Door Marc van Oostendorp
Intonatie, de toonhoogte van je stem die bijvoorbeeld omhoog gaat aan het eind van een vraag en omlaag aan het eind van een bewering, is waarschijnlijk een van de oudste aspecten van taal. Ook ratjes blijken er gevoelig voor, zo blijkt uit een recent artikel in het tijdschrift Cognition.
Achterstevoren
De onderzoekers, Juan Toro en Paola Crespo van de Catalaanse universiteit Pompeu Fabre, probeerden de ratjes een rij woorden te leren. Sommige ratjes kregen daarbij de intonatie die mensen gewoonlijk op een woord leggen als ze dat in isolatie uitspreken: aan het begin gaat de toon heel snel omhoog, en daarna gaat hij langzaam naar beneden. Anderen kregen dezelfde woorden, maar dan met een gemanipuleerde intonatie die bijvoorbeeld helemaal vlak was, of willekeurig omhoog of omlaag ging.
De ratjes die de ‘natuurlijke’ intonatie hoorden bleken in het voordeel. Kennelijk klinkt die manier van spreken – die natuurlijk is door de mechanica van het spreken, je begint met meer druk op je stembanden bij het begin van uitademen en eindigt met minder druk: hoe meer druk hoe hoger de toon – ook voor ratjes beter. (Overigens hadden de ratjes er ook voordeel van als de intonatie precies achterstevoren over het woord werd gelegd.)
Pad
Het heeft dus niet eens zozeer met taal te maken, maar is misschien eerder omgekeerd. Menselijke taal is gaan meeliften op dit soort algemene voorkeuren van zoogdieren. We weten ook dat de specifieke intonatie van de moedertaal een van de eerste, zoniet het allereerste, is wat een baby leert, al in de moederschoot. En er zijn aanwijzingen dat die intonatie vervolgens door jonge kinderen gebruikt wordt om ook bijvoorbeeld dingen te leren over de zinsbouw in die moedertaal.
Als dat allemaal klopt, volgt het leren van de moedertaal dus in razend tempo het pad van de evolutie: het begint bij de intonatie die ook andere zoogdieren herkennen, en wordt gaandeweg ingevuld met woorden en zinsstructuren.
Berthold van Maris zegt
Ik neem aan dat ze ook gekeken hebben naar de intonatiepatronen van de geluidjes die ratten onder elkaar maken?
Als die patronen lijken op de patronen waar de ratten in het onderzoek het best mee overweg konden, dan zou de verklaring kunnen zijn: ze kunnen het best overweg met de patronen waar ze aan gewend zijn. Dat die patronen lijken op de patronen in menselijke spraak, komt door de natuurlijke eigenschappen van geluid maken met zoogdiermondjes (zoals je al vermeldt). Dat die natuurlijke eigenschappen aan de basis liggen van onze fonologie, ja, dat is iets wat je mag verwachten of wat we eigenlijk al wel wisten, toch?
Marc van Oostendorp zegt
Ze hebben – in ieder geval in dit onderzoek – niet gekeken naar de klanken die ratten produceren, maar het zou inderdaad verbazingwekkend zijn als die heel anders zijn dan dit soort heel simpele menselijke intonatiepatronen, omdat die verklaard kunnen worden door de aerodynamica en de fysiologie. Toch vind ik het interessant dat ratten kennelijk verschil maken tussen ‘natuurlijk geluid’ en ‘onnatuurijk geluid’. Ja, aan dat eerste zijn ze meer ‘gewend’, maar dat zou op zich ook kunnen betekenen dat ze uberhaupt niet op intonatiepatronen letten en daar volkomen ongevoelig voor zijn. Ze worden namelijk geconfronteerd met signalen die voor hun oren op allerlei manieren toch niet natuurlijk zijn (namelijk woorden).