Augustusoverwegingen over ons vak (19)
Een klassieke functie van de neerlandistiek die een beetje uit beeld lijkt te verdwijnen uit deze reeks maar ook uit de voorlichting: die van hoeder van het erfgoed. Ik herinner me dat die vroeger eigenlijk altijd werd genoemd in voorlichting over de opleiding: neerlandici ontsluiten het rijke verleden, vooral van de Nederlandstalige literatuur, bijvoorbeeld door edities, voor het publiek of voor de wetenschap. Nu zie ik dat eigenlijk niet meer, en als ik me niet vergis wordt er minder mee geschermd. Het gebeurt natuurlijk nog wel – de monumentale editie van het werk van Willem Frederik Hermans nadert zijn voltooiïng, Willem Kuiper plaatst hier op Neerlandistiek trouw de resultaten van zijn monnikenwerk, Jos Muijres gaat gestaag door met het uitgeven van het werk van Louis Paul Boon, in Vlaanderen zijn er zelfs op verschillende plaatsen nog groepen mee bezig –, maar het lijkt me een wat minder zichtbaar aspect van de neerlandistiek geworden.
Misschien komt het door de DBNL, dat inmiddels een groot deel van het literaire erfgoed online heeft gezet. Ik ben natuurlijk geen expert, maar ik zie eigenlijk weinig andere talen waarvoor het zo goed geregeld is dat iedereen over de hele wereld zo’n significant deel van de canon én van alles om de canon heen in redelijk betrouwbare gratis edities kan raadplegen.
Enthousiaste kenners
Maar dat is natuurlijk geen reden om achterover te leunen. Er is nog zoveel te doen. Wetenschappelijk gezien zijn de teksten in de DBNL niet meer dan, over het algemeen heel goede, nauwkeurige transcripties van een papieren editie. Van de digitale middelen wordt niet echt gebruik gemaakt: een editie van Max Havelaar waarin verschillende versies over elkaar heen gelegd worden: klik je op de ene knop, dan zie je een pagina in de door Van Lennep gemaakte versie voor de eerste druk, druk je op een andere knop, dan zie je een reconstructie van het originele handschrift, of van de laatste bij Multatuli’s leven verschenen druk. Nog een knop en je leest commentaar van een hedendaagse neerlandicus.
Dat is allemaal vooral interessant voor onderzoekers, maar op die manier vallen er ook fascinerende edities te maken voor het brede publiek. Ook een hertaling kun je toevoegen aan het palet, zodat de lezer op ieder moment heen en weer kan gaan tussen origineel en hertaling, of vertaling in tal van talen. (Wat zeg ik, één hertaling?) En een luisterboekversie, en videoclips van enthousiaste kenners die meer uitleggen over een bepaalde passage, en illustraties van allerlei soort.
Belangrijk en nuttig
Het probleem met dit soort edities is het geld. Het probleem met alles in dit aards bestaan is natuurlijk geld, maar voor dit specifieke geval geldt: het maken van zulke edities gaat niemand rijk maken, het moet waarschijnlijk gesubsidieerd worden, en daar bestaan geen bronnen voor. Bij wetenschappelijke instituties als NWO geldt dit soort handwerk als te weinig innovatief en, zelfs met het huidige systeem van Erkennen en Waarderen, waarschijnlijk te weinig als een academische activiteit. Voor literaire en culturele fondsen is het waarschijnlijk te wetenschappelijk.
Zoiets geldt overigens ook voor niet-literaire delen van het talig erfgoed. Op het Meertens Instituut hebben we altijd de grootste moeite om de collecties over bijvoorbeeld dialecten of over liedcultuur op niveau te houden: iedereen vindt het belangrijk, niemand wil eraan betalen.
Dat dit soort werk, in ieder geval in Nederland, niet meer gebeurt, heeft waarschijnlijk dan ook een andere oorzaak dan de DBNL: het feit dat er op de universiteiten nog maar zo weinig geld is voor onderzoek naar inzicht, waarbij onderzoekers hun tijd investeren in iets omdat zij denken dat dit belangrijk en nuttig is.
joshoutsma zegt
In 2012 heeft Willem Kuiper in Neerlandistiek de aandacht gevestigd op het werk van Annette Hemmes-Hoogstadt en Greet Kuulkers-Jungman aan rijmspreuken:
https://neerlandistiek.nl/2012/11/annette-hemmes-hoogstadt-en-greet-kuulkers-jungman-ontvangen-de-gouden-penning-van-teylers-tweede-genootschap-voor-hun-inzending-over-middelnederlandse-rijmspreuken/
In april van dit jaar zijn in Neerlandistiek de spreuken opnieuw aan de orde geweest:
https://neerlandistiek.nl/2021/04/tegeltjeswijsheden-uit-de-15e-en-16e-eeuw/
met een hele reeks reacties, waaronder van Annette Hemmes-Hoogstadt.
Een repertorium van spreuken, vergelijkbaar met de (onvolprezen) Liederenbank, schrijf dat maar bij op de lijst van desiderata!