Compiègne
Ik had gedroomd, ik zat met Jeanne te paard;
Wij reden door de bossen van Compiègne;
Het duister glom in ’t handvest van haar zwaard.
En voor haar, met haar standaard en insigne
Reed stram Le Hire, de duivel in zijn baard;
Ik rook de geur der paarden in de regen. —
Ik had gedroomd. Ik had een schim ontwaard
Met blik en bezem bezig stof te vegen.
Op ’t stadhuis van Compiègne sloeg het negen.
Jac. Schreurs (1898-1966)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter