Meertaligheid. Het is een concept waar we dagelijks mee te maken hebben. Mede door de globalisering bevatten de taalrepertoires van de meeste Nederlanders tegenwoordig twee of meer talen en/of dialecten. Bovendien groeien steeds meer Nederlandse kinderen op met meer dan één moedertaal. Zodoende is er een grote kans dat u zelf ook meerdere talen of dialecten spreekt. Meertaligheid onder de bevolking is dus in toenemende mate meer regel dan uitzondering. Ondanks de stijging van het aantal meertalige Nederlanders, wordt meertaligheid binnen het onderwijs nog steeds als obstakel gezien, vooral als het gaat om jongeren met een migratieachtergrond en hun ouders.
In het volgende deel zullen we allereerst toelichten hoe deze negatieve denkwijze rondom meertaligheid aansluit op eerdere onderzoeksliteratuur door deze kort te bespreken. Een schets van de praktijksituatie laat vervolgens zien wat er op dit moment gaande is in het onderwijs; waarom het taalbadmodel, dat op de meeste scholen wordt toegepast, niet doeltreffend is voor meertalige leerlingen. Ter afsluiting beschrijven we één van de meest recente én toegankelijke oplossingen voor het dichten van de kloof tussen theorie en praktijk: de MoedINT2 web app.
Vastgeroeste misvattingen
De eerder genoemde denkwijze staat niet op zichzelf, maar is voortgekomen uit een reeks wetenschappelijke onderzoeken die in de vorige eeuw hebben plaatsgevonden. Zo lieten onderzoeksresultaten uit de jaren twintig en dertig zien dat tweetalige kinderen lager scoorden op IQ-testen vergeleken met eentalige kinderen; ze zouden dus minder intelligent zijn dan eentalige kinderen. In tegenstelling tot de resultaten van de vroege onderzoeken, geven de onderzoeken sinds de jaren zeventig en tachtig een ander beeld weer. Meertaligheid levert bijvoorbeeld juist positieve bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen, zoals aan de ontwikkeling van hun metalinguïstisch bewustzijn en hun cognitieve ontwikkeling.
De huidige misvattingen rondom meertaligheid sluiten dus aan op resultaten van de eerste wetenschappelijke onderzoeken. Deze misvattingen worden ook steeds herhaald, waardoor de negatieve denkwijze rondom meertaligheid binnen de Nederlandse maatschappij alleen maar in stand wordt gehouden.
Geen ruimte voor meertaligheid op scholen
In de praktijk zien we deze misvattingen steeds terugkeren: (niet-westerse) meertaligheid wordt beschouwd als een negatieve zaak. Hierdoor kan de potentie van meertalige kinderen verloren gaan.
Tot de nieuwe voorstellen van curriculum.nu en SLO was er geen ruimte voor meertaligheid in het curriculum van het primair en voortgezet onderwijs. De focus lag tot dusver voornamelijk op de beheersing van het Standaardnederlands, wat natuurlijk ook erg belangrijk is, maar hierbij werden thuistalen geweerd uit het onderwijs. En dat terwijl onderzoek juist uitwijst dat meertaligheid veel positieve gevolgen kan hebben op het leerproces van een tweede of derde taal.
Moedertalen, en zeker niet-westerse moedertalen, zijn niet welkom op en rondom de school. Zo blijkt uit onderzoek dat zo’n 80% van Turkse en Marokkaanse leerlingen verboden wordt hun moedertaal te spreken op school. Bovendien vindt de meerderheid van basisschoolleerkrachten in Vlaanderen dat leerlingen geen andere taal dan het Nederlands mogen spreken op school. Ook in het hoger onderwijs zijn er enorm grote verschillen met betrekking tot taal. Zo blijven bijvoorbeeld 1 op de 3 leerlingen met een migratieachtergrond zitten ten opzichte van 1 op de 10 Nederlandse leerlingen. Onderzoekers geven aan dat dit waarschijnlijk te maken heeft met de enorme focus op het Standaardnederlands op school en niet met de meertaligheid van leerlingen.
Daarnaast krijgen ouders, die zelf het Nederlands niet als moedertaal hebben, nog al te vaak het advies van bijvoorbeeld leraren om thuis ook Nederlands met hun kinderen te praten, om een taalachterstand te voorkomen. Bovendien vindt 78% van de leraren dat een slechte beheersing van het Nederlands de belangrijkste oorzaak is van de slechtere prestaties van meertalige leerlingen en geeft slechts 5% van de leraren aan ondersteuning te willen bieden voor het gebruiken van verschillende moedertalen in het onderwijs.
Ook met de curriculumherzieningen ligt de grootste focus nog steeds op het Standaardnederlands, maar er is wel ruimte voor (niet-westerse) meertaligheid in het curriculum. De auteurs geven aan dat het effectief inzetten van (eigen) meertaligheid het makkelijker maakt om andere talen te leren. Hierbij kun je natuurlijk wel opmerken dat dit gaat om voorstellen en ideeën, en niet om de huidige praktijk.
Een sprong in het diepe nemen: het taalbadmodel
Hoewel er sinds kort dus enigszins meer focus is op meertaligheid in het onderwijs, wordt door de meeste scholen nog steeds vooral het taalbadmodel gehanteerd, waarbij het belangrijk gevonden wordt dat leerlingen ondergedompeld worden in de Nederlandse taal. Leerlingen wordt het hierbij soms zelfs verboden om hun moedertaal te spreken. Mede hierdoor, en door de oudere onderzoeken, bestaat er een verband tussen de negatieve attitudes van leerkrachten tegenover migranten(talen) en het lage vertrouwen dat ze hebben in hun leerlingen met een migratieachtergrond. Wanneer er weinig vertrouwen is, zijn er ook weinig verwachtingen, wat de manier waarop er lesgegeven wordt kan beïnvloeden. Bepaalde percepties en overtuigingen die mensen hebben, kunnen invloed hebben op anderen in hun omgeving. Zo kunnen de lage verwachtingen van de docent, en het aangepaste gedrag dat hierop volgt, invloed hebben op het gedrag van de leerlingen. Veel sociologisch onderzoek in het onderwijs laat zien dat leerlingen hun gedrag aanpassen aan het gedrag en de verwachtingen van een gezaghebbende leerkracht. Als de leerkracht lage verwachtingen heeft, is het dus ook aannemelijk dat de leerlingen slechte prestaties leveren.
Het taalbadmodel, waarbij er volledig gefocust wordt op het Nederlands en andere talen achterwege gelaten worden, is dus het overheersende beleid in het onderwijs. Maar komt deze praktijkuitvoering wel overeen met wat er in de literatuur wordt gezegd? Er is veel onderzoek gedaan naar de invloed van de eerste taal bij het verwerven van een tweede taal, dat heeft uitgewezen dat de beheersing van de eerste taal invloed heeft op het tempo en het uiteindelijke succes van het verwerven van de tweede taal. Daarnaast laten veel onderzoeken zien dat leerlingen die zich bewust zijn van de verschillen tussen hun eerste en tweede taal beter presteren. Deze bewustwording van verschillen wordt bijvoorbeeld tot stand gebracht door het geven van expliciete uitleg die de verschillen tussen de twee talen benadrukt.
Buiten dat het gebruik van zowel de eerste als de tweede taal volgens de literatuur belangrijk is voor een goede ontwikkeling van de tweede taal, laat onderzoek ook zien dat het verbieden van het spreken van de moedertaal op school een negatief effect heeft op het gevoel van saamhorigheid en veiligheid van leerlingen. Wanneer leerlingen het gevoel hebben dat ze zich moeten schamen voor hun moedertaal, kan dit ervoor zorgen dat ze zich niet veilig en welkom voelen op school. Ook deze factoren, net als de lage verwachtingen van docenten, kunnen ervoor zorgen dat de resultaten van deze leerlingen negatief beïnvloed worden.
Bij een vergelijking van de theorie en de praktijk is duidelijk te zien dat er een mismatch is. Waar de literatuur duidelijk laat zien dat het betrekken van de eerste taal op school belangrijk is, zowel voor het leren van een tweede taal als voor het gevoel van veiligheid en saamhorigheid, gaat het er in de praktijk heel anders aan toe. Leerlingen worden ondergedompeld in een taalbadmodel, en de moedertaal wordt vaak verboden.
Hoe de kloof te dichten
Een oplossing voor deze mismatch tussen theorie en praktijk zou het implementeren van de moedertaal in het onderwijs zijn, zeker omdat dus uit onderzoek blijkt dat dit positieve gevolgen heeft voor de leerling en diens (taal)prestaties. Praktisch gezien is het echter lastig voor leraren om zomaar alle moedertalen van hun leerlingen te kennen, laat staan om ze op een positieve manier in te zetten.
Dit praktische probleem heeft geleid tot het ontwikkelen van de webapp Moedertaal in Nederlands als tweede taal (MoedINT2, https://www.moedint2.nl/). In deze app vinden docenten overzichten van cruciale verschillen en overeenkomsten tussen het Nederlands en een aantal veel voorkomende eerste talen. De focus lag eerst op het Nederlands in vergelijking met andere talen, maar inmiddels wordt er ook gewerkt aan andere versies van de app, met vergelijkingen voor het Frans en het Engels met verschillende moedertalen.
De app heeft twee grote ambities. Ten eerste is de app bedoeld als handreiking voor docenten om ervoor te zorgen dat de implementatie van de thuistaal makkelijker gaat, door verschillen en overeenkomsten overzichtelijk en in niet-taalkundige taal aan te bieden. Daarnaast leidt het gebruik van de app ook tot meer kennis en daardoor wellicht ook meer begrip rondom meertaligheid in de les en de samenleving. Als we naar de praktijk op dit moment kijken, is dat wel behoorlijk wenselijk.
Een stap in de goede richting
Waar de praktijk vooral het taalbadmodel hanteert en de focus legt op het beheersen van het Standaardnederlands, laat de theorie dus zien dat het betrekken van de verschillende moedertalen van leerlingen op school wel degelijk voordelen met zich meebrengt. Om het betrekken van verschillende moedertalen in de les uitvoerbaar te maken voor leerkrachten, is de webapp MoedINT2 ontwikkeld, die overzichtelijk en in behapbare taal verschillen en overeenkomsten laat zien tussen het Nederlands en veel voorkomende moedertalen. De makers van de app streven ernaar om mensen meer kennis en begrip te geven over meertaligheid en de positieve aspecten hiervan.
Zodoende wordt er een stap in de goede richting gezet om samen met docenten de kloof tussen de wetenschappelijke inzichten rondom meertaligheid en de praktijksituatie te dichten. Hoe meer van dit soort initiatieven er ontstaan, hoe beter de vooruitzichten zullen zijn. Niet alleen voor meertaligen, maar ook voor de saamhorigheid en veiligheid in de samenleving. Alle moedertalen zijn welkom!
De auteurs zijn studenten aan de MA-opleiding Meertaligheid en Taalverwerving aan de Universiteit Utrecht)
ides callebaut zegt
Ik ben het er helemaal mee eens. Door de standaardtaal te vergelijken met de verschillende moedertalen vergroten we daarenboven het inzicht in de standaardtaal en vergroten we ook het respect voor de moedertalen, want die kunnen soms ingewikkelder en meer genuanceerd zijn.