Jeugdverhalen over joden (143)
In deze reeks publiceert Ewoud Sanders het ruwe materiaal voor een in 2022 te verschijnen boek met een analyse van deze bronnen.
Auteur: A. van der Spelt, onder het pseudoniem Annie Vreeland
Oorspronkelijk Nederlands
Herkomst en drukgeschiedenis
‘Rachel, het Joodse meisje’ is geschreven door Annie Vreeland. Dit is een pseudoniem van A. van der Spelt. Van der Spelt debuteerde in 1933 en heeft ruim tien protestantse jeugdboeken op haar naam staan. ‘Rachel, het Joodse meisje’ verscheen in 1950 in twee delen in Vrij en Blij, een orthodox-protestants tijdschrift.
Samenvatting
De opa van Rachel Levi is vaak boos. Hij ‘spuwt verachtelijk’ als hij hoort over joden die ‘zwijnenvlees’ eten. Hij is ook een keer boos geworden op het christelijke dienstmeisje, toen zij vertelde dat de Messias al was gekomen.
Het zijn moeilijke tijden. In Duitsland worden de joden vervolgd. De Duitsers vallen Nederland binnen. Rachel en haar ouders moeten de Davidsster dragen. ‘Het Christenmeisje bracht wel eens fruit. Dan zei ze dat Christus die wreedheden niet wilde.’
Vader Levi wordt opgepakt, maar Rachel en haar moeder duiken onder bij een ‘Christenfamilie’. Moeder is ‘een knappe, verwende Jodin, die zich goed kleedde en prachtige sieraden droeg’.
In de onderduik leren Rachel en haar moeder het leven van ‘gelovige Christenen’ kennen. Zij lezen uit de Bijbel en Rachel hoort veel nieuwe dingen. Ze huilt als ze hoort wat de joden Jezus hebben aangedaan. ‘Ook Rachels moeder (…) was dikwijls ontroerd. Was die Bijbel der gojims werkelijk waar?’
Aan het eind van de oorlog moeten Rachel en haar moeder opnieuw vluchten. Ze worden in een lege garage verborgen, maar voelen zich niet alleen. ‘Ze spraken zacht over Hem, Die bij Zijn eigen volk een zwerver geweest was.’
Na de oorlog duurt het lang voordat vader Levi contact met hen opneemt. Grootvader is in een concentratiekamp gestorven en vader Levi is onderweg naar Palestina. Hij vraagt of zij ook komen. In haar antwoord schrijft moeder ‘over ’t nieuwe geloof, dat haar en Rachels deel was geworden’. Moeder verlangt naar een hereniging, maar ‘zonder ’t geloof in de Heiland’ kan ze in Palestina niet gelukkig zijn.
Rachel en haar moeder laten zich dopen. Ze bidden dat ook bij vader Levi ‘het deksel’ wordt weggenomen, dat ook hij tot inzicht komt.
In Palestina woedt een oorlog. Zal God ons dan altijd blijven verstoten?, vraagt Rachel zich af. Ze weet zelf het antwoord: ‘God wachtte, tot Zijn volk langs de enige weg tot Hem terugkeren zou. Dat zou eerst waarlijk een dag van Gods vreugde voor Israël zijn.’
Doelgroep
Vrij en Blij, het orthodox-protestants tijdschrift waarin ‘Rachel, het Joodse meisje’ in 1950 werd gepubliceerd, was bestemd voor jongens en meisjes van zes tot veertien jaar.
Laat een reactie achter