Een bezoek en een boek van Rita Felski, dat zijn gebeurtenissen om naar uit te kijken. Het werk van deze Brits-Amerikaanse, regelmatig in Odense residerende en soms het nabijgelegen Groningen bezoekende literatuurwetenschapper volg ik ongeveer sinds 2008, toen haar boek Uses of Literature verscheen. Terwijl ik nog nagloeide van theorieën als die van Pierre Bourdieu (maar er niet in slaagde die werkelijk productief te maken) en gaandeweg overtuigd raakte van een functionalistisch perspectief op cultuur (niet wat literatuur is, maar wat zij doet), wees Felski op het belang van onderzoek naar het concrete gebruik dat mensen van literatuur maken. Ook in haar nieuwe boek, Hooked. Art and Attachment wordt geen dwingend theoretisch kader gepresenteerd en evenmin een pasklare onderzoeksmethode. Het zal om die reden met wellicht de nodige scepsis ontvangen of enigszins genegeerd worden. Dat zou jammer zijn, want Hooked biedt stof tot nadenken over wat wij als letterkundigen doen, waarom en voor wie. Dat zijn volgens mij wezenlijke vragen in een tijd waarin de geesteswetenschappen meer dan ooit onder druk staan.
Hooked schetst de krijtlijnen van een nieuw perspectief op het bestuderen van literatuur voorbij het deconstructivisme, waarbinnen scepsis een dogma werd. Terwijl Felski, zelf gepokt en gemazeld in ‘critical theory’, het belang van ontmaskerende interpretaties onderschrijft, is zij doordrongen van het besef dat de professionele interpreet wellicht een stapje terug moet zetten om recht te doen aan de diversiteit van oordelen en interpretaties binnen een samenleving. Net als in eerdere boeken ontwikkelt Felski een vocabulaire waarmee relaties tussen mensen en teksten kunnen worden geduid. Hier zijn dat: ‘attunement’, ‘identification’ en ‘interpretation’. Geïnspireerd door Bruno Latours Actor Network Theory wil zij onderzoeken ‘how people connect to art and how art connects them to other things’.
Voor mijn onderwijs heeft Felski belangrijke gevolgen gehad. Meer dan vroeger laat ik eerste orde-observaties van studenten leidend zijn voor interpretatieve en literatuurhistorische verdieping, zoals ik ook het ‘lekenoordeel’ over literatuur een veel grotere plaats geef dan voorheen. Dat is ronduit spannend, want reacties zijn onvoorspelbaar en de bestemming is ongewis. Het vraagt nogal wat ‘klassenmanagement’ (gelukkig gaan we spoedig terug naar de collegezalen). Maar we komen bij wezenlijke zaken en vragen. Hoe engageren literaire teksten hun lezers en hoe activeren lezers de teksten? Welke gevolgen heeft dat engagement? Hoe kunnen we ons verhouden tot boeken die onze politieke en maatschappelijke waarden op de proef stellen? Moeten we die boeken verbannen of ons er eerst opnieuw op proberen af te stemmen (‘attunement’ niet als gegeven maar als opdracht)?
Het werk van Rita Felski roept nogal eens de vraag op: ‘heel mooi allemaal, maar hoe nu verder?’ Voor wie nog niet is afgehaakt, drie korte voorbeelden om verder over na te denken.
Aan het begin van een college over de roman Mystiek lichaam van Frans Kellendonk merkt een van de studenten op: ‘Mijn exemplaar kwam uit in 2018. Toen mocht dit boek dus nog gewoon gedrukt worden!’ Over de tijdgebondenheid van waarden, over negatieve identificatie en affect, over stijl als sluier, over de grenzen van ironie, over de eenzaamheid van het boek, over de (on)heiligheid van culturele iconen, over kunst die desolidariseert.
In het materiaal voor onderzoek naar de vroege respons op het werk van Louis-Ferdinand Céline in Nederland en Frankrijk bevindt zich een briefje van een Hilversumse huisarts (een ‘leek’ dus), die op 20 juni 1934 zijn patiënt, de vertaler J.A. Sandfort, complimenteert met zijn zojuist verschenen vertaling van Voyage au bout de la nuit en dat ongemakkelijke boek, waar menig criticus omheen liep, in een notendop karakteriseert: “Boeiend, scherp, geweldig deprimeerend soms, maar ook de vinger leggend op de wonde plek. Hij haalt heel veel naar beneden en houdt daardoor wel zeer weinig over wat opbouwt. En toch geniet men.” Over primaire waarneming, over de betekenis van leken in het literaire veld, over afstemming van waardeoordelen.
Het opmerkelijke verschil in de lekenreacties op Il colibrì / De kolibrie van Sandro Veronesi, onder meer op Goodreads en Amazon, blijkt minder vreemd als je ziet hoe lezers in beide landen het einde van deze roman beschouwden als een morele rechtvaardiging van euthanasie en dat nogal verschillend waardeerden (waarbij het verschil overigens niet geheel langs landgrenzen loopt). Over de weerklank van literatuur, over de roman en het publieke debat, over de verbeelding van een toekomst.
Kortom: nieuwe wegen, nieuwe vragen. We redden er de wereld niet mee, maar wellicht wel een deel van een heel dierbaar vakgebied, dat een sterke basis wil houden in de samenleving.
Rita Felski, Hooked. Art and Attachment. Chicago/London: The University of Chicago Press, 2020. Bestelinformatie bij de uitgever.
Marieke Winkler en Mathijs Sanders, Nieuwe wegen voor de Moderne Nederlandse Letterkunde, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 136, 2020, 1, 55-64.
Laat een reactie achter