‘November’ — uit de maandencyclus van Folgóre da San Gimignano, plus het ‘tegensonnet’van Cenne de la Chitarra, beide vertaald door Frans van Dooren.
November
En in november op naar Siena’s baden
met dertig muildieren en goed gespekt,
door straten heen met zijde overdekt,
zilver en tin, de reistassen beladen;
en onderweg geen pleisterplaats versmaden,
flambouwen als je in de nacht vertrekt,
sukaden die Gaëta je verstrekt,
en vrolijk drinken met je kameraden.
’s Avonds bij ’t vuur uitrusten van de rit,
en snippen, kwartels, boshoenders en duiven,
hazen en reeën braden aan het spit
altijd bereid tot feesten en tot fuiven;
en als de lucht vol storm en regen zit,
’s nachts warm onder de wollen dekens schuiven.
Folgóre da San Gimignano (1270-1322)
••
November
Ik geef je in november een moeras
onder de koudste plak van de planeten,
met rampspoed die je nooit meer zult vergeten:
razende honger en geen cent in kas,
kliedernat hout voor toortslicht eerste klas,
kweeappels en kastanjes, niet te vreten,
nooit eens iets goeds om lekker van te eten,
en heel de troep constant in zak en as.
Blubber en drek, nergens een warmend vuur
dan in de strohut van een heremiet,
op twintig mijl de meest nabije buur,
geen wijn en vlees, alleen maar slijk en riet,
en een stom zootje dat zich uur na uur
bescheurt als ’t jullie in de ellende ziet.
Cenne da la Chittara (?-1336)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter