In mijn stukje van 9 juni jl. liet ik zien dat de meeste hoofdpersonages in het werk van Mulisch hun bestaan met de dood moeten bekopen. Mulisch’ eerste verhaal, De kamer, gaat veelzeggend genoeg over de sterfkamer van de ik-verteller.
Een ander vroeg verhaal van zijn hand is in dit kader ook interessant. Het heet Vaders en toverballen. Mulisch schreef het in 1948, een jaar waarin hij diverse romans en verhalen schreef, die hij vrijwel allemaal heeft vernietigd omdat hij er niet tevreden over was. Dit korte verhaal werd door de auteur gespaard.
Vaders en toverballen is een kort verhaal over Kareltje die zijn opstellen voor school nooit voltooit omdat de zaken die hij beschrijft tot leven komen. Als zijn leraar hem dwingt nu eens een opstel af te schrijven, pleegt hij zelfmoord door een verhaal te schrijven over toverballen die zijn luchtpijp afsluiten.
Vreemd Kareltje had zich nooit verdiept in de verstikkingsdood,- nu ging hij het doen. Hij nam de pen in zijn hand en stelde zich voor, dat er een ingeslikte toverbal klem zat in zijn luchtpijp en hermetisch de doorgang afsloot. Dat was een naargeestig gevoel. Na een ogenblik kromde en wentelde hij zich radeloos over de vloer, de inkt spetterde door de lucht, zijn borst en buik gingen allerakeligst op en neer, maar er kon niets inkomen.
Ook in dit vroege verhaal van de meester overleeft de hoofdpersoon de vertelling dus niet.
Vaders en toverballen werd in 1952 tweemaal gepubliceerd: in het literaire tijdschrift Mandril en in de bloemlezing Hard gelach. Enkele jaren geleden verscheen een speciale uitgave van het verhaal in een oplage van 500 exemplaren voor de vrienden van het Harry Mulisch Huis. Het werd nooit opgenomen in een verhalenbundel van Mulisch, noch in De verhalen.
Rob Delvigne zegt
In Mandril januari 1952 staat een verhaal van Mulisch dat nooit herdrukt is. Zelfs Marita Mathijsen noemt het niet in haar Mulisch-bibliografie. Opzet?
Marc van Biezen zegt
Wat is de titel van dat verhaal?
Rob Delvigne zegt
Juffrouw Harlekijn. In: Mandril jan. 1952 pp. 21-23.
Marc van Biezen zegt
Dat is heel bijzonder, Rob. Er zijn meer verhalen die wel in een tijdschrift of krant werden gepubliceerd maar nimmer opdoken in een verhalenbundel. Voorbeelden zijn DE LAATSTE SIGARET en MIJN LIFTER. Ik neem aan dat de auteur deze verhalen niet sterk genoeg vond voor opname in een bundel. Overleeft juffrouw Harlekijn het gelijknamige verhaal?
Rob Delvigne zegt
De vrouwelijke hoofdpersoon blijft in leven.
Marc van Biezen zegt
Ik zou je vondst voorleggen aan Marita Mathijsen, als aanvulling op haar bibliografie.
Rob Delvigne zegt
Marita Mathijsen zal het verhaal kennen; een ander verhaal van Mulisch gaat in Mandril er direct aan vooraf en dat neemt ze wél op in haar Mulisch-bibliografie.
maritamathijsen zegt
Nee, ik ken het niet. Het is niet aanwezig in de nalatenschap van Mulisch, noch bij zijn knipsels van vroeg werk, noch bij typoscripten. Dit in tegenstelling tot Vaders en toverballen, waarvan ook een typoscript is nagelaten. Dank je wel Rob!
Marc van Biezen zegt
Heel bijzonder!