Wetenschappelijk verouderd leesonderwijs in Nederland
Sinds het meest recente PISA onderzoek weten we dat Nederlandse leerlingen vooral leesvaardiger zouden worden als ze kunnen ‘diep lezen’. Daarin blijven ze achter, en in de twee afgelopen nummers van het tijdschrift Levende Talen Magazine gaven Patrick Rooijakkers, Gerdineke van Silfhout en Huub van den Berg aan dat ‘één waarschijnlijke verklaring hiervoor is dat het Nederlandse leesonderwijs in het voortgezet onderwijs vanuit wetenschappelijk oogpunt nogal verouderd is (2021:1, 18).’ In twee artikelen geven Rooijakkers, Van Silfhout en Van den Berg aan welke wetenschappelijke inzichten het leesonderwijs niet bereikten, en hoe diep lezen volgens de nieuwste wetenschappelijke inzichten in de klas wel zou moeten.
Ik citeer een oplossing uit het tweede artikel om te laten zien in welke richting zij denken:
Wat kun je in de les doen? Gebruik allereerst een veelheid aan leestaken en gebruik daarbij, zeker in de bovenbouw, vaak meerdere documenten over één onderwerp. Laat leerlingen niet alleen de inhoud en argumentatieve aanvaardbaarheid van één tekst bespreken maar ook diepgaand de inhoud en kwaliteit van bronnen vergelijken en evalueren. Laat ze nadenken over de criteria die ze daarbij gebruiken. En laat ze vervolgens samen de informatie uit meerdere documenten logisch en coherent ordenen, integreren. Je traint ermee vaardigheden die in een wereld vol multiperspectiviteit en fake news gedurig aan belang winnen.(2021:2, 9).
De nieuwe taakinrichting die hier gegeven wordt (meerdere teksten lezen, niet alleen argumentatieve aanvaardbaarheid laten beoordelen, maar ook informatie op waarde leren schatten) is niet wezenlijk anders dan de taakinrichting in de – volgens Rooijakkers, Van Silfhout en Van den Berg nog steeds heel invloedrijke – methode Leesvaardigheid Nederlands: Omgaan met zakelijke teksten van Hendrix en Hulshof (1994). Die methode vond een basis in het werk van de Utrechtse taalbeheerser Wim Drop.
Ik ben het helemaal met Rooijakkers, Van Silfhout en Van den Berg eens dat het leesonderwijs in Nederland wetenschappelijk gezien verouderd is, maar voorspel dat werken volgens hun nieuwe aanpak niet gaat helpen in het aanleren van dieper leesbegrip. Daarvoor is een fundamentele verandering nodig in twee uitgangspunten van het huidig leesonderwijs: het uitgangspunt dat zakelijke en niet-zakelijke teksten twee verschillende manieren van lezen vragen, en het uitgangspunt dat in zakelijke teksten de auteursintentie allesbepalend is.
Twee andere uitgangspunten van leesonderwijs
In dezelfde decennia dat Drop aan de basis van de taalbeheersing werkte en de auteursintentie centraal stelde in begrijpend lezen, publiceerde de Franse filosoof Roland Barthes het essay La mort de l’Auteur (De dood van de auteur). Barthes wilde af van een traditie waarin teksten alleen uit de auteursintentie verklaard mogen worden. Een tekst heeft niet de betekenissen die een lezer uit de tekst haalt, maar de betekenissen die de lezer aan de tekst geeft. La mort de l’Auteur heeft voor een ommekeer in de letterkunde gezorgd: weg van structuralistische analyses, weg van de aandacht voor de auteur achter een werk, alle aandacht ging naar de lezer. Een paar jaar later publiceerde Barthes overigens Le plaisir du texte(Het plezier van de tekst) waarin hij nog eens uitlegt hoeveel plezier deze manier van lezen oplevert. In het licht van huidige discussies over afnemend leesplezier een interessant essay.
Terwijl dus de taalbeheersers bij het leren lezen steeds meer de intentie van de auteur centraal stelden, deden letterkundigen dat steeds minder. En letterkundigen, die zich voorheen vrijwel uitsluitend met niet-zakelijke teksten bezighielden, gingen in diezelfde tijd naar zakelijke teksten kijken omdat het idee van ‘cultuurteksten’ ontstond (cultuurteksten is de Nederlandse vertaling van het woord discoursen van Maaike Meijer). Idee is dat cultuurteksten geen fysiek bestaande teksten zijn, maar verzamelingen van breed geaccepteerde ideeën (veelal historisch verankerde motieven, thema’s en vormen van representatie). Die ideeën zijn overal om ons heen terug te zien, in zakelijke en niet-zakelijke teksten. De cultuurteksten bieden samen een onbeperkte herhaling van voor Nederland specifieke ideeën en kijkjes op de werkelijkheid.
Het beste van twee wetenschappelijke tradities
Wat nu als we die inzichten van de letterkundigen koppelen aan wat er momenteel aan oplossingen in lijn met Drop worden aangedragen om dieper lezen te stimuleren? Belangrijke oplossing die nu gesuggereerd wordt, is het aanbieden van rijkere teksten. Dat is een goed idee, maar rijkere teksten aanbieden betekent niet automatisch ‘rijker lezen’ als je vasthoudt aan het uitgangspunt dat de tekst en auteursintentie de lezer altijd naar één betekenis leiden. Dat ‘rijker, dieper lezen aanleren’ vraagt om andere leestraining, en die hoeft tijdrovender te zijn dan wat er nu gebeurt als we begrijpend lezen en literair lezen als één en dezelfde vaardigheid zien. Je oefent dus het een terwijl je ook het andere doet, als je niet meer uitgaat van het idee dat het lezen van zakelijke teksten iets heel anders is dan het lezen van literaire teksten.
Wat betekent dat concreet voor de manier waarop je diep lezen aanleert? Je kunt leerlingen laten werken met een methode die in de letterkunde zeer gebruikelijk is, de drietrapsaanpak van begrijpen (wat staat er, pak er bijvoorbeeld een woordenboek bij als dat niet duidelijk is), analyseren (in welke vorm staat het er, ontleed die), en wat is een mogelijke interpretatie (hoe kun je tot dieper begrip komen door de analyse van de vorm bij de inhoud te betrekken).
Een voorbeeld van een diepteboring
Ik geef graag een voorbeeld, een diepere lezing van een stukje zakelijke tekst: ‘de BV Nederland’. Eerste begrip: het is een term die politici sinds ca. 2010 veel gebruiken om het land Nederland mee aan te duiden, een term die Nederland gelijkstelt aan een bedrijf met aandeelhouders en winstoogmerk. Vormanalyse: het is een metafoor, een pakkend beeld dat wordt gebruikt om Nederland een zelfbeeld te geven/het zelfbeeld van Nederland weer te geven. Interpretatie: dat beeld past in een lange traditie van Nederlanders die zichzelf met koopmannen vergelijken, maar heeft als nieuwe invalshoek dat die koopmannen dat vooral uit winstoogmerk doen (terwijl in vroeger tijden de koopman en de dominee vaak in één adem genoemd werden, en die koopman dus gecombineerd werd met iemand die primair het moreel besef van Nederland vertegenwoordigde).
Als je leerlingen op dat type lezing aan wilt sturen, kun je ze meer dan één tekst geven (bijvoorbeeld een interview met Rutte waarin hij deze term gebruikt, een overheidswebpagina waarop uitgelegd wordt wat een BV is, en een krantenartikel over het zelfbeeld van de Nederlander als koopman), en ze uitnodigen actief met die inhoudelijke kennis aan de slag te gaan. Wat kunnen ze aan dieper begrip vinden door deze interpretatieve methode te volgen? Kennisinhouden uit die verschillende teksten met elkaar te verbinden en zo tot interpretaties te komen: dat is dieper leren lezen.
Zo leer je leerlingen dat er naast auteursintenties ook interpretatiemogelijkheden zijn. En dat interpreteren niet een louter persoonlijk begripsproces is, maar een proces dat in hoge mate gestuurd wordt door de cultuur waarin je opgroeit en die je kent. In instructies, verslagen of mededelingen zit die cultuur net zo goed ingebakken, en treedt die sturing net zo op – alleen vaak minder zichtbaar en expliciet dan in de taal die politici vaak gebruiken. Het gaat er niet om dat je de hele dag zo leest en alles zo leest, maar om iets wat je kunt als een diepe lezing gewenst is.
We zijn ons al redactie van LitLab aan het beramen op hoe we dit leesonderwijs vorm kunnen geven, ook voor de onderbouw. Naast de uitgebreide Proeven en Leesclubs denken we nu aan Diepteboringen (werktitel): kleine leesoefeningen waarin je flink de diepte in gaat om de vaardigheid van het diep lezen te oefenen.
Marian zegt
Ik zie met plezier de diepteboringen tegemoet! Wat een mooi en goed initiatief.
Andrea Visser zegt
Inderdaad! Boeiend voor leerlingen en ook voor leraren. Dit zou heel motiverend kunnen zijn.