Van smartlap tot boerenpummelrock: Waarom popartiesten ervoor kiezen om in dialect te zingen (2)
Deze tekst is het resultaat van de Olympiade van PlusNederlands, die dit jaar in aangepaste vorm doorging. Leerlingen konden individueel deelnemen aan een Onderzoekslab, waarbij ze onder begeleiding van een of meerdere onderzoekers van een Nederlandse of Vlaamse universiteit met een eigen project aan de slag gingen. Tom Withaar uit vwo 5 van het Praedinius Gymnasium in Groningen was een van de enthousiaste deelnemers. Samen met zijn begeleiders Kristel Doreleijers (Tilburg University/Meertens Instituut) en Jos Swanenberg (Tilburg University) verdiepte hij zich de afgelopen maanden in de motivaties voor artiesten om in dialect te zingen. In deze blogserie bespreekt hij de belangrijkste resultaten van zijn taalkundige verkenning. Vandaag in deel II de eerste casestudy: Normaal.
Casestudy 1: Normaal (Achterhoek, 1974 tot heden)
Oerend hard – Normaal, 1977
Oehoe oehoerend hard
Kwamen zie daor aangescheurd
Oehoe oehoerend hard
Want zie hadden van de motorcross geheurd
De eerste dialectband die ik onder de loep heb genomen is Normaal. Ze begonnen in 1974 met Engelstalige rock-‘n-roll-liedjes. In 1975 gingen ze van het Engels over op het Achterhoeks. Het publiek reageerde goed op deze keuze, waarna de band in 1977 doorbrak met de hit ‘Oerend hard’. Al snel werden ze een van de grootste dialectbands van Nederland. Hun muziek is een cocktail van verschillende invloeden: hun stijl is buitenlands en modern (globaal), maar de taal waarin ze hun muziek schrijven en zingen is traditioneel en van eigen bodem (lokaal). Het resultaat is glokale boerenpummelrock.
Louis Grijp stelt in zijn artikel Singing in Dutch Dialects. Language Choice in Music and the Dialect Renaissance dat het succes van Normaal afhangt van drie factoren: de band is belangrijk voor hun supporters (hun Anhangerschap), ze zijn goed in het intern promoten van de regio en ze hebben veel invloed gehad op andere dialectbandjes.
Normaal is zo belangrijk voor hun Anhangerschap vanwege hun imago: de leden zijn stoer en zetten zich af tegen de truttige, Nederlandse burgercultuur. Dit afzetten tegen truttige burgerlijkheid gaat voor Normaal gepaard met een afkeer van de Randstad. Tijdens hun optredens vliegt het stro door de ruimte, gutst het bier over de grond en verliest het publiek zichzelf al dansend in vloertje beuken. Daarnaast doet de band veel aan frats’n (grappen uithalen op z’n Achterhoeks). De band is niet elitair en doet gewoon ‘normaal’. De keuze om te zingen in dialect draagt bij aan hun nuchtere imago: dat Standaardnederlands is zo verwaand, zo elitair, zing gewoon in dialect! Dit imago raakt een gevoelige snaar bij het publiek, dat veel sympathie heeft voor dit nuchtere, boerse ideaal. De waarden en normen die Normaal uitdraagt, zijn dus misschien nog wel veel belangrijker dan hun muziek zelf. Het publiek van Normaal komt overigens niet alleen uit de Achterhoek, maar uit heel ruraal Nederland. Dat mensen uit bijvoorbeeld Limburg of Friesland niet alles kunnen verstaan, is dan ook geen probleem, de belangrijkste dingen krijgen ze toch wel mee. Het gaat het publiek dan ook niet specifiek om het Achterhoekse dialect, maar om dialect in het algemeen: het Achterhoeks van Normaal staat niet voor de taal van Twente, maar voor de taal van álle boeren.
Verder speelt Normaal een belangrijke rol bij het intern promoten van de Achterhoek. Aan mensen die zich schamen voor hun boerse achtergrond geeft de band een duidelijk advies: Je moet trots zijn op je plattelandse afkomst! Proud to be a farmer! (Wat dan weer vreemd genoeg een Engelse leus is en niet een slogan in het Achterhoeks.)
De derde factor die heeft gezorgd voor het succes van Normaal is hun invloed op andere bandjes. Door hun enorme populariteit hebben ze veel bandjes, bijvoorbeeld Boh Foi Toch en Jovink & de Voederbietels, geïnspireerd om ook dialectpop te maken. Normaal was heel extreem qua gedrag en grofheid. Dit heeft andere bandjes de ruimte gegeven om ongeveer hetzelfde te doen, maar dan gematigder: het is allemaal minder stoer en grof, maar toch dragen deze Normaal-2.0-bandjes vergelijkbare waarden en normen uit.
In de volgende bijdrage gaan we van de Achterhoek naar Brabant, naar Gerard van Maasakkers.
Literatuur
Grijp, L.P. (2007). Singing in Dutch Dialects. Language Choice in Music and the Dialect Renaissance. In P.J. Margry & H. Roodenburg (Red.), Reframing Dutch Culture. Between Otherness and Authenticity (225-243). Ashgate.
Normaal. (30 april 1977). Oerend hard. Anhangerschap Normaal. http://www.anhangerschap.nl/songtekst/oerend_hard.html
Normaal. (z.d.). Tijdlijn. Normaal. https://www.normaal.nl/?Tijdlijn
Stijn de Jong zegt
En dat kun je nog verder uitbreiden, bijvoorbeeld naar een zanger als Daniël Lohues. Die zingt dan wel in het Drents en niet in het Achterhoeks, maar toch…
Jos Swanenberg zegt
Klopt! Dit is ook pas het tweede van acht deeltjes over zingen in een streektaal, door Tom Withaar. Wordt vervolgd…