Uit de maandencyclus van Folgóre da San Gimignano, plus het ‘tegensonnet’van Cenne de la Chitarra, beide vertaald door Frans van Dooren.
Juli
In juli zit je in Siena vroeg en laat
bij kruiken wijn uit verre oogstseizoenen
en kelderkoele dranken met citroenen
met al je vrienden fuivend langs de straat:
vruchtengelei in volle overdaad,
geroosterde patrijzen en kapoenen,
reebokken, bosfazanten en kalkoenen,
en als je ’t lust, knoflook met kalfsgebraad.
’t Er goed van nemen met je kameraden
en niet de hitte ingaan, die maakt je slap,
en steeds gekleed in luchtige gewaden:
blijf rustig zitten en verzet geen stap,
zorg dat de dis met spijzen is beladen,
en gun je vrouw geen vinger in de pap!
Folgóre da San Gimignano (1270-1322)
••
Juli
Ik stuur je in juli met je kameraden
naar Aristano met z’n dikke wijn
en z’n in peper, zeezout en azijn
bereide vette varkenskarbonade,
en dan daarbij nog bittere salade
met koolblad, salvia en roosmarijn,
en dan als klapstuk van dat vreetfestijn
een taai stuk vossenvlees dat ze daar braden.
En rondlopen in zware monnikspijen,
hoezeer je ook wordt geroosterd door de hitte,
en heftig met de gastheer bakkeleien
wanneer die vrek weer op je zit te vitten,
en alle vrouwen diep vermaledijen
die je constant achter de vodden zitten.
Cenne da la Chittara (?-1336)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter