‘Taalsmeedsels’, bewust gecreëerde woorden: blending, portmanteau, samentrekking (5)
Nieuw geval van de afgelopen week? In The Guardian wordt het woord pingdemic gebruikt: ping + pandemic, waarbij ping het signaal is dat de Coronamelder geeft dat iemand zich (desnoods de Prime Minister) in sociale isolement moet begeven want misschien besmet. Dat gebeurt momenteel zoveel, dat er veel personeel op allerlei fronten thuis blijft, met zichtbaar lege schappen bij supermarkten als gevolg. Daar moest No 10 Downing Street (zelf ook gepingd) iets aan doen.
Na afleveringen van wat technischer aard en wat tastend zoeken naar een abstractere weergave, is het tijd voor de beloning in de vorm van ontspanning in de bioscoop en aansluitend een eenvoudige snack en humor plus snoep als toetje. Cineac bleek een ijzersterke bioscoopformule in het buitenland en vond navolging, zoals in Amsterdam aan het Damrak (1938) en later in Den Haag en Rotterdam. De naam was een samentrekking van Cinema Actuel en bedacht in Frankrijk. Type AB, het wat langere of wat kortere begin van elk van beide woorden. Trouwens, toen in 1963 de educatieve omroep Teleac werd opgericht was dat vergelijkbaar alleen dan het samensmeden van Televisie + Academie. Het was net de tijd dat academie een ruimere betekenis begon te krijgen.
Mora wie kent haar niet en het product is net zo bekend. Het merk zou aan de naam van een eenvoudig huis kunnen doen denken, zij het niet in de vorm van het benutten van voornamen maar in dit geval van familienamen en daarmee is het zichtbaar van Zuidelijke bodem. Mora komt van de oprichters Marcel Mourmans (Mo) en zijn vrouw Robby Ramaekers (ra), en houdt het inmiddels al zo’n halve eeuw vol. Eenvoudig voorbeeld van het type AB. Zou het ook geweest zijn als beider voornamen benut zouden zijn: Marcel + Robby = Maro.
Via een mop naar een voorbeeld van het type A*b, begin van woord A + overlap + slot van woord B: “What are prehistoric monsters called when they sleep?” Dit is misschien een wat flauwe maar wel succesvolle categorie in de humorsector. Voor het antwoord moeten we een blending toepassen, samentrekken tussen het prehistorische monster dat een dinosaur is en er een vorm van het werkwoord to snore ‘snurken’ aan lassen: dinosnores. Ook te schrijven als dinosnaurs, dan is dino zichtbaarder maar dan moet de uitspraak het verband met snurken leggen.
De vader van de volgende versnapering is nog niet zo lang geleden overleden. Snoepfabrikant Hans Riegel is het die aan de basis stond van het Haribo-beertje. Hij nam in 1946 het roer over bij de fabriek die in 1920 door zijn vader was opgericht. In Haribo ziet een kind (een ABC’tje!) de beginstukjes van Hans Riegel en diens geboorteplaats Bonn. Mmmm, Haribo macht Kinder froh!
Dit type vinden we naar verhouding veel in het Duits: we nemen de twee eerste letters van woord of woorddeel A, dito van B en desgewenst van meer woorden. BUGA is bijvoorbeeld de gangbare aanduiding voor een jaarlijkse tuinenshow in Duitsland, BUGA uit Bundesgartenschau. Juso is de benaming waaronder de jongere socialisten door het leven gaan, Juso uit Jungsozialist. In Oost-Duitsland was er de Volkspolizei en wie daar werkte was een Volkspolizist – beide instituten in de wandeling bekend onder de aanduiding Vopo. Omdat het zeker niet uniek maar wel wat typerend is voor dit taalgebied, is het verleidelijk om het een aparte aanduiding te geven. Deze gevallen zijn in feite type AB maar als het zo vaak om de eerste twee letters gaat, zouden we kunnen spreken van A2B2 bij de BUGA of A2B2C2 bij Haribo. (Het staat vind ik wat té beta als we het noteren als [AB]2.)
Tot het Duits beperkt is dit type A2B2 dus zeker niet. Neerlandistiek in Groningen begon rond 1970 met de uitgave van het tijdschrift Tabu. Wie denkt dat Tabu ‘taboe’ betekent, moet ook tabú zeggen met het accent op de tweede lettergreep. Wie beter op de hoogte is, spreekt het uit als tábu want het is een afkorting van Taalkundig bulletin.
Ten slotte een voorbeeld van wreedheid uit de kinderwereld, een verhaal dat aan bekendheid won na publicatie in Van Dale Afkortingen van Theo de Boer en Marc de Smit (2003). (Andere talen hebben dergelijke woordenboeken ook, Duden geeft voor het Duits al langer Das Wörterbuch der Abkürzungen uit.) “Ik heb je moeder bij de Wibra gezien.” Kon het erger? Wibra is de firma die een halve eeuw geleden begonnen werd door Jo Wierdsma (Wi), bra is het begin van de familienaam Braam van zijn echtgenote: Wibra. Type AB.
Kon het sociaal nog akeliger? De verergerende trap van een Wibra-kind was een Zebra-kind: daarvan kon moeder gesignaleerd worden bij Zeeman én bij de Wibra (nu hebben we dus een voorbeeld van het type Ab, het begin van het ene gecombineerd met het slot van het andere woord). Twee merken werden zo samengesmeed tot een woord waarin minachting werd uitgedrukt,- een negatieve inhoud is niet zelden een kenmerk van dit soort las-taal. Vandaar dat er in de politiek veel gebruik van wordt gemaakt.
Op een goed moment komt er in dit blog een overzichtje van de verschillende smeed-types, er is meer variatie dan ik vooraf dacht. We varen verwachtingsvol voort op zoek naar lading.
P.S. De NRC bevatte vorige week (26.07.2021) een interview met Camiel Hamans, in juni gepromoveerd op een onderzoek waarin het onder meer over blendings gaat. Met Hamans heb ik (waarschijnlijk in 1994-1995 als voorzitter van de Stichting Nederlandse Dialecten) plezierig contact gehad, van zijn promotie aan de UvA was ik niet op de hoogte. De zomerserie in dit blog is in wezen sinds enkele maanden in voorbereiding en kwam dus ook los van dat onderzoek tot stand. Ik neem me voor, de reeks volgens planning te vervolgen en later Hamans’ Borderline cases in morphology. A study in language change erbij te betrekken. Interessant detail: Hamans is afkomstig uit Noord-Brabant, samen met Vlaanderen een gebied waar dus véél van de bedoelde taalsmeedsels gevonden worden.
Dit stuk verscheen eerder op het blog van Siemon Reker.
Laat een reactie achter