De landsgrens NL-BE trekt een duidelijke scheidingslijn doorheen het Nederlandse taalgebied voor wat betreft de huidige betekenis(sen) van een handvol woorden en uitdrukkingen; in deze gevallen gebruiken Nederlanders en Vlamingen dus dezelfde termen maar bedoelen ze er iets anders mee.
Het spreekt voor zich dat je hier een momentopname ziet, want zoals het een levende taal betaamt, is ook de onze altijd in beweging – met regelmaat vinden er dan ook talige uitwisselingen plaats tussen noord en zuid.
Klappen
Mijn Nederlandse schoonvader hoorde eens tijdens een gesprek over NL-BE-verschillen een Vlaamse vrouw zeggen: ‘Ne Vlaming klapt van ne fiets en nen Hollander klapt van ne vélo’, waarop mijn schoonvader repliceerde: ‘Wij Nederlanders blijven gewoon op onze fiets zitten hoor!’ Het verborgen misverstand in deze dialoog: van een fiets klappen interpreteert de Nederlander als van een fiets donderen. ‘Klappen van’ interpreteert de Vlaming echter als praten over. (De vorm klappen van is echter zeldzaam i.v.m. de vorm klappen over.)
Een zegswijze die gebruikt wordt in ons ganse Nederlandse taalgebied is het klappen van de zweep kennen. Inderdaad: het werkwoord klappen is van oorsprong een klanknabootsend woord. Klap! (zie: M. Philippa, e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam) Lang geleden vormde zich in de geesten de indruk dat praten ook wel iets heeft van een klapperend geluid, en sinds de 13de eeuw gebruikt men het werkwoord klappen dan ook om spreken mee aan te duiden (zie N. van der Sijs (2001) Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdam).Vergelijkbaar hiermee is het gebruik van kletsen.
In Vlaanderen is het klappende spreken tot op vandaag levendig bewaard gebleven.
Zo kunnen twee Vlamingen met elkaar klappen, of nog typischer geformuleerd: een klapke doen. Als je als Nederlander van een Vlaming te horen krijgt ‘Wij moeten eens klappen’, is dat op zich dus geen reden om weg te hollen – hoewel dat specifieke zinnetje meestal toch wel de aankondiging is van een moeilijk gesprek.
Maar is het klappen in de betekenis van spreken dan helemaal verdwenen uit het Algemeen Nederlands? Nee hoor: klappen zit integraal in het woord verklappen, en het leeft ook voort in de uitdrukking Uit de school/biecht klappen.
Lekker
Vlamingen zijn over het algemeen redelijk vertrouwd met dit basiswoord van het Hollandse vocabulaire, dus van spraakverwarring is er weinig sprake. De gebruiksbreedte van lekker is echter dermate verschillend in NL vs. BE dat het woord hier niet kan ontbreken.
Als bijvoeglijk naamwoord met de betekenis aangenaam van smaak of geur, is lekker in ons taalgebied aanwezig vanaf ten laatste de 14de eeuw (zie N. van der Sijs (2001) Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdam) De hedendaagse Vlaming bepaalt zich grotendeels tot deze grondbetekenis; als je hem lekker hoort zeggen, zijn er bijna altijd etenswaren of drankjes in de buurt. Bijna altijd, want ook een persoon kan ‘lekker’ zijn, d.w.z. seksueel aantrekkelijk, en seksuele activiteiten kunnen ook met lekker gekwalificeerd worden. Voor het overige neemt de Vlaming het woord niet vaak in de mond, hoewel NL-Nederlandse uitingen met lekker mondjesmaat Vlaanderen binnensijpelen (of is er sprake van een onafhankelijke evolutie?).
