• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De teringhond in de Nederlandse letteren

12 juni 2021 door Ewoud Sanders Reageer

Speelt de teringhond een grote rol in de Nederlandse letteren? Dat valt nogal tegen. Bij mijn weten is deze viervoeter voor het eerst te vinden in een anonieme bijdrage, getiteld “De Vijand”, in de Nieuwe Vlaardingsche Courant van 1890. Daar lezen we:

Een strop voor de pokkendieren hebben we, Goddank, gevonden. We draaien die met succes den nek om, en dan kunnen ze niet meer schaden. Maar wee u, als de choleratijger, de diphteritiskat, de croupslang, de teringhond u hebben aangegrepen.

Willem van Iependaal was volgens mij de eerste die de teringhond opvoerde in een literair werk. In Polletje Piekhaar, een boek dat bol staat van voornamelijk Rotterdamse en Bargoense uitdrukkingen, schrijft hij: “Die teringhonde met d’r geschijt moste opstoot allegaar van de wereld worre geraapt.”

Vervolgens duurde het tot 1953 voordat een andere schrijver het aandurfde dit woord in een roman te gebruiken. In De hele hap beschrijft Wim Hornman de ervaringen van soldaten die vrijwillig gaan vechten in Nederlands-Indië en Korea. Over een gedode marinier lezen we:

Hij was geslacht als een varken. De ingewanden lagen naast zijn vreselijk verminkte lichaam. ‘Vuile, smerige, zwarte teringhonden’, had hij De Griek horen mompelen, toen de luit het verhaal vertelde.

In de lexicografie debuteerde de teringhond in 1973. “Teringhond, teringlijer, scheldwoorden voor ellendeling”, vermeldde Enno Endt toen in zijn Bargoens woordenboek. Kleine woordenschat van de volkstaal.

Die volkstaal was indertijd steeds vaker te horen en lezen in de media, want de sociale normen in Nederland werden snel losser en informeler. Wat onder meer goed was voor de positie van de teringhond. Die vinden we in 1979 in De Waarheid, in een lijstje scheldwoorden opgetekend onder “rasechte Amsterdammers”. “Slechts een paar krachttermen zijn me bijgebleven”, vermeldde een journalist. Hij somt op: eigenheimer, kuttekop, stuk geteisem, smeerkanes, teringhond, vieskadet, kelerelijer, stuk gajes, zakkewasser, klepzeiker en miesgasser. Ondertussen had de teringhond veel soortgenoten gekregen, allemaal even ziekelijk. Te denken valt aan de kankerhond, de tyfushond en de pleurishond.

Inmiddels is schelden en vloeken heel gewoon geworden, met name in de sociale media. Toch ervaren velen teringhond als een hard scheldwoord. Zeker als blijkt dat het is gebruikt in een partij die graag roept: “Fatsoen moet je doen.”

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Kees Jiskoot • Zwaarmoed en potsier

Maar aan Brusselse loketten
bezig ik hun zoet patois:
Jefke, Ickxske, Sjefke, Krieckxske,
Olland, Olland, Toetatwâ.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OPSTAAN BIJ RADIO

Waterhoogten in de ochtend
maken kamers vol van kou,
waterkou en blauwe luchten,
was en val, ik was mij gauw.

Bron: datering: 1948-1955; Tijdrovertje, postuum gepubliceerd, 1992

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1805 Joan van Bolhuis
1907 Jacob Drewes
1908 Wytze Hellinga
1933 Johan Mönnink
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d