
Twee Nijmeegse onderzoeksters mengden zich middels een artikel in het Tijdschrift voor Taalbeheersing in de actuele discussie over genderneutrale beroepsaanduidingen. Moet je een vrouwelijke chirurg nu een chirurg noemen of een chirurge? Voor beide zijn dingen te zeggen, ook of juist uit feministisch oogpunt. Voor chirurg wordt gezegd dat dit de neutrale vorm is, er zit immers geen aanwijsbaar achtervoegsel op, en je op die manier werkt naar een samenleving waarin het er niet toe doet of een man of een vrouw het mes hanteert. Voor chirurge wordt ingebracht dat mensen nog altijd geneigd zijn om te denken aan een man als je chirurg zegt en dat je met chirurge laat zien dat ook vrouwen heel competent kunnen zijn in de operatiekamer.
Maar wat nu precies het effect is van die mannelijke of vrouwelijke vormen op de menselijke geest, daar is nog maar heel weinig onderzoek naar. De Nijmeegse onderzoeksters maakten een begin met dat uit te zoeken, met een verrassend resultaat.
Empathischer
Ze legden proefpersonen teksten voor over medici, soms een man, soms een vrouw, en soms aangeduid (als het een vrouw betrof) met chirurg (of neuroloog of oncoloog) en soms met chiruge (of neurologe of oncologe). Van iedere tekst waren er zo dus drie versies (mannelijke chirurg, vrouwelijke chirurg, vrouwelijke chirurge). Vervolgens moesten de deelnemers vragen beantwoorden over de arts over wie ze zojuist iets gelezen hadden: hoe intelligent, hoe aardig, hoe competent was die? De deelnemers werd natuurlijk niet verteld dat het onderzoek ging over het verschil tussen mannen en vrouwen, ze dachten dat ze de artsen puur beoordeelden op hun kwaliteiten zoals die uit het artikel bleken.
Toch merkten ze verschillen, maar vreemd genoeg bleken vooral mannelijke lezers vrouwelijke artsen juist competenter te vinden als deze met de vrouwelijke vorm werden aangeduid dan wanneer ze met de mannelijke vorm werden aangeduid. Het heeft misschien iets te maken met het feit dat veel mensen (ook mannen) sowieso liever een vrouw als arts hebben, omdat deze empathischer zijn, maar er was nu juist geen duidelijk verschil waarneembaar in hoe de proefpersonen mannelijke tegenover vrouwelijke proefpersonen waardeerden. Bovendien was uit soortgelijk onderzoek in het Italiaans en het Pools juist gebleken dat mannen vrouwelijke artsen meer waardeerden als ze met de mannelijke (of neutrale) vorm werden aangeduid.
Het onderzoek laat denk ik vooral zien hoe ingewikkeld de materie is. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat chirurge, neurologe en oncologe behoorlijk opvallende vormen zijn, omdat in deze beroepen nu eenmaal ook voor vrouwen doorgaans de mannelijke vormen gebruikt worden, opvallender dan de Italiaanse equivalenten, en ook opvallender dan bijvoorbeeld docente of onderzoekster. Misschien dat juist zulke opvallende vormen de aandacht trekken en dat daardoor de deskundigheid van de arts extra wordt onderstreept. Maar als dat zo is, gelden misschien voor verschillende beroepsaanduidingen verschillende effecten, en dan is het heel lastig om algemene regels op te stellen over of je nu een mannelijke of een vrouwelijke beroepsaanduiding gebruikt.
Laat een reactie achter