• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Wat gebeurt er als een nonsenswerkwoord op een -t eindigt in de ik-vorm?

2 maart 2021 door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

Door Marijke De Belder en Esther Ruigendijk

Tijdens een experiment dat op 23 februari 2021 op Taalpost verscheen, hebben 800 moedertaalsprekers aangegeven of ze nonsenswoorden als werkwoorden of als zelfstandige naamwoorden ervaren. Ze moesten dan bijvoorbeeld kiezen tussen ‘ik splum’ (werkwoord) en ‘een splum’ (zelfstandig naamwoord). Het werkwoord stond altijd in de eerste persoon enkelvoud (de ik-vorm). Alle nonsenswoorden in dit experiment bestonden uit één lettergreep. De nonsenswoorden waren zo geselecteerd dat ze zo min mogelijk leken op bestaande Nederlandse woorden.

Uit eerder onderzoek en uit een vorig experiment weten we dat Nederlandstaligen woordsoortspecifieke lettergreepvoorkeuren hebben. Nederlandstaligen hebben de volgende voorkeuren voor werkwoordsstammen:

  • één lettergreep is veel beter dan meer lettergrepen (ik splum is beter dan ik splurgoom)
  • een korte lettergreep is veel beter dan een langere lettergreep (ik zum is beter dan ik zurps)

Voor zelfstandige naamwoorden gelden die voorkeuren ook wel een beetje, maar ze wegen dan véél minder door. Uit dit experiment kwamen die voorkeuren opnieuw heel sterk naar voren: korte lettergrepen werden vaker als werkwoord gezien dan lange, complexere lettergrepen.

We proberen heel precies te weten te komen wat we nu een fijn werkwoord vinden qua lettergreepstructuur. Wat dit experiment precies testte, was of het een verschil maakt of de lettergreep op een -t eindigt als je een ik-vorm test. Is er een verschil tussen ik dweup (geen -t aan het einde) en ik dweut (wel een -t aan het einde)?

Hypothesen

Je kan logisch drie hypothesen hebben:

  • Het maakt niet uit of een lettergreep op een -t eindigt in de ik-vorm.
  • Het is beter voor een werkwoord om op een -t te eindigen in de ik-vorm.
  • Het is slechter voor een werkwoord om op een -t te eindigen in de ik-vorm.

Voor elke hypothese valt iets te zeggen. Het kon echt alle kanten opgaan. Voor we de uitkomst verklappen, bespreken we eerst even waarom dat zo is.

Pleidooi voor hypothese 1: Het maakt niet uit

Er zijn heel wat normale werkwoordstammen in het Nederlands die eindigen op een -t: zit, wacht, laat, … Niemand vindt de vorm ik zit vreemd, dus zouden we nonsenswerkwoorden zoals ik dweut ook niet raar mogen vinden. We hebben dit eens uitgetest met een artificiële leerder. Deze artificiële leerder is een computerprogramma dat kan doen alsof het een taal leert en dan kan melden welke patronen het detecteerde. We hebben dat programma duizenden bestaande Nederlandse werkwoordstammen met hun frequenties als input gegeven. Dat programma berekent dan statistische generalisaties. We hebben het programma gevraagd of het uitmaakt voor de welgevormdheid van een Nederlandse werkwoordstam of die eindigt op een -t. Het maakte niet uit, de software zag geen verschil: de -t gedraagt zich niet anders dan andere medeklinkers als laatste medeklinker van Nederlandse werkwoordstammen. Het programma zag ook geen verschil tussen nonsenswoorden met een -t of zonder -t als waarschijnlijke Nederlandse werkwoordstammen. Als 800 robots in plaats van 800 mensen het experiment hadden uitgevoerd waren we zeker geweest van deze uitkomst: het maakt niet uit.

Pleidooi voor hypothese 2: Het wordt beter met een -t

Lettergrepen die je beter kan vervoegen als een werkwoord zijn betere werkwoorden. Als je een werkwoordsvorm beoordeelt, neem je daarom de hele vervoeging mee in je overweging. (Dit is voorgesteld door John McCarthy). Je zult dan voor het Nederlands bij bijvoorbeeld ik zim onderbewust niet alleen aan ik zim denken, maar ook aan jij zimt, hij zimt, wij zimmen, gezimd, … Volgens het voorstel van McCarthy geef je aan elke vorm in de vervoeging een oordeel dat aangeeft hoe welgevormd het woord is en het totaal van die scores bepaalt dan je uiteindelijke oordeel.

