De gister overleden schrijver Hafid Bouazza schreef geen gedichten, maar vertaalde ze wel — onder meer uit het Arabisch.
Zij kwam toen de bewakers sliepen rondom mij
Terwijl de winden twistten met de muskus van de nacht
En de tooi om haar rilde hals een gezang –
Beantwoord door de sjerp – van onrustig geruisel voortbracht
Ze was op haar hoede voor het lichten van de ochtendzuil
Uit vrees dat een schandaal ons zou treffen:
Dat in een duistere nacht een dageraad
een dageraad beangstigt kon ik nimmer beseffen
*
Een flankenwieger – haar gestalte
Lenig en haar billen glooiendzwaar –
Kwam langs en de nacht die zo kort door haar was
Vloog weg met geen andere vleugels dan vreugden
In die meest weldadige nacht dat zij bezocht
Werd ik tot de dageraad omhelsd door de dageraad
Om mijn schouder hingen van haar onderarmen bandeliers
En om haar leest van mijn onderarm een gordel
Ibn Az-Zaqqāq (ca. 1095-1134)
••
Een aarsgat als het deeg van de fijnste bloem
Van een schoonheid die de nuchteren dronken achterlaat
Van een deerne met een buitenlandse tong
Een slavin die koningen in ketens slaat
Fier weerde ik haar van de ogen af en zij gaf toe —
De harten van de hoerenlopers zijn vol verbazing
Ik ontkleedde haar van haar gewaden en zij sprak mij toe: –
O maestro hebt u zin? – en ik antwoordde: – Certe da me * honing –
Ibn Al-Muṯarriz (874-956)
Vertaling: Hafid Bouazza (1970-2021)
*Spaans: ‘zeker, geef mij’. In het Arabische origineel is dit stukje in het Perzisch.
Foto’s: Wikimedia Commons
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter