2021 was een goed jaar voor het werk van de dichter Paul van Ostaijen (1896-1928). In het vroege voorjaar verwierf de Vlaamse Gemeenschap het onvoorstelbaar boeiende handschrift van zijn bundel ‘Bezette stad’. Het Letterenhuis stelde een tentoonstelling samen (nog virtueel te bezoeken) en het handschrift werd online ter beschikking gesteld van de hele wereldgemeenschap via de website van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. De Vlaamse pers en televisie besteedden er de nodige aandacht aan. BOEM PAUKESLAG: zo viert men zijn schrijvers, ook of juist als zij luizen in de burgerlijke pels waren.
Van Ostaijen schreef ‘Bezette stad’ in Berlijn, grotendeels in de zomer van 1920. Zijn boek roept in woord en beeld het Antwerpen van de oorlogsjaren 1914-1918 op, de bezette stad, voor de dichter de hoofdstad is van een kapotte wereld. Ik heb de bundel de afgelopen dagen herlezen, afwisselend ademloos en hyperventilerend. Mijn gids was Matthijs de Ridder, die een spannend boek schreef over het werk: ‘Boem paukeslag. Op strooptocht door Van Ostaijens Bezette stad’. Niet alleen documenteert De Ridder de ontstaansgeschiedenis van “het omvangrijkste literaire experiment dat de hele internationale avant-garde voort zou brengen”, ook brengt hij de talrijke verwijzingen in kaart. Van Ostaijen riep de beelden en geluiden op van de oorlog, maar ook die van het amusementstheater, de film, de jazz, de foxtrot, de vele operettes waarin de wereld nog in orde leek: ‘van Lustige Witwe naar Czardasfürstin’. De tweedelige maatsoorten (de mars) worden tegen de driedelige (de wals) uitgespeeld, in afwachting van tango en ragtime. Veel is terug te luisteren, zoals ‘Puppchen, Du bist mein Augenstern‘ (door de dichter verschreven tot Augenstirn).
‘Bezette stad’ is oneindig veel complexer dan veel van wat de avant-garde voortbracht, veelkantiger dan de krachtpatsersteksten van de futurist Marinetti of de apocalyptische visioenen van het Duitse expressionisme. De Ridder: “Van Ostaijen beschrijft de inval met de wellust van de avant-gardist die grijnzend toekijkt hoe de oude wereld zichzelf ten val brengt, maar hij doet dat ook met de oprechte ontzetting van de burger die machteloos moet toezien hoe zijn land wordt overrompeld.”
Een van de interessantste experimenten van nu verscheen eveneens bij uitgeverij Pelckmans: ‘Besmette stad. Vijfenzestig kunstenaars antwoorden op Bezette stad van Paul van Ostaijen’. Dat is een gewaagde onderneming. Is het niet juist de onherhaalbaarheid van ‘Bezette stad’ die het boek tot de bergtop van de avant-garde maakt? Iedere imitatie zal een verzwakking zijn. Maar in de beste bijdragen in dit fraai vormgegeven boek nemen de antwoorden de vorm aan van nieuwe vragen over opnieuw een kapotte tijd – een tijd die niet alleen wordt geplaagd door een verlammende pandemie, maar ook door de radicalisering van het alles verwoestende consumptiekapitalisme. Koop dit boek en lees allereerst Jeroen Olyslaegers’ polyfone antwoord op ‘Bedreigde stad’
De ex-staatssecretaris tweettweettwittert
‘Haha, een pande-mietje’
Neem het hem niet kwalijk
Het was gewoon
EEN CITAATJE
Snapte?
MAG DAT OOK AL NIET MEER?
En dan naar de niet minder beladen gedichten en beelden van Tsead Bruinja, Gaea Schoeters, Ellen Deckwitz, Lieke Marsman, Marlene van Niekerk/Alfred Schaffer, Koen Peeters en vele anderen!
Laat een reactie achter