Pronomina in de lyriek (14b)
Er is een nieuwe (‘uitgebreide en herziene’) editie van de Encyclopedie van grote woorden van Mark Boog! Het gedicht Inspiratie is herzien, waarbij men vervangen is door ik. Maar daarvoor in de plaats zijn nieuwe gedichten gekomen waarop het ment dat het een aard heeft (Gezondheid: ‘Men laat zijn gegeven paard geregeld / speels loslopen – zo’n dier / heeft ook behoeften –’). En voor Inspiratie staat nog altijd een gedicht dat een pronomen tot ‘groot woord’ verklaart: ik. Het is een beetje veranderd sinds de vorige keer, maar dit betreft alleen regelafbrekingen en een enkel geschrapt woord:
Ik
Zie daar: ik. Voor spiegels te staan
en zo lang te kijken dat men zichzelf wordt:
een ander. Onthutsende ervaring: onze gewoonte
is stuitend. Wat verbeelden wij ons?
Dat wij weten wie we zijn.Ik ken mij
minder dan jou, jij mij meer dan jezelf.
De eenvoudigste zaken zijn de ingewikkeldste.Ik zie liever jou, voor wie in deze spiegel altijd plaats is –
ik neem mij terug door even over tegengestelde schouders te kijken,
daarna bijna zichtbaar weer in mij te varen.
We glimlachen wee naar elkaar, dubbel.
Ik vind het spelletje in de laatste regel (we wordt wee en dat is ‘dubbel’) leuk, ook omdat ’t het ernstigere spel van het hele gedicht samenvat, de manier waarop ik niet kan bestaan zonder een ander, al is het maar de ander in de spiegel). Hoe dan ook kan het hier de eerste persoon zijn (enkelvoud, ik, of meervoud, we), maar ook de tweede (jij) en de derde (men).
Maar het interessantst zijn de verzwegen pronomina in de eerste twee regels. Als je ervan uitgaat dat iedere zin een onderwerp moet hebben, dan is dat onderwerp (al dan niet verplicht) verzwegen. In de allereerste zin staat bijvoorbeeld een gebiedende wijs (‘zie daar’) waarin het onderwerp impliciet jij is. Meteen daarna komen er nóg twee beknopte bijzinnen, met ook daarin dus verzwegen onderwerpen, die in de taalkunde wel worden gezien als ‘stille’ of ‘lege’ pronomina: ‘voor spiegels te staan’ en ‘zo lang te kijken’. En zo begint een gedicht over een voornaamwoord met drie stille voornaamwoorden, die geen van allen ik betekenen. En toch weer wel.
Bestel deze bundel rechtstreeks bij de dichter.
Laat een reactie achter