Een klassieke kwestie: ‘beseffen’ of ‘zich beseffen’? Hoewel ‘zich’ fout wordt genoemd, is het prima verklaarbaar (en niet erg).
Het is nog altijd een van de bekendste taalfouten waar je ‘schoolmeesters’ mee op de kast kunt krijgen: zich beseffen in plaats van beseffen. De meerderheid vindt het verkeerd, en nóg meer mensen vinden het ook echt niet mooi.
Verkeersovertreding
Gek genoeg komt zich beseffen wél heel vaak voor, ook bij mensen die – als je ze de kwestie voorlegt – prima weten hoe het hoort. Je kunt het vergelijken met een kleine verkeersovertreding, zoals geen richting aangeven op de fiets: we weten dat het fout is, maar de meeste mensen doen het soms toch. Meestal zelfs onbewust.
Beseffen of zich beseffen: als je die kwestie aan gerenommeerde taaladviseurs voorlegt, zoals Jan Renkema, Taaladvies.net en Onze Taal, zeggen ze allemaal onomwonden dat zich beseffen fout is. Bij beseffen hoort nooit een wederkerend voornaamwoord, en daar hebben we het dan maar mee te doen. Maar waarom is dat eigenlijk zo en hoe kan het dat een vorm van zich er toch zo vaak bij opduikt?
Zich is een ‘wederkerend voornaamwoord’. Het verschijnt onder meer bij ‘wederkerende werkwoorden’, zoals zich vergissen en zich gedragen, en het krijgt in de eerste en tweede persoon een andere vorm: ‘wij gedragen ons’, ‘je vergist je’.
Wederkerende betekenis
Beseffen betekent zoiets als ‘heel goed weten, je ervan bewust zijn of worden’. Het lijkt wel of beseffen een ‘wederkerende’ betekenis in zich heeft: het is iets wat je doet en wat tegelijkertijd effect op jezelf heeft – je denkt over iets na en het leidt tot een bepaald inzicht. (Een ‘mentale handeling’, noemt grammatica-expert Peter-Arno Coppen dat.)
Er zijn twee synoniemen van iets beseffen die allebei wél zich bevatten: zich ergens van bewust worden/zijn en zich iets realiseren. Misschien verklaart de betekenis van beseffen dus de opkomst van zich.
Soms wordt zich beseffen een contaminatie genoemd van beseffen en zich realiseren, maar dat is niet per se het geval. Trouwens, met zich realiseren gebeurt soms het omgekeerde: ‘Hij realiseerde hoe ziek hij was geweest.’ Het weglaten van zich is misschien wel eerder invloed van het Engels (‘he realised’) dan hypercorrecte angst voor zich.
Het ‘moderne’ zich beseffen is lange tijd zeldzaam geweest. Een voorbeeld uit 1919: “Ieder besefte zich de zware verantwoordelijkheid en deed wat hij voor God en zijn geweten als de redding van het vaderland beschouwde.” (Afbeelding: Delpher.) Pas vanaf de jaren zeventig dringt zich beseffen vaker door in kranten.
Hoewel de taalnorm in deze kwestie nog altijd duidelijk is, verandert er wel iets. Van de zestigers vindt 72% zich beseffen pertinent fout, bleek uit mijn grote enquête in 2016. Bij de twintigers was dat maar 45%. Over een halve eeuw hebben we misschien wel een nieuwe norm.
Schrijftaal versus spreektaal
Vermijd zich beseffen vooralsnog dus maar in geschreven taal. Het geldt daarin voor veel mensen als fout. In gesproken taal komt het al zo vaak voor dat je je er beter niet druk om kunt maken. Zelf maak ik me er sowieso niet druk om, ook al besef ik me dat niet iedereen me die nieuwlichterij in dank afneemt.
Of zullen we die regel met z’n allen gewoon nu alvast lekker overboord gooien? Wie durft?
Zie ook het interessante artikel ‘Zich beseffen, zich bedenken, zich begrijpen’ van Jan Stroop, over het voortdurend verdwijnen en verschijnen van me/zich bij die werkwoorden.
Weia Reinboud zegt
Wat is het in het Duits? Mijn Limburgse oma (Sittard 1891) bezigde een aantal wederkerige woorden die niet AN waren. Maar wel Duits.