het gebied van taal is de SGP. De partij heeft bijvoorbeeld het concreetste idee over het schoolexamen van het hele politieke spectrum:
In het centraal examen Nederlands moeten de verschillende taalvaardigheden evenwichtiger aanwezig te zijn. Bijvoorbeeld meer inzet op schrijfvaardigheid.
Ook heeft de partij een nuttige eigen invalshoek op de verengelsing:
Er is meer aandacht nodig voor andere moderne vreemde talen dan het Engels, vooral het Duits en het Frans. Voor de grensregio’s dient er een actieplan te komen met de lokale overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
Ook wie de studie Nederlands ter harte gaat, kan bij de SGP terecht:
De overheid moet waarborgen dat er een toegankelijk aanbod is van voldoende opleidingen in de Nederlandse taal en literatuur.
Zoals er ook ideeën zijn over de rest van het hoger onderwijs:
Engels dient in het hoger onderwijs alleen dán de voertaal te zijn als studenten daarmee méér gebaat zijn dan met het Nederlands en dient niet louter ingezet te worden als concurrentiemiddel in de slag om studenten. De (schriftelijke) taalvaardigheid in het Nederlands mag niet lijden onder het gebruik van het Engels.
Geen van de genoemde partijen biedt alternatieve versies aan in eenvoudige taal, gebarentaal of een taal die geen Nederlands is (dus zelfs niet het Frysk). De SGP is, net als de VVD eerder, vergeten van de naam van het pdf-bestand het achtervoegsel –def.pdf te halen; dat is wel nog altijd beter dan FvD, want van die partij is, zelfs een paar weken na de verkiezingen, alleen een ‘conceptverkiezingsprogramma’ te vinden.
Afbeelding: Wikipedia
Laat een reactie achter