Uit De laatste framboos, de tweede bundel van Elly Stolwijk: “In proza en poëzie schetst de schrijver de beleving van een vrouw die, in de negende maand van haar zwangerschap, moet constateren dat haar ongeboren kind overleden is.”
Ik sluip door de taal als door een oud huis.
Duw mijn voorhoofd tegen het behang tot geuren vrijkomen.
Ik herinner me hoe smal mijn schouders waren.
Lakens te lang op het bed en nooit lang genoeg.
Wek het kind niet, maak haar levend.
Ik ruik aan oortjes, kindermond.
Betast zacht de fontanel, voel het licht, de eenvoudige verbinding.
De gang, ik verdwijn in de zilveren nevel van stof en spiegels.
Een asla die niet open wil gaan.
Ik wacht tot het kind wakker wordt van de wind die een tak
door het raam jaagt en losse dekentjes maakt, lakentjes
Uitgesloten.
Dat zij terugkeert is uitgesloten.
Elly Stolwijk (1957)
uit: De laatste framboos (2021)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter