Jeugdverhalen over joden (145)
In deze reeks publiceert Ewoud Sanders het ruwe materiaal voor een in 2022 te verschijnen boek met een analyse van deze bronnen.
Auteur: Aart Grimme (1911-1984)
Oorspronkelijk Nederlands
Herkomst en drukgeschiedenis
Aart Grimme (1911-1984) was onderwijzer en schrijver van jeugdboeken. Hij debuteerde in 1931 met De dolle Driessen. Vrijwel al zijn boeken – ruim twintig – verschenen bij uitgeverij G.F. Callenbach in Nijkerk. Maup komt thuis! verscheen bij Callenbach in een oplage van 8.000 exemplaren en beleefde één druk.
Samenvatting
Maup Radepsky is de enige zoon van een ‘jodendokter’ in een rustig bergdorp in Oost-Duitsland, dicht bij de grens met West-Duitsland. Het is 1947 en de West-Duitse grens wordt door Britse soldaten bewaakt. De communisten, de ‘onderdrukkers’ die in Oost-Duitsland aan de macht zijn, willen het gezin oppakken, want Radepsky is een man die zijn ‘gewetensvrijheid liefheeft’.
Moeder Radepsky wordt gearresteerd, vader en Maup weten onafhankelijk van elkaar te ontkomen. Een boer smokkelt Maup, die ongeveer tien jaar oud is, over de grens. Maup is doodsbang, maar ter geruststelling zegt de boer: ‘Er is er Eén, die ook voor jou zorgt, m’n jongen!’
In een vluchtelingenkamp, waar hij wordt herenigd met zijn vader, maakt Maup zijn eerste kerstfeest mee. Maup heeft wel eens over het kerstfeest gehoord, maar ‘vader heeft er altijd een beetje minachtend over gepraat’.
Een Britse kapitein houdt een preek. ‘Maup zit met open mond te luisteren. (…) Hoor, nu begint hij te vertellen over de Messias. Is die in Bethlehem geboren? Maar… is Hij er dan al? Dat heeft vader altijd heel anders verteld.’
Opgewonden vertelt Maup zijn vader over het kerstfeest, maar ‘met een driftig gebaar’ legt die hem het zwijgen op.
Relaties in Amerika zorgen ervoor dat vader en zoon Radepsky naar Palestina kunnen reizen, dat in 1947 nog door de Britten wordt bestuurd. Ze worden aan boord van een schip gesmokkeld en kunnen Palestina al zien liggen als het schip door een Britse kruiser wordt gedwongen naar Cyprus te varen. Daar worden Maup en zijn vader opnieuw in een vluchtelingenkamp opgesloten.
Ze weten te ontsnappen en komen uiteindelijk in Palestina terecht. Met kerst krijgt Maup daar bezoek van de twee Britse soldaten die hij nog uit het Duitse vluchtelingenkamp kent. Zij vertellen hem ‘van het Licht van Bethlehem, van de betekenis van het Kerstfeest’.
Die nacht droomt Maup dat herders naar hem wenken en roepen: ‘Kom mee, Maup! (…) We gaan naar Bethlehem, want de Messias is geboren!’ In de grot te Bethlehem wil Maup ‘alles aan het Kind vertellen’, maar dat blijkt niet nodig, want ‘de stralende ogen van het Kind kijken hem aan, alsof ze zeggen willen: “Ik weet je getob al. Kom bij Mij. Geef Mij je hele hart. Ik breng je in het werkelijke vaderland.”’ Maup jubelt: ‘Ik heb Hem gevonden, de Messias! Ik ga vader ophalen en dan gaan we met z’n drieën naar de grot. Ik zal de weg wel wijzen.’
Ook de twee Britse soldaten zijn blij dat Maup nu het échte vaderland heeft gevonden.
Doelgroep en receptie
Volgens uitgeverij Callenbach was Maup komt thuis! bestemd voor kinderen van tien tot veertien jaar.[1] Onze hervormde zondagsschool noemde het een ‘jongensboek’.
Van Maup komt thuis! zijn twee besprekingen aangetroffen, beide uit 1959. ‘Het boek behandelt een fris thema en tracht wat nieuws te geven’, oordeelde Jachin in 1959. ‘Avonturen zorgen voor prettige spanning. Het voert het pleit voor christelijke arbeid onder emigranten, ook onder Joden. Het boek geeft een goede beschrijving van de moeilijkheden, die zich voordeden als “displaced persons” het Heilige Land wilden binnen gaan. Het godsdienstig element is in dit boek niet sterk.’ Onze hervormde zondagsschool oordeelde: ‘Een spannend boek. Goede stijl. Het is goed, dat onze jongens ook van deze dingen iets weten.’
Uitgeverij Callenbach vatte Maup komt thuis! in 1961 in de catalogus als volgt samen: ‘Een ontroerend verhaal over ’n kleine Joodse jongen en zijn vader, dokter Radepski. Na veel mislukte pogingen weten ze met een vissersboot te ontkomen naar het land waar Jezus werd geboren. Ook in Maups leven is Jezus een grote plaats gaan innemen en daardoor is hij eigenlijk pas werkelijk thuisgekomen.’
[1] Catalogus G.F. Callenbach (Nijkerk, 1961), p. 18.
Laat een reactie achter