Als we aan de hele vervoeging denken, dan verwacht je dat voor langere lettergrepen een werkwoordstam die eindigt op een -t beter is dan een werkwoordstam die eindigt op een andere medeklinker. Vergelijk eens de volgende vervoegingen van nonsenswoorden:

  • ik sarks (3 medeklinkers na de klinker) ik sarkt (3 medeklinkers na de klinker)
  • jij sarkst (4 medeklinkers na de klinker) jij sarkt (3 medeklinkers na de klinker)
  • hij sarkst (4 medeklinkers na de klinker) hij sarkt (3 medeklinkers na de klinker)

Het probleem met langere lettergrepen die niet op een -t eindigen is dat ze behoorlijk slecht worden in de jij-vorm en de hij-vorm. Sarkst is als lettergreep even lang als herfst. We weten dat lettergrepen van het type herfst zeldzaam zijn en als minder normaal ervaren worden. Als je aan de vervoeging van sarksen dan een welgevormdheidsscore moet geven, is die score niet zo denderend. Het nonsenswerkwoord sarkten heeft dat probleem niet. In de jij-vorm en de hij-vorm groeit het niet tot het type herfst (4 medeklinkers aan het einde), maar blijft het ‘slechts’ zo lang als het type markt (3 medeklinkers aan het einde). In de vervoeging van sarksen en sarkten zie je dat het een voordeel zou kunnen zijn voor een Nederlands werkwoord om op een -t te eindigen. Als McCarthy gelijk heeft, houd je daar ook in de ik-vorm rekening mee.

Pleidooi voor hypothese 3: Het wordt slechter met een -t

Nederlandstaligen weten natuurlijk dat de -t de uitgang is van de jij-vorm en de hij-vorm. In de ik-vorm straffen ze een nonsenswerkwoordstam daarom af voor een -t aan het einde.

Op welke hypothese zou u uw geld inzetten?

Resultaten

Zonder enige twijfel blijkt hypothese 3 waar te zijn: Nederlandstaligen vinden het maar niets als een ik-vorm op een -t eindigt. Het maakt daarbij niet uit of we het over een eenvoudige lettergreep hebben (ik deut versus ik deup) of een langere lettergreep (ik dilgt versus ik dilgs). Het belangrijkste voor lettergrepen blijft hoe complex ze zijn: we willen echt liever korte lettergrepen als werkwoorden. Maar binnen elk type lettergreep zie je dat vormen die op een -t eindigen steeds veel minder vaak als werkwoord in de ik-vorm gezien worden dan andere lettergrepen.

In de bovenstaande grafiek ziet u bijvoorbeeld een vergelijking tussen nonsenswoorden met een korte klinker die eindigen op een -s en op een -t. De Y-as toont in percentage hoe vaak het nonsenswoord als werkwoord werd aangevoeld. De X-as beschrijft hoe de lettergreep langer wordt: van twee medeklinkers na de korte klinker (zoals in het bestaande woord hart) naar drie (zoals in markt) naar 4 (zoals in herfst).

Conclusie

Waarom we nu precies andere lettergreepvoorkeuren hebben voor werkwoorden dan voor zelfstandige naamwoorden, dat moeten we nog verder onderzoeken. Maar we hebben hiermee wel een extra puzzelstukje van de puzzel gelegd. Een voordeel in de vervoeging lijkt helemaal niet door te wegen. En mensen gedragen zich niet als een computerprogramma: we lijken met zaken rekening te houden die voorbij statistische patronen liggen.

Afbeelding: Grietje de Wit-Poort, Pinterest

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: morfologie

Lees Interacties

Reacties

  1. DaafSpijker zegt

    2 maart 2021 om 17:04

    Ik mis de in de op een na laatste alinea genoemde grafiek. Da’s jammer

    Beantwoorden
  2. Tzvi Mol zegt

    2 maart 2021 om 21:07

    Ik ben Nederland uit sinds 1966 en de taal is erg veranderd maar de artikels zijn erg interessant.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d