Laat in ieder geval dit duidelijk zijn: de hedendaagse Nederlander gebruikt het woord de héle dag door. In het noorden van ons taalgebied kan namelijk nagenoeg alles lekker zijn. Van smaak en geur, tast en gevoel, tot aangenaamheid in de meest ruime zin van het woord: de Nederlander laat hier een indrukwekkend staaltje betekenisuitbreiding zien. Laatst zei mijn schoonvader me bijvoorbeeld dat-ie het ‘lekker’ vond dat je helemaal rondom mijn huis kan lopen – serieus! Meer typische voorbeelden: languit op het gras liggen, rustig op een bankje zitten keuvelen met een kopje thee, fietsen doorheen de duinen met de wind in je haren, een dagje vrij zijn van het werk enzoverder enzovoort: lekker is voor de Nederlander alles wat een aangenaam gevoel geeft. Zoals ik hierboven al aangaf, is dit ruimere gebruik van het woord de Vlaming niet geheel vreemd. Een Vlaming durft weleens dingen zeggen als ‘En nu even lekker in de zetel liggen’ en ‘Het is hier lekker rustig’ – dit type uitingen zijn in Vlaanderen echter, vergeleken met de situatie in Nederland, verwaarloosbaar in aantal.
Drabkikker zegt
Ha, dat voorbeeld van “lekker” in de context van om je huis kunnen lopen vind ik als Nederlander inderdaad totaal niet opmerkelijk.
Is dan ook het kindergebruik van “lekker” in Vlaanderen zeldzaam? In Nederland kun je jonge kinderen regelmatig dingen horen zeggen als “Ik ben lekker vier”, “Ik heb lekker een ijsje” etc. Bij voorkeur langgerekt drenzerig uitgesproken. Toen ik klein was kreeg je een reprimande van je ouders als je zoiets zei, want de implicatie “en jij lekker niet” werd niet als netjes beschouwd. Iets zegt me dat de opvattingen daarover intussen enigszins zijn verschoven…
roeland cortois zegt
Daar zeg je me iets! Ik kan me dat soort uitspraken van Vlaamse jonge jeugd inderdaad vaag herinneren. Wellicht dwaalt hier nog een Vlaamse ouder rond die ons meer kan vertellen hierover.
In ieder geval komen uitspraken in de trant van ik ben lekker dit, ik ben lekker dat, wel voor in Vlaanderen.
Drabkikker zegt
Ah, interessant. En heb je “lekker puh” (= net goed, dat zal je leren e.d.) ook in Vlaanderen?
roeland cortois zegt
Nooit van gehoord, en ik toef reeds 10.5 jaar in Nederland. Maar dat laatste feit betekent dus dat ik van het actuele woordgebruik in Nederland nóch in Vlaanderen een zeer goed beeld heb! Ik doe mijn best, dat wel.
Marcel Meijer Hof zegt
Doch lekker kan ook het tegendeel uitdrukken in het gesproken Nederlands. « Da’s ook lekker zeg ! » bij iets onaangenaams. Er hoort dan wel een passende intonatie bij in de trant van ‹ helemaal niet ›.
Jan Uyttendaele zegt
Het komt me voor dat het werkwoord ‘klappen’ in de betekenis van ‘praten’ vandaag de dag alleen nog in Vlaamse dialecten wordt gebruikt. Aangezien dialecten vaak niet geëvolueerd zijn, maar een oudere taalfase van het Nederlands weergeven, hoeft ons dat niet te verbazen. Het lijkt me in ieder geval geen typisch ‘Belgisch Nederlands’ woord te zijn. Komt het voor in de resultaten van lexicologisch onderzoek?
Julius zegt
‘Ne Vlaming klapt van ne fiets en nen Hollander klapt van ne vélo’ lijkt me een onwaarschijnlijke uitspraak. Nederlanders klappen nooit van een vélo; Belgische dialectsprekers wel.
roeland cortois zegt
Juist, Julius! Die fout heb ik niet opgemerkt, zelfs met al dat herlezen. ’t Moet inderdaad zijn: ne Vlaming klapt van ne vélo, nen hollander van ne fiets’. Slordigheid.
Dank!
Jan Boeren zegt
Wel eens gekeken naar Nederlandse kookprogramma’s? Daar is alles lekker: ‘Snijd de aardappelen lekker klein, doe lekker in de pan, roer lekker door met een pollepel, doe lekker op het bord’. Maar of het nu echt lekker is blijft de vraag.