Literatuur in het Limburgs, toegankelijk gemaakt
Dialect lezen is een probleem, zelfs voor dialectsprekers is dat moeilijk. Literatuur in de streektaal telt meer beoefenaars dan lezers. Dat is jammer, want in de dialectliteratuur liggen schatten en bijzondere teksten verborgen, ook voor lezers buiten de provincie.
De redactie van de Nachtegaalreeks wil daar wat aan doen. Zij wil literatuur van niveau in het Limburgs toegankelijk maken voor een breed publiek door de teksten te voorzien van vertaling en een gedegen inleiding die werk en auteur een context geven, in een literatuur-historisch perspectief plaatsen.
De Nachtegaalreeks, dat zijn kleine monografieën in een bijzondere vormgeving. Elk deeltje bestaat uit een essay (in het Nederlands) en een tweetalige bloemlezing. De naam van de reeks is een allusie op vermaarde literaire series van de Bezige Bij, de Salamanders, Boekvinkjes, Giraffes. Voor de vormgeving heeft boekenmaker Piet Gerards zich laten inspireren door de vermaarde Meulenhoff Cahiers, die in de laatste decennia van de vorige eeuw de Nederlandse literatuur voor middelbare scholieren wilden ontsluiten.
Schrijven in de streektaal is altijd een bewuste keuze geweest. Het begon in de steden als een zachte revolte, een daad van protest tegen de taal en de cultuur van de elite en een uiting van verlangen naar de verloren gewaande eigen, authentieke volksziel. Aanvankelijk in de vorm van declamatie en samenzang, met als rode draad de omkering van gevestigde normen en waarden. Niet toevallig is de oudste dialecttekst in Limburg een carnavaleske spotpreek uit het eind van de achttiende eeuw.
Dialectliteratuur heeft vele gezichten. Er is in gebeden en gevloekt, verketterd en verheerlijkt, en vaak werd er de liefde in bezongen voor het Limburgse land en volk. Maar het dialect kent ook liefdesgedichten, moderne verhalen, protestsongs, kritische columns, vertalingen van wereldpoëzie en zelfs een enkele roman.
De Nachtegaalreeks wil in deze geest bijzondere literatuur bieden, en zo een taalgrens slechten.
Onderwerp van het eerste deeltje, geschreven door Pim Thielen, is de poëzie van de Roermondenaar Paul van der Goor, die zijn inspiratie voor zijn melancholische gedichten putte uit zijn levenservaringen en de wereldliteratuur. Het tweede deeltje, geschreven door Guus Urlings, is gewijd aan het fenomeen van de carnavalsbuut. Het bevat een geschiedenis van deze kolderrede die typisch is voor Limburg, de bloemlezing bestaat uit carnavalsteksten uit historische en actuele bronnen.
In voorbereiding voor 2022: Joep Leerssen over de eigenzinnige woordkunstenaar Wim Kuipers, vooral bekend om zijn lange epische gedichten, en Bas Vissers over de legendarische liedtekstschrijver Frans Boermans uit Venlo.
De Nachtegaalreeks is een gezamenlijk initiatief van het Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG) en Veldeke Limburg. Redactie: Bèr Brounts, Lei Heijenrath, Ben van Melick en Ine Sijben.
De uitgaves zijn een spin off van het in 2016 bij LGOG/Van Tilt verschenen handboek Geschiedenis van de literatuur in Limburg (redactie Lou Spronck, Wiel Kusters, Ben van Melick). Daartoe behoort ook de online reeks Literatuurportret (redactie Ine Sijben en Ben van Melick) op de site van het LGOG.
Laat een reactie achter