Klinkdicht op Amaril
Daar Amarillis in de lommer van de boomen
Was neergezeten by een springende fontein,
En lepte uit eene schulp het stroomend kristalein,
Is Coridon, ontvonkt door haar gelaat gekoomen;
O schoone! zucht hy, zal ik eeuwig moeten droomen
Op uw genegentheit, zal ’k altoos hooploos zyn,
Dat gy na zo veel haat myn brand en minnepyn
Verzachten zult en uw afkeerigheit betoomen.
’t Is lang genoeg getreurt, beminde Coridon!
Sprak Amaril, zit neer by deze zilvre bron,
Ontfang myn wedermin met deze liefdekussen.
Ik toetste maar uw trou, dien vinde ik zonder vlek,
Gy kunt uw brandt op myn albaste kaaken blussen.
Neen, sprak hy, Amaril ik scheer met u de Gek.
Lukas Schermer (1688-1711)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
klotzchrist zegt
Mooie clou. De slimme wraak van een gefrustreerde minnaar op zijn broze minnares.