Begin vorig jaar was hier Sweet bahnhof van Wilfred Smit gedicht van de dag. Enige tijd later zag ik dat dit gedicht een figuur- (of beeld)gedicht is dat nieuwe teksten suggereert. Eerder bleek De sleutel uit dezelfde bundel, Verzamelde gedichten (1971), al een figuurgedicht met nieuwe teksten. Ik vond steeds meer vergelijkbare gedichten en uiteindelijk kon ik een aaneengesloten rij visuele poëzie onderscheiden. Sweet bahnhof en De sleutel zijn in de reeks van 27 gedichten gedicht 7 en 12. Op alle verzen van de reeks vind je afbeeldingen en nieuwe teksten.
De plaatjes en inteksten heb ik op een rij gezet in een soort prentenboek op mijn site. Bij enkele gedichten zal ik tonen hoe de nieuwe tekst en beeld tot stand komen. In de meeste gedichten kun je op een deel van de tekst lijnen trekken en afbeeldingen zien maar Sweet bahnhof, gedicht 30 in Verzamelde gedichten, is als geheel een afbeelding.
Het gedicht vertoont rechts een aangename ronding. We kunnen een lijn tekenen op het gedicht. Het gedicht zelf lijkt de lijn te beschrijven en we kunnen de acht fasen ervan volgen op de afbeelding.
De lijn, de ‘bahn’, ‘Drijft’ ‘steeds verder’, ‘schuift’ ’tussen ons’ en ‘in’, raakt in een ‘vlucht’, een ‘vallen’, ‘knipt’ de n van ‘schreden’, is onderhand ‘reusachtig’, gaat ‘door de’ spatie tussen ‘de’ en ‘mist’, ‘wacht’ bij het gedachtestreepje. Nu kun je twee kanten op. Of je trekt de lijn een stukje door tot de h en ziet met de punt van de i een vraagteken. Of je verbindt de uiteinden van de lijn en vormt zo een soort halve cirkel. De schuine lijn gaat onderaan door het woord ‘door’ en heeft dit woord eerst letter voor letter gevormd, als het ware aaneengeregen.
We zien een ‘bahnhof’ met de driehoek van letters als perron. De halve cirkel blijkt het dak en daarnaast een hoofdletter D. Onderaan is de rechthoek van twee regels een ’trein’ en de twee woorden rechts zijn ‘mist’flarden. Is de D een wijzer die terugloopt? De D vormt met het gedachtestreepje en ’trein’ ‘D-trein’.
Het woord ‘dan’ staat midboven. De a van ‘dan’ en e van ‘het’ bevinden zich boven de k op de lijn. Dit suggereert ”n dak’ en ”t hek’. ‘mist’ is een anagram van ‘smit’. Met de w van ‘wacht’ bevat het gedicht een ondertekening. De lijnen scheiden tekstgedeeltes van elkaar en brengen zo een aantal nieuwe teksten tot stand. De inteksten kun je weergeven door ze iets van elkaar af te plaatsen.
sweet bahnhof
Drijft men dan steeds verder ?
elkaar? het afscheid schuift
uit ring oom tussen ons in
een op en af – ja dit is vlucht
sluit de och kaarten laten vallen
een handvol ze vingers knipt
omdat men rasse schrede
wurg alle lichten reusachtig
maakt mijn vertrek or de mist
als op stelten wadend door
adieu adieu sweet bahnhof
een convooi melaatsen wacht
in alle stilte de nalaatste D-trein
Zo neergezet lijken de inteksten zelf uiteen te drijven. De leesvolgorde van de inteksten lijkt na elkaar maar je ziet incidenteel ook andere leesmogelijkheden als ‘Drijft men dan steeds verder/ uit/ een’. In Sint Wilfred, gedicht 45 in Verzamelde gedichten en 22 in de reeks, suggereert de tekst eveneens een vraagteken.
Het vraagteken raakt nu de rechter rand van de eerste regel niet. Dat vestigt de aandacht op het wit; sneeuw is wit. Zo ben je al op weg om de vorm van de regels betekenisvol te maken. Het woord ‘sneeuw’ steekt uit en kan de vensterbank zijn. De woorden ‘een blauwe’ steken uit als ‘een blauwe smook’. Je kunt ook zeggen: de vraagtekenlijn gaat ‘blauwe’ ’takken’ ‘voorbij’. En ’terug’ ‘buigt’ ‘het’ vraagteken.
Sint Wilfred
met de eerste sneeuw
in de vensterbank
sta ik gedachteloos: een blauwe
smook trekt langs,
een boom wiekt op z’n takken,
witte doornenkroon, voorbij
ik trek mijn hoofd terug,
moe hoofd: het buigt
en iemand neemt het in zijn handen
o worden zoals gij
mijn boeken moet ik ? gaan verbranden
Sweet bahnhof en Sint Wilfred zijn gedicht 30 en 45 in Verzamelde gedichten – maar in Cartons voor letterkunde uit februari 1961 staan de twee gedichten naast elkaar. De grote vraagtekens kunnen we er nog niet plaatsen. Ook in De sleutel uit dezelfde Cartons wordt de afbeelding van een sleutelgat nog niet perfect gesuggereerd. Enkele andere gedichten uit de reeks verschijnen bij voorpublicatie in de Cartons wel direct in de uiteindelijke versie.
Uitgever Theo Sontrop vertelt in Bzzletin (1983): ‘Toen we met de Verzamelde gedichten begonnen hebben we in een aantal zittingen de twee vorige bundels plus een aantal niet eerder, überhaupt niet eerder verschenen gedichten doorgepraat. ‘En let in godsnaam eens op de interpunctie,’ zei hij, ‘dat is zo’n warboel bij mij.’ En zo waren er dubbele punten, die zijn komma’s geworden; puntkomma’s, dat werden gedachtestreepjes…’ ‘hij was zeer betrokken bij de manier waarop het tekstblok op de pagina stond.’
Dubbelepunt wordt komma, puntkomma wordt gedachtestreepje: dit geldt speciaal voor Sweet bahnhof. Maar Sontrop zegt niets over de afbeeldingen en nieuwe teksten. Er is de reële mogelijkheid dat Smit zich niet bewust was van de lijnen en inteksten in de reeks. Het zou een van de redenen zijn dat de reeks pas nu, 50 jaar later, wordt opgemerkt.
99 lettergrepen
Getallen spelen een rol in de bundel – hoe zit het met het getal 50? Elegie, het laatste gedicht uit de reeks, is gedicht 50 in de bundel. Slapeloos, gedicht 20 in de reeks, heeft 50 lettergrepen. Sweet bahnhof heeft 99 lettergrepen – net als de gedichten Inslapen en Ontwaken, die beide 49 en 50 lettergrepen hebben maar geen onderdeel vormen van de reeks.
Nocturne I, het tweede gedicht in Een harp op wielen (1959) en eerste gedicht van Verzamelde gedichten, was volgens Smit ‘eigenlijk een grapje met telwoorden.’ ‘Drie is kleiner dan vier; daarna mevrouw en meneer (een tweetal) en tenslotte de portier in zijn kluis.’ Het eerste woord van Nocturne I is ‘Vanuit’: de V kan als de Romeinse 5 gelden.
In Nocturne I is aan het eind van de laatste regel de punt weggelaten in Verzamelde gedichten. Zo voeg je de 0 toe aan de aftelrij. De weggelaten punt kun je ook zien als een doorverwijzing naar en herinnering aan het eerste gedicht uit de tweede bundel Franje (1963), en gedicht 24 in Verzamelde gedichten, Strand.
In Franje staat de titel midboven het gedicht: je kunt een lijn trekken vanaf de laatste punt tot aan de ruimte tussen de t en r van de titel Strand. In Verzamelde gedichten kun je precies dezelfde lijn trekken, maar je stopt tussen de ij en n van ‘verschijningen’. Je herinnert je de lijn in Franje en de scheve lijn markeert nu het begin van de reeks gedichten: ‘St…. rand’.
Laat een reactie achter