Straattoneel
Te steil die brug. De voerlui slaan het paard
Met ijzren buizen galmend op de rug.
De moeder ijlt haar dochter na op straat,
Een mes valt als een noodkreet uit een raam.
Te steil die brug. Van olie glanst het asfalt
En bloed omspoelt het dode paard dat valt.
Het mes staat siddrend in een dorre boom.
Er klinken schoten ergens onder mij.
Er rijdt een priester op een fiets voorbij.
Aan ’t kruispunt weet hij verder niet te gaan.
(Twijfel is een rood licht waarvoor hij remt)
Hij blijft met uitgestrekte armen staan.
Zodat, van ver, hij op de Heiland lijkt
En dichterbij, op een verkeersagent.
••
Suzanne
Waarom ben je niet in Brussel gestorven?
Dan had ik je begraven in St. Joost ten Noode.
De paarden zouden van de helling draven
En op mijn knieën lagen blikken bloemen,
Die men voor 16 frank per krans kon kopen.
Zij blijven jaren paars, hun takken groen en
Komen als de sneeuw smelt daadlijk boven.
Willem Frederik Hermans (1921-1995)
Foto: wikimedia
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter