Eergisteren postte een docent in de Facebookgroep Leraar Nederlands een scan van een eindexamen Nederlands voor MMS (Middelbare Meisjesschool) uit 1947. Ze voorzag dit van het bijschrift: ”Lijkt me veel leuker om na te kijken.”
Het bewuste examen start met: “Maak een opstel over één der negen volgende onderwerpen of voldoe aan de opdracht onder nr. 10.” De negen onderwerpen hebben titels als “Slordigheid”, “De plaats van Vader in het gezin, vroeger en nu”, “De jeugd en de Kerk” of “Gelukkige momenten”. De tiende opdracht heeft betrekking op een gedicht van Bertus Aafjes waarin hij het tot stand komen van de vrede in 1945 vergelijkt met het naderende voorjaar, in het bijzonder het uitlopen van een berkenboompje. Ze luidt: ”Lees het volgende gedicht aandachtig en geef op elk der onderstaande vragen antwoord, waarbij je er minstens drie moet uitwerken tot een opstelletje van ongeveer 20 regels.” Een paar van de tien vragen: – “In de eerste strofe vertelt ‘heb bespied’ ons zeer duidelijk de innerlijke gesteldheid, welke de dichter doorleefde. Wat ligt er achter dit woord ‘bespied’ aan gevoelsleven verborgen?” – “Ieder voorjaar roept in ons iets speciaals op, wat geheel verschilt van onze beleving van de andere seizoenen. Vertel hierover iets.” – “In de laatste zes regels beschrijft de dichter, hoe hij dat jaar het voorjaar beleefde. Zeg dat in je eigen woorden.”
Zwamopstel
De post van de docent is 161 maal voorzien van een ‘leuk’ of ‘geweldig’. Bij de eerste reacties kun je nog denken dat deze waardering louter betrekking heeft op het curiositeitsgehalte van het bewuste examen: “Prachtig!”, “Wat een pareltje!”. Maar al gauw wordt duidelijk dat het gaat om meer: – “Ongelooflijk, dit examen. Mijn hart gaat er sneller van kloppen.” – “Fantastisch! Krijg zelfs zin om examen te doen.” – “Wat een vrijheid, vertrouwen en ruimte voor de leerling (en voor ons)!” – “Ik mis de creativiteit in het onderwijs!!!Dit was ten minste ‘iets’!” – “Hoe zijn we eigenlijk terechtgekomen bij de zielloze examens van nu?” – “De opdracht poëzieanalyse kan zo mijn examen in.” – “Vooral die vraag 10 is prachtig! Stuur een kopietje naar het cvte, dan zien ze dat wat ze nu afleveren broddelwerk is.” – “Noem me maar ouderwets, maar dit examen heeft mijns inziens meer inhoud dan de huidige examens.” – “Ik zou zoveel liever het 1947-examen afnemen.”
De vraag is of deze enthousiaste docenten beseffen dat het hier gaat om een examen schrijfvaardigheid en geen leesvaardigheid, zodat de vergelijking met het huidige centraal examen nauwelijks zinvol is. Maar een belangrijker vraag is of ze beseffen dat bij een examen uit 1947 onderwijs hoort uit 1947, wat in dit geval de terugkeer zou betekenen van het zogenaamde ‘zwamopstel’ (alleen een titel, geen bronnen en dan schrijven maar) en van een op zijn zachtst gezegd gedateerde omgang met poëzie.
Herziening
Eigenlijk denk ik dat ze beide niet beseffen en dat ze dat ook niet schelen kan. Ze grijpen gewoonweg iedere gelegenheid aan om hun ongenoegen te uiten over het huidige centraal schriftelijk examen Nederlands en deinzen daarbij voor geen enkele gekkigheid terug. Die verwarring is naar mijn mening niet zozeer het gevolg van echt slechte eindexamens, maar van de voortdurende kritiek op die examens in het afgelopen decennium vanuit de universitaire Neerlandistiek, geflankeerd door de media.
Het kan zijn dat ik dit mis heb en dat deze nostalgische beweging ernst is. Dan is de herziening van het eindexamen Nederlands eenvoudig te realiseren: ouders, grootouders, oudtantes en oudooms brengen via een landelijke actie hun oude eindexamens Nederlands in. Die worden de komende 25 jaar afgenomen, met daarop afgestemd onderwijs, en dan is het misschien wel weer eens tijd voor een nieuwe herziening.
Casper de Weerd zegt
Ik ben van iets later dan dit examen, maar begrijp ik goed dat schrijfvaardigheid helemaal niet geëxamineerd wordt? En a propos retoriek was een belangrijk punt bij de beoordeling van mijn examen opstellen (een eenmalige Hugo Claus pastiche werd als onvoldoende gewaardeerd)
Helge Bonset zegt
Schrijfvaardigheid werd toen geëxamineerd in het centraal examen van alle schooltypen, en dat bleef zo tot in de jaren negentig. Nu wordt het overal geëxamineerd in het schoolexamen.
Allies Ligtvoet zegt
Een ander bijkomend probleem is de enorme correctietijd die dit vergt en het oeverloze overleg met de gecommiteerde. Dat levert nu al heftige discussies op, laat staan met zo’n vrije opdracht. De meningsverschillen over de waardering zullen nog verder uiteen gaan lopen, vres ik. En dat terwijl we alle leerlingen aan dezelfde maatlat willen leggen.
Hoewel ik (zelf MMS-er) de creativiteti van zo’n vrije opdracht van harte toejuich, hoor. Ook goed zwammen is wat waard, zien we toch dagelijks om ons heen? 🙂
Maar het eensgezind en eenduidig corrigeren lijkt me een nog grotere ramp dan het nu al vaak is.
Om over het niveau van de titels verder maar niet te spreken. Dus nee: niet die oude examens letterlijk van stal halen, hoor!
cvdpas zegt
https://twitter.com/cvdpas/status/1401472386906660866?s=21
Melchior Vesters zegt
In de FB-groep Leraar Nederlands draait het niet om inhoudelijk niveau maar om sfeer, dus om emotie. Dat weet jij toch allang Helge. Als je daar een serieuze discussie start, krijg je de verontruste schaapjes over je heen. Daarom maar hier?
Wat hebben de 161 likes te betekenen: onvrede over het huidige CE, of vooral de wens om andere examenvragen te kunnen stellen? Het huidige CE zakelijke leesvaardigheid doet z’n ding (op heldere wijze, ik ben niet ontevreden), en zoals gezegd zijn inhoudelijke discussies op FBLNL schaars. Ik denk dus dat de likes vooral een emotie uiten, nl. dat velen betreuren dat er geen andere dingen dan zakelijke leesvaardigheid op het CE worden getoetst.
Je reactie zou kunnen zijn: kijk eens of dat mogelijk is, bijv. literatuur centraal toetsen (en hiertoe zakelijke leesvaardigheid – wel nog via het Cito-materiaal – verplaatsen naar het SE). In plaats hiervan schilder jij de wens van de FB-leden af als een ‘gekkigheid’ en geef je de schuld op de ‘voortdurende kritiek (…) vanuit de universitaire Neerlandistiek’. Wat hoop je te bereiken met jouw niet-dialogische houding?
Helge Bonset zegt
Na de zomer verschijnen in Levende Talen Magazine twee artikelen van mij waarin wordt nagegaan in hoeverre de praktijk van het International Baccalaureate-examen Nederlands iets kan betekenen voor onze nationale eindexamens. Het eerste gaat over de zogenaamde ‘comparative’, waarin twee teksten worden vergeleken op communicatieve aspecten. Het tweede gaat over het literaire essay, waarbij leerlingen uit een serie vragen er éen kiezen die ze beantwoorden aan de hand van een van de door hun gelezen literaire werken. Ik kijk dus wat er mogelijk is, en signaleer tegelijkertijd gekkigheid die zich voordoet. Wat ik daarmee hoop te bereiken is informatie en discussie van voldoende niveau. Overigens ga ik er niet vanuit dat het hier gaat om de wens van ‘de FB-leden’ er zijn er vast wel genoeg die geen onzin debiteren.
Helge Bonset zegt
Foutje: de leerlingen beantwoorden bij het literaire essay éen vraag, maar aan de hand van TWEE literaire werken.