Joost van den Vondel is misschien wel de grootste toneeldichter van de Gouden Eeuw, maar de publieksprijs ging naar anderen, zo laten Frans Blom en Olga van Marion overtuigend zien in hun Spaans toneel voor Nederlands publiek. Die ‘anderen’ zijn Spaanse dichters als Félix Lope de Vega y Carpio en Pedro Calderón de la Barca. Zij trokken met hun voor Nederlands publiek vertaalde en bewerkte stukken massa’s volk naar het theater.
Centraal in het onderzoek van Blom en Van Marion staat de Amsterdamse Schouwburg. Aan de hand van gegevens over programmering, opvoeringsfrequentie en bezoekersaantallen is de populariteit van individuele stukken en auteurs vast te stellen. Daaruit blijkt dat Spaans toneel de absolute publiekslieveling was. In 1648 is er gemiddeld elke drie weken een voorstelling van Lope de Vega te zien, twee keer vaker dan een treurspel van Vondel.
Berijmers
Die populariteit is goed te begrijpen, want Spaanse toneel betekent spektakel. De stukken zitten vol lotswisselingen die de aandacht van het publiek vasthouden en de klassieke regels voor eenheid van tijd, plaats en handeling worden terzijde geschoven. Het Spaanse toneel biedt bovendien veel ruimte voor vrouwen: man-vrouwverhoudingen spelen er vaak een prominente rol in en verschillende comedias openen met een vrouwelijk personage. Dat maakt de Spaanse stukken op dit punt wezenlijk anders dan die uit de lokale traditie en daardoor ook aantrekkelijk voor het Nederlandstalige publiek. Vanaf 1655, het jaar waarin de vrouwenrollen in de Schouwburg voor het eerst ook daadwerkelijk door vrouwen gespeeld worden, nemen de opbrengsten met bijna vijftig procent per voorstelling toe.
In Spaans toneel voor Nederlands publiek wordt de geschiedenis van het Spaanse toneel in de Nederlandstalige omgeving verteld aan de hand van één Spaanse comedia: Sigismundus, prinçe van Poolen, of Het Leven is droom (1654). Het is de Nederlandstalige versie van Pedro Calderón de la Barca’s theaterhit La vida es sueño, het beroemde verhaal van de verdoemde kroonprins in de gevangenistoren, die als in een droom vanuit zijn gevangenschap op de koningstroon belandt, maar even snel in de boeien terugkeert, waarna hij ten slotte toch op een troon eindigt. Aan de hand van deze comedia nemen Blom en Van Marion de lezer mee op de route die Spaanse toneelstukken in de vroegmoderne tijd aflegden. Ze laten zien hoe theatermakers internationale tophits scouten, scoren, adapteren, in productie nemen en in de markt zetten en brengen het bijbehorende netwerk van onder meer vertalers, berijmers, acteurs, musici en drukkers in beeld.
Gezelschap
De transfer-route van La vida es sueño blijkt via het theaterleven in de Zuidelijke Nederlanden te lopen. Brussel is op dat moment een centrum van cultuuroverdracht vanwege haar hofleven en contacten met het Iberisch Schiereiland. Heel wat comedias steken hier de taalgrenzen over. La vida es sueño wordt in Brussel vertaald en gaat Het leven is maer droom heten. Het script is als toneelboekje verkrijgbaar en wordt door een rondreizend toneelgezelschap mee naar Amsterdam genomen. Daar wordt het stuk gedrukt onder de titel Sigismundus, prinçe van Poolen en gaat het in première op 18 mei 1654.
Na een wat moeizame start wordt Sigismundus na de zomervakantie en kermisweek van 1654 een publiekslieveling. Vanaf dat moment zal het stuk meer dan honderd jaar op het podium terugkeren, tweemaal en soms driemaal per seizoen. Al die tijd is de tekst ook in druk verkrijgbaar. De oorspronkelijke vertaler van Sigismundus bleef opvallend dicht bij de brontekst en in de lange drukgeschiedenis veranderde de speeltekst niet wezenlijk, zo laten Blom en Van Marion zien. Wel zijn enkele wijzigingen en aanpassingen gedaan, die ons meer kunnen vertellen over de veranderende smaak van het publiek en trends in het Nederlandse theaterleven.
De Zeven Provinciën Reeks bestaat uit kleine boekjes over de vroegmoderne tijd voor een breed geïnteresseerd publiek. Verschillende delen van de reeks zijn belangrijk geweest voor het veranderen van bestaande beelden en dit deel van Blom en Van Marion kan zich zeker in dat gezelschap scharen. De lezer van dit boekje zal bij vroegmodern toneel nooit meer alleen aan Vondel, Bredero en Hooft denken, maar ook aan De Vega, Calderón en aan al die verschillende mensen die betrokken waren bij de Nederlandse producties van Spaans toneel.
Smaak
Hoe succesvol de vertaalde Spaanse comedias ook waren en hoe indrukwekkend hun aandeel in het repertoire van de Schouwburg in de vroegmoderne tijd ook is geweest, in de vaderlandse toneel- en literatuurgeschiedenissen is hun verhaal amper terug te vinden. Nationalisme lijkt een van de hindernissen te zijn geweest voor de waardering van de Spaanse comedias, zo schrijven Blom en Van Marion in hun uitleiding. Nationaal toneel zou beter zijn dan internationaal toneel. Als ‘het importdrama’ al genoemd wordt, dan wordt het vaak over een kam geschoren, zonder aandacht te besteden aan de individuele kwaliteiten van schrijvers en stukken. Door één stuk centraal te stellen laat dit boek zien wat de winst is als we wél aandacht besteden aan individuele werken en auteurs: hoeveel interessante aspecten er dan te onderzoeken zijn en wat het transmissieproces ons kan leren over smaak en populariteit (publieksoogpunt) en over marktwerking en innovatie (de productiekant). Dit boekje doet kortom precies wat het moet doen: het geeft een breder beeld van het Nederlandse theaterleven in de vroegmoderne tijd en enthousiasmeert een breed publiek én onderzoekers om meer te lezen.
Meer lezen?
Podium Europa. Creativiteit en ondernemen in de Amsterdamse Schouwburg van de zeventiende eeuw van Frans Blom is eveneens zojuist verschenen. En voor wie het ‘woelen’ van emoties aan het Poolse hof rechtstreeks wil ervaren is de meest recente Nederlandstalige Sigismundus-uitgave, Eric Coenens vertaling Het leven is droom uit 2010, een aanrader. Zoals recensent Vincent Kouters in de Volkskrant schreef: deze vertaling bruist van de ‘weldadige, barokke Nederlandse verzen. […] ‘Wat is ’t leven? Puur bedrog/ Wat is ’t leven? IJdel streven/ waan tot werk’lijkheid verheven/ schimmenspel van gaan en komen. Immers, dromen zijn maar dromen/ en een droom is heel het leven.’
Frans R.E. Blom & Olga van Marion .Spaans toneel voor Nederlands publiek. Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2021. